Operarecensie

Tegenvallende Hvorostovsky in Un Ballo

Met sterren als Dmitri Hvorostovsky en Marcelo Alvarez in de cast voerde de Deutsche Oper Berlin de afgelopen week drie keer een oude productie van Un ballo in maschera op. Hvorostovsky viel tegen, de anderen waren prachtig. Tja, het uiterlijk zegt niet alles.

Misschien geloof je niet dat Ulrica uit Verdi’s opera een tovenares is, maar de voorspellingen die Rob Brezsny op zijn website Freewill Astrology doet, mag niemand wantrouwen. Ik was verbaasd bij het lezen van mijn horoscoop van deze week, die een regelrechte profetie bleek te zijn.

Ik citeer: ,,The more beautiful the bird, the poorer the singer, wrote L. M. Boyd. Peacocks scream, Birds of Paradise croak. Among the most interesting singers are birds that are far less spectacular in appearance. My personal inclination is to favour inspiring singing over coming appearance. Keep that in mind.”

Ik moest het wel in mijn achterhoofd houden. De laatste van drie voorstellingen van Verdi’s Un ballo in maschera bij de Deutsche Oper Berlin was namelijk een bewijs van de waarde van zulke ornitologische kennis en dus een extra bewijs voor Rob Brezsny’s magische onfeilbaarheid.

Als je in Berlijn woont, kon de promotie van deze Ballo-productie je niet ontgaan zijn. Een promotie die helemaal draaide rondom de zilverharige, veel sex appeal hebbende Dmitri Hvorostovsky. De Russische bariton zong de rol van Renato in de oude productie (1993) van Götz Friedrich – de man die twintig jaar lang, tot zijn dood in 2000, de absolute monarch was bij de Deutsche Oper.

De traditionele productie is gebaseerd op een rigoureuze setting in drie kleuren, met witte, rode en zwarte kostuums en decors die onschuld, passie, bloed en dood vertegenwoordigen.

Alle drie de voorstellingen waren uitverkocht, wat ongewoon is in Berlijn – zeker als je de concurrentie met de Simon Boccanegra van Plácido Domingo meerekent. Je moet daarbij wel weten dat Charlottenburg, waar het operahuis gevestigd is, ook wel ‘Charlottengrad’ genoemd wordt vanwege de vele Russen die er wonen. Met Rus Hvorostovsky op het toneel was het daarom geen wonder dat veel van hen het theater kwamen vullen.

Zoals mijn horoscoop al voorspelde, vond ik de opmerkelijke bariton visueel verbazingwekkend, maar in zijn zang niet zo prikkelend. Zijn stem is (nog) niet capabel om op natuurlijke wijze Verdi’s typische uitbarstingen van woede en wraak uit te drukken. Zijn stijl is nog steeds ‘des Mozarts’.

Hij probeerde van alles om indruk te maken, zoals het zo lang mogelijk aanhouden van zijn laatste noten, maar het ontbrak hem gewoon aan variatie in zijn klank en vrijheid in zijn expressie.

Wat me in het bijzonder stoorde, was zijn slechte uitspraak van de Italiaanse tekst. In veel passages klonk het Russisch. Ook had hij een zeer luide, ongezonde manier van ademhalen. Hij klonk beter in zijn lyrische momenten, zoals ‘O dolcezze perdute’, maar ook daar wist hij me niet te raken.

Een veel echtere indruk maakten de twee Latijns-Amerikaanse sterren in de hoofdrollen: Marcelo Alvarez als koning Gustavo en Angela Marambio als Amelia. De Argentijnse tenor blonk uit door de intelligente manier waarop hij iedere frase de juiste kleur wist te geven. Hij gebruikte een ontroerende diversiteit aan volumes en muzikale accenten, wat zijn minder briljante hoge noten compenseerde.

Marambio had moeite haar klank gelijkmatig te houden in de zachtere delen, maar liet wel trompetachtige, heftige topnoten horen, waarbij ze me deed herinneren aan Adriana Guerrini.

Het was een plezier om zulke volledig ontwikkelde artiesten te horen in zulke veeleisende rollen. Het was ook verfrissend om de stemmen te horen van Heidi Stober (een uitstekende Oscar) en Ante Jerkunica (Samuel). Zij zijn allebei jonge leden van het ensemble van de Deutsche Oper en gaven een levendige vertolking van hun rol.

Hetzelfde deed de uitbundige Poolse mezzo Ewa Wolak (Ulrica), die haar bovennatuurlijke rol zong met volle stem en beangstigende rijkheid in haar borsttonen.

De zangers waren dan misschien niet zo mooi als sommige andere ‘vogels’, maar hun zang was vele malen mooier.

Alessandro Anghinoni gaat regelmatig verslag doen van interessante producties in Berlijn. Hij is Italiaans maar woont sinds 2000 in Berlijn. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Ouderwetse lyriek in nieuwe opera Alagna

Volgend artikel

Wegwijzers wijst tieners weg naar ‘opera’

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni