Operarecensie

Ook Operadagen: Le docteur miracle

Bijna verborgen in het volle programma van Operadagen Rotterdam – vol avant-gardemuziektheater, performances en belevingsproducties – zat een operette van Charles Lecocq. Volksopera, een Vlaams gezelschap dat net gestart is, bracht de eenakter Le docteur miracle, die we te danken hebben aan Jacques Offenbach.

Scène uit Le docteur miracle. (© Volksopera)
Scène uit Le docteur miracle. (© Volksopera)

Het begon allemaal met een artikel in de Franse krant Le Figaro in 1856. Offenbach begon in Parijs succes te krijgen met zijn operettes en had een jaar eerder het eerste Théâtre des Bouffes-Parisiens geopend. De componist beschreef in zijn verhaal de historie van de komische opera en stelde dat de stukken die voor dat genre werden geschreven te groot waren geworden. Het begrip ‘opéra comique’ leed volgens Offenbach aan inflatie. Hij zette in het artikel meteen een nieuw initiatief in: een prijsvraag voor een nieuw stuk, waarvoor het libretto kant-en-klaar werd aangereikt: Le docteur miracle, geschreven door Ludovic Halévy en Léon Battu.

In de jury zaten onder anderen de componisten Daniel Auber (de opvoering van diens La muette de Portici leidde in 1830 in België tot onrust), Fromental Halévy (de oom van Ludovic), Ambroise Thomas en Charles Gounod. Er kwamen 78 inzendingen binnen en de winnaars eindigden ex aequo: Georges Bizet en Charles Lecocq. Die eerste was pas 18, componeerde met zijn winnende inzending zijn eerste operette en zou een jaar later de Prix de Rome winnen. Bizet had, toen hij de prijsvraag won, al een paar jaar les van Fromental Halévy. Ruim tien jaar later zou hij met diens dochter trouwen.

Charles Lecocq, de andere winnaar, beleefde de première van zijn versie van Le docteur miracle op 8 april 1857 in het Théâtre des Bouffes-Parisiens. Hij zou vanaf 1867 naast operette ook opera gaan schrijven, maar die werken hebben nauwelijks repertoire gehouden.

Het nieuwe Antwerpse productiehuis Volksopera koos Le docteur miracle als eerste productie. Het plan van Volksopera is vergeten parels uit het muzikale theater – van operette tot vroege musical – op te duiken. “We slijpen ze tot hun essentie en zetten ze op een hedendaagse scène. Zo ontdekt een breed publiek opnieuw die aanstekelijke melodieën en tragikomische vertellingen over grootmoedige klein-menselijkheid en vrolijke tristesse”, aldus de Antwerpse makers.

Driezitsbank

Een negenkoppig orkest, het Ensemble du Beurre et des Oeufs onder leiding van artistiek leider Stijn Saveniers, zette een fijnzinnige ouverture in. Met slechts een driezitsbank en wat rekwisieten zongen en spraken de vier solisten het verhaal van de burgemeester van Padua. Die wil voorkomen dat zijn dochter met een legerkapitein trouwt. Maar wie is die nieuwe bediende en wat doet de wonderdokter na een probleem met een uitgebreid bezongen omelet?

In het Frans – dat deden die Vlamingen goed – en met veel sjeu werd het verhaal verteld. Voor deze operette is acteertalent minstens zo belangrijk als een goede stem. De vier solisten kwamen goed weg in de dialogen, zongen verdienstelijk en hadden vooral een ijzersterke greep op hun rol en het komische verhaal.

Bij sopraan Anne Cambier zat haar fraaie opera- en lied-cv niet in de weg bij het spelen van de jonge, speelse dochter Laurette. Haar moeder werd gezongen door Lien Haegeman, die in het verleden bij Opera Zuid te zien was. De minnaar werd in verschillende gedaantes gespeeld door tenor Vincent Lesage, niet alleen zanger, maar ook koordirigent en musicus. En met veel gevoel voor timing speelde Fabrice Pillet de burgemeester. Hij werkte de laatste jaren mee aan enkele grote Studio100-projecten als Dhaens en 14-18 en is bekend van de operaproducties op Alden Biesen.

De aankleding had van mij wel wat stijlvoller gemogen. De onesie van dochter Laurette stak bleek af tegen de glimmend-roze ochtendjas van moeder Veronique en de kleding van de jonge minnaar had een Albert Cuyp-achtige soberheid. Maar wat vooral bijblijft, is het plezier van de spelers en musici en de lichte, speelse toon. Leuk stuk, ook voor jonge zangstudenten. Kunnen ze meteen oefenen op hun Frans.

Vorig artikel

Zauberflöte heropent Openluchttheater Ede

Volgend artikel

Bartoli zingt West Side Story in Salzburg

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.