Operarecensie

Degout maakt schitterend lieddebuut

Kenners zagen reikhalzend uit naar het lieddebuut van aanstormend talent Stéphane Degout in de Kleine Zaal van het Concertgebouw, zo werd aangekondigd. En terecht: de bariton gaf een optreden waar iedereen twee uur lang ademloos naar zat te luisteren. Het donderend applaus was meer dan verdiend.

Stéphane Degout (foto: Cedric Roulliat).

Pianiste Hélène Lucas opent wervelend het eerste lied uit de Zigeunermelodieën van Antonín Dvorák uit 1880. Stéphane Degout volgt haar krachtig: ‘Má píseň zas mi láskou zní’ (in mijn lied weerklinkt de liefde weer).

De bariton bewijst meteen dat hij zijn reputatie meer dan waard is. Hij bezit een techniek die uitermate zorgzaam is opgebouwd. Je kunt eigenlijk alleen maar ademloos luisteren naar het bijna zorgeloze gemak waarmee hij zingt en elke nuance die hij aanbrengt in de poëzie. De toon is gezet.

De zeven liederen van Dvorák bezingen op onvervalst romantische wijze de vrijheid van de zigeuners, maar ook de zwaarte van hun bestaan. De melodieën zijn geïnspireerd op Hongaarse en Tsjechische volksliederen.

In de begeleiding kun je de erfenis van Johannes Brahms terugvinden, vooral in het derde lied. Brede akkoorden klinken, terwijl Degout met een perfecte dictie de prachtige Hongaarse teksten zingt:

En het bos om me heen is stil,
Slechts mijn hart verstoort die vrede,
En de zwarte rook die spoedig afdaalt,
Droogt de tranen op mijn wangen.

De donkere klank van Degout laat me verlangen naar een onbekend volk waarmee ik samen zou willen dansen en zingen in een ver verleden. Even later danst zijn adem alweer op het stuwende ritme van het lied van de zigeuner die op sterven ligt. En dan klinken er tranen in zijn stem, in het lied over de oude moeder die je leerde zingen. Allemaal zonder een spoor van platte sentimentaliteit.

Na de Zigeunermelodieën brengen Lucas en Degout Die drei Zigeuner van Franz Liszt en zes liederen uit Schwanengesang van Franz Schubert ten gehore. Degout laat zien dat hij het Duitse liedrepertoire goed beheerst. Zijn uitspraak is helder en hij weet goed te spelen met de muzikale retoriek. Bijzonder sterk is hij in de coupletstructuur. Elke tekst krijgt zijn eigen sfeer.

Hélène Lucas slaat echter af en toe de toetsen wat te licht aan, terwijl ze op andere momenten juist de frases iets te log lijkt te maken. Maar prachtig is Ihr Bild, waarin Degout en Lucas in perfecte symbiose de treurige droom verklanken.

Veel beter is de pianiste thuis in het Franse repertoire: twee liederen van Reynaldo Hahn, de Histoires naturelles van Mauric Ravel en als laatste twee liederen van Emmanuel Chabrier. De twee musici, duidelijk goed op elkaar ingespeeld, maken van elk lied op hun gemak een interessant verhaal. Franse vluchtigheid en humor, afgewisseld met nostalgie en expressieve fantasie buitelen over elkaar heen. Het publiek grinnikt geamuseerd aan het eind van ‘Le Cygne’. Een zwaan die de wolken, weerspiegeld in het water, probeert te vangen? Mais non! Hij eet wormen om vet te worden…

Degout en Lucas zetten een uitgebalanceerd programma neer, waarin veel ruimte is voor de verhalende kracht van Degout. Tot aan het einde toe blijft zijn stem soepel en mooi van klank. De toegift, ‘La Ballade de femmes du Paris’ van Debussy, doet je verlangen naar meer. Hopelijk keert de zanger snel weer terug naar Nederland.

Vorig artikel

Opera per Tutti zit helemaal vol

Volgend artikel

Youtube-portret: Renée Fleming

De auteur

Mariska van der Meij

Mariska van der Meij

1 Reactie

  1. diny tecker
    23 april 2010 at 00:51

    In de bepaald niet volle Kleine Zaal was het recital van de jonge Franse bariton Stéphane Degout (bijna 35 jaar)inderdaad een opmerkelijk vreugdevolle muzikale belevenis. Voor degenen, die een prachtig geschoolde stem en muzikale zeggingskracht willen horen, is er een tweede kans, want Degout zingt in het Holland Festival de titelrol in de carnavaleske opera Don Chisciotte in Sierra Morena van Francesco Conti (Holland Festival produktie van DNO in de Stadsschouwburg – 21, 23, 24 en 26 juni).
    Mij valt op dat, als er over muziek wordt gesproken/geschreven, de aanduiding ‘zien’ wordt gebruikt (b.v. Degout laat zien dat hij het Duitse liedrepertoire goed beheerst). Laat hij het niet HOREN! Het onderwerp is toch muziek? Zijn toegift was no. 3 uit de Trois Ballades de François Villon van Debussy en wel Ballade des femmes de Paris. Een prachtig naslagwerk w.b. liederen en teksten is de onvolprezen site van Emily Ezust: The Lied and Art Song Texts Page.