Operarecensie

Deutsche Oper besluit met zwakke Otello

De nieuwe Otello van de Deutsche Oper Berlin is een triest besluit van een prima seizoen 2009/2010. De muzikale leiding en de regie zijn vermoeiend en vervelend, de zang van José Cura biedt geen verlichting. Anja Harteros is het enige lichtstreepje in de duisternis van een gedesoriënteerde én desoriënterende avond.

Anja Harteros en José Cura (foto: Barbara Aumüller in opdracht van Deutsche Oper Berlin).

Kent u het gevoel dat je uit het operahuis komt en jezelf afvraagt waarom je de voorstelling niet gewoon liet voor wat het was en ergens wat was gaan drinken? Of naar huis was gegaan om schoon te maken? Ik denk dat iedereen dat gevoel (helaas) wel kent. Voor mij is het één van de trieste ervaringen die er zijn.

De nieuwe productie van Otello bij de Deutsche Oper bracht me volledig in zo’n stemming. Ik voelde me gedesoriënteerd. Waarom brachten ze eigenlijk Otello? Wat was de gedachte erachter, het doel dat alle mensen op het toneel en in de orkestbak beoogden? Was het weer een kwestie van valse verwachtingen?

En ik zeg je: ik had Del Monaco en Tebaldi helemaal niet in gedachten. Ik maakte me simpelweg op voor een samenhangende, prima uitgevoerde en spannende show. Angela Merkel zat in het theater, het was de laatste première van het seizoen, José Cura zong: kon het spannender?

Maar het doek opende en daar stond het hele koor met alle anderen zwarte verf op hun gezicht te smeren. De pantomime duurde misschien nog niet eens 30 seconden, maar was genoeg om een gevoel te creëren van onverschilligheid en van ‘op de verkeerde plaats zijn’. Een gevoel dat vrijwel de hele voorstelling bleef.

Van begin af aan ontging mij de zin van het geheel, geregisseerd door Andreas Kriegenburg. En uit de orkestbak kwam weinig hulp (dirigent: Patrick Summers).

Otello (José Cura) kwam het toneel op met een ‘Esultate’ dat een vocaal arrangement van de lastige rol leek aan te kondigen. Hij leek eerder de militaire leider van een vluchtelingenkamp. Waarom zou Jago iemand met zo’n positie benijden?

Haal het hart uit twee van de hoofdkarakters en het drama heeft geen kans meer van slagen. Voeg daar nog aan toe dat Desdemona doelloos en zonder charisma rondliep en de eerste akte was verloren.

Scène uit Otello (foto: Barbara Aumüller in opdracht van Deutsche Oper Berlin).

In de tweede akte, die zich afspeelde in de intimiteit van een slaapkamer in Armani Casa-stijl, won de zang van Cura en Harteros enigszins aan warmte, maar het bleef mijlenver verwijderd van de kansen die liggen in de meest sensuele en erotische scène die Verdi ooit schreef voor sopraan en tenor.

En omdat dit toppunt niet echt overtuigde, was het niet gemakkelijk om de daaropvolgende verwoestend jaloerse Otello serieus te nemen. Ook omdat Jago (Zeliko Lucic) geen vuur in het spel wist te brengen.

De laatste akte bracht het enige moment van echt goede zang (toch blij dat ik niet naar huis was gegaan). De treurige ‘canzone del salice’ en het lyrische ‘Ave Maria’ van Harteros gaven voor het eerst aanleiding om niet meer onverschillig te zijn maar hard te applaudisseren. De schoonheid van haar stem en de puurheid van haar zang waren geweldig. De warmte en emotie zullen vanzelf groeien bij deze fantastische sopraan.

Haar lange solo bleef het enige lichtstreepje tijdens een desoriënterende avond. En dat lichtstreepje wees naar de uitgang. De protagonist zelf zei het het beste: ‘Oh gloria! Otello fu’ (oh vergane glorie, Otello is dood).

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn en Zürich. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Eerste opera Raskatov in wereldpremière

Volgend artikel

Genoveva maakt matig debuut in Nederland

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

1 Reactie

  1. Kevin
    1 juni 2010 at 16:56

    How very very true. A sad evening. And certainly no glory!