Achtergrond

Hoofdredactioneel: Against Modern Opera

De Facebook-pagina Against Modern Opera Productions passeerde afgelopen week de grens van 4000 fans. ‘Regietheater versus bordkarton’ is kort gezegd de strijd die daar in vaak heftige reacties uitgevochten wordt. Maar hoe verbeten men ook discussieert, een einde aan de vete lijkt niet, of zelfs nooit, in zicht.

Against Modern Opera Productions toont bovenaan zijn pagina een aantal regietheaterafbeeldingen versus een aantal foto's van traditionele producties.

Er was een tijd dat ik dacht dat opera iets is waar je ontspannend van kunt genieten. Dom van me natuurlijk. Als je een keer een discussie onder operaliefhebbers hebt meegemaakt, weet je wel beter. Dan weet je hoe ernstig en gewichtig je het genre moet en zal nemen.

Het is verbazingwekkend hoe grimmig de sfeer onder bewonderaars van dezelfde kunstvorm kan worden. Op de pagina Against Modern Opera Productions vind je talrijke voorbeelden van zulke harde discussies.

De pagina verenigt liefhebbers die terugverlangen naar de klassieke producties van Franco Zeffirelli en co. Hun eensgezind nostalgisch mijmeren over ‘vroeger’ wordt echter dwarsgezeten door enkele dappere aanhangers van het op de pagina zo verguisde ‘moderne’. Het resultaat: een moddergevecht. ‘Worthless garbage!’ ‘Orrore!’ ‘Schande!’ ‘One should kick the real idiot, Katharina, out of Bayreuth!’

Ik kan me wel verplaatsen in de liefhebber van authentieke producties. Zijn favoriete soort enscenering is (zeker in Europa) langzamerhand van het toneel verdwenen en van wat daarvoor in de plaats gekomen is, kan hij bepaald niet genieten. Dat is balen. Je bent zot op appels, maar dan besluit je groenteman alleen nog maar peren te verkopen…

Ik kan me ook vinden in wat operafans zeggen die géén moeite hebben met regietheater. Als een operahuis voor de zoveelste keer La traviata, Die Zauberflöte, La bohème of Carmen opvoert, wil je wel eens een andere benadering zien. Was de operawereld bij traditionele producties blijven hangen, dan hadden we bijvoorbeeld nooit kunnen genieten van de indrukwekkende diepgang van Willy Deckers Traviata.

Wat ik jammer vind, is dat er zo weinig respect tussen deze twee groepen liefhebbers lijkt te zijn. Wat maakt het jou uit dat iemand graag ‘ouderwetse’ producties ziet? En moet je echt gaan schelden omdat die ander wél van regietheater houdt?

Nog frustrerender is dat het een discussie zonder eind lijkt te worden. Want wanneer zal al dit soebatten stoppen? Ik zie maar twee mogelijkheden: als de fans van klassieke ensceneringen uitsterven – wat ik niet snel zie gebeuren – of als operahuizen beseffen dat ze op dit moment hun publiek niet in de volle breedte bedienen en een betere balans in hun programmering gaan aanbrengen.

Dat laatste zou ik zeer aanprijzen. Maar zelfs dan verandert er nog niets als operaliefhebbers zich er niet bij neerleggen dat niet iedereen hun smaak deelt. Of beter: dat hun smaak smaak is, niet de norm.

Maar dat zal wel nooit gebeuren.

Vorig artikel

Reinthaler: Duitse romantiek op z'n best

Volgend artikel

Opera in de media: week 9

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

43Reacties

  1. Loesje
    22 februari 2013 at 09:55

    Wat mij opvalt in die discussies tussen aanhangers van de twee genoemde kampen is het niet willen benoemen van een middenweg. Alsof er niets is tussen Otto Schenk enerzijds en Calixto Bieito anderzijds. Waar staat de Ring van Audi in dit spectrum of de Salome van David McVicar? Het is het soort polemiek dat gebruik maakt van koude oorlog retoriek, zal wel een tijdsverschijnsel zijn.

  2. Mark-Jan
    22 februari 2013 at 09:58

    Wat inkookt helemaal begrepen heb: er zijn genoeg dvd’s van fijne traditionele producties met geweldige zangers. Waarom zijn de liefhebbers van “illustrerende” producties daar niet tevreden mee? Ook voor nieuwkomers in de opera is dat een perfecte introductie. Dan kunnen we vervolgens in de theaters de wat meer intellectueel uitdagende nieuwe producties tonen die meer toegesneden zijn op onze tijd en ons ook wat nieuws leren over hoe we naar de wereld kijken.

  3. buisman
    22 februari 2013 at 10:14

    Misschien mag ik er me niet mee bemoeien omdat ik helaas niet meer in de gelegenheid ben operahuizen te bezoeken, maar ik bemoei me overal mee, dus…..

    Als ik naar de Mattheus Passion ga, vind ik het altijd heel prettig dat de zangers stemmig gekleed zijn.
    Ga ik naar toneel dan vind ik oude kostuums prachtig bij Shakespeare en moderne kleding weer plezierig bij Who’s afraid of Virginia Woolf, en iets er tussenin bij Brecht.
    Bij opera heb ik het liefst de kostuums uit de tijd van de opera.

    Zowel bij de Mattheus, als bij Who’s afraid als bij Brecht heb ik geen enkele behoefte aan zwengelende piemels, schaamheuvels, bondage, sm of spermaslikkende sopranen. Daar zijn weer andere huizen voor, die daar overigens ook veel beter in zijn.
    Wil ik een opera zien met deze moderne seksonderdelen, dan zou ik graag zien dat de componist er zijn eigen muziek erbij bedenkt in plaats van deze te stelen.
    Kan iemand aan deze leek uitleggen waarom het woord “regietheater” is? Alle produkties worden toch geregisseerd?

  4. 22 februari 2013 at 10:17

    De discussie tussen traditionele en “moderne” ensceneringen gebeurt al te vaak dogmatisch. Voor de ene zijn er enkel onzinnige moderne producties, voor de andere zijn er enkel oubollige traditionele producties. In werkelijkheid bestrijken de twee extremen het volledige spectrum van afgrijselijk over middelmatig tot extreem briljant.

    Wat me vaak stoort bij moderne producties is het belerend toontje van de regisseurs die het publiek eens gaan uitleggen waarover een bepaalde opera gaat. Dat spot met de intelligentie van het publiek. Een NABUCCO hoeft echt niet in de Gaza-strook (in het beste geval) geplaatst worden opdat het publiek de link zou kunnen leggen tussen de onderdrukking van de Hebreeërs en die van de Palestijnen.

    Ik vind dat een operahuis een redelijke mix zou moeten brengen. Hoe moet het nieuwe publiek anders het ijzeren repertoire leren kennen, DVD’s zijn maar flauw afkooksel van “the real thing”. Stel dat je als nieuwkomer je huiswerk gedaan hebt en bv. vooraf al de synopsis gelezen hebt van MANON LESCAUT en dan kom je terecht in de recente Munt-productie dan ben je toch volledig verloren ? Ik kan me dan best voorstellen dat je je bekocht voelt. Zelfs doorwinterde opera-nerds kunnen het vaak allemaal niet meer volgen. Hetzelfde geldt voor zowat alle producties van Tcherniakov of Warlikowski of Marthaler.

    Het laatste argument is een algemeen probleem. Net zoals een deel van het publiek zijn huiswerk niet (meer) maakt, geldt dat ook voor de regisseurs. In dat verband zou ik nog eens José Van Dam willen citeren:

    “Dat ik drie jaar geleden heb besloten om niet langer operarollen op me te nemen en me vooral aan liederenrecitals te wijden, heeft zeker met de evolutie van de regisseurs te maken. Er hangt een sterrenstatus rond operaregisseurs, en dat is nefast en het maakt me droevig. Meer en meer regisseurs vinden het fantastisch om met hun uitvoering internationale podia te beklimmen en om, op korte termijn, wereldwijd de media te halen. Helaas weet ik uit ervaring dat ze van de opera’s die ze hebben geregisseerd, geen kaas hebben gegeten. Ze kennen het werk niet. Ze willen koste wat het kost modern zijn en experimenteren met de kunst om hun eigen ego in de kijker te plaatsen. Die attitude, waar inlevingsvermogen en verbondenheid amper aan te pas komen, maakt de opera kapot. Ik ben bang dat het publiek van de opera door deze evolutie geleidelijk aan zal uitsterven. Want wanneer lijdt opera? Als zijn publiek lijdt.”

  5. Loesje
    22 februari 2013 at 10:18

    @Buisman
    Kijk, dat is nu precies wat ik bedoelde. I rest my case.

  6. Antonio
    22 februari 2013 at 10:38

    @Mark-Jan, wat ontzettend denigrerend tav liefhebbers van traditioneel en/of beginners! Ook zij hebben het recht om iets, wat zij mooi vinden _live_ te zien! Ik wil _niet_ in een dictatuur leven, en als een grote operaliefhebber zeker niet onder het dictatuur van de regisseurs. De meeste kunnen tegenwoordig geen noten lezen en vaak gebeurt het dat zij niet eens weten waar de opera over gaat. Sterker: er zijn er die opera helemaal niet leuk vinden en zelfs haten..

    @Loesje: eens. Er is ook middenweg, er zijn ook goede moderne regisseurs, maar er is ook niets op tegen om zo af en toe een goede oude Zefirelli te zien en dan op de planken en niet op mijn TV-scherm.

    @Buisman – goed verwoord!Zo voel ik het ook, al ben ik in principe niet tegen “moderniseren” a’priori. Dat hebben regisseurs als Carsen of McVicar bewezen

    @Margo – ik heb het interview met van Dam ooit gelezen en zat gewoon “ja” te knikken.

  7. Mordi
    22 februari 2013 at 10:55

    Sorry I write here in English…..I agree that also those directots should between Bieito and Otto Schenk should be mentionned….But there opera houses in Europe, where there are no names of ‘moderately modern directors’ like McVicar, Audi or Pelly…..Instead there are mosty people like Bieito, Kusej or some other extremes dominating….

  8. Kasper van Kooten
    22 februari 2013 at 12:44

    Variatie in het aanbod is een groot goed, en zou de tolerantie voor innovatie waarschijnlijk ten goede komen. Ik ben geen groot Zeffirelli-fan, maar ik heb moeite met de veronderstelde dogmatische tegenstelling tussen oude “illustrerende” en moderne “intellectueel uitdagende” producties. Een werk zoals Wagners Parsifal kun je op zeer rigoureuze wijze ensceneren, maar in het origineel zit al zoveel complexiteit dat het ook “intellectueel uitdagend” kan zijn wanneer je iets dichter bij de oorspronkelijke regieaanwijzingen blijft. Ook voor veel andere opera’s geldt dat het niet om platte verhalen gaat die pas diepgang krijgen wanneer een regisseur erop losgaat. Partij kiezen voor een van beide kampen is zinloos, omdat je het succes van een regieaanpak alleen voor een afzonderlijke enscenering kunt beoordelen.

  9. kersten
    22 februari 2013 at 13:00

    `Hoe verbeten men ook discussieert, een einde aan de vete lijkt
    niet, of zelfs nooit, in zicht`. En daarmee dus evenmin aan de
    discussies. Jammer inderdaad dat deze van verhit in grimmig
    kunnen ontaarden. Waartoe dit kan leiden leert het meest besproken
    item in deze kolommen: sindsdien moeten we het zonder de reacties
    van @Steven SURDÈL doen.

  10. Antonio
    22 februari 2013 at 13:42

    @Kersten – ik had een geheugen steuntje nodig dus ik heb de hele discussie met de niet mis te verstane bijdragen van Steven Surdél herlezen. Ik denk dat ik al bij voorbaat weet wat hij zal schrijven (het scheen zijn mantra te zijn): Audi moet weg.
    @Kasper – helemaal mee eens. Zonder variatie in aanbod komen we nergens. Er moet een “voor elk wat wils” kunnen bestaan en ik denk dat onze DNO er dit seizoen het niet zo slecht deed, met als de voorlopige hoogtepunt, althans voor mij, de meer dan in alle opzichten schitterende Wilhelm Tell.

  11. Mark-Jan
    22 februari 2013 at 14:20

    @Kasper. Een mooi en genuanceerd antwoord. Kan ik me in vinden.
    En voor alle anderen: vergeet niet dat het altijd nog een vrije keus is om al dan niet naar de opera te gaan. Bij angst voor bepaalde regisseurs kan je er ook voor kiezen om gewoon niet te gaan.

  12. JvdBee
    22 februari 2013 at 14:30

    De enscenering van il Trittico zoals die recent in Covent Garden ging en op bluray en DVD is verschenen laat zien dat niet alle moderne ensceneringen hopeloos zijn. De enscenering van en Suor Angelica beschouw ik als de beste die ik ken. Dat ik daarnaast graag mag genieten van een ouderwetse enscenering (bijv. de Faggioni productie van La Fanciulla Del West die ik een aantal jaar geleden in Londen zag) is daar niet tegenstrijdig aan. Het draait om goed en slecht lijkt mij. Overigens weer eens genoten van Audi zijn enscenering van Tell. Het slot behoort tot het mooiste wat ik ooit heb gezien.

  13. Anna K
    22 februari 2013 at 14:36

    Mark-Jan, ik ben het niet met je eens. In bepaalde steden heb je gewoon geen keuze! Het is of Bieito en consorten of niets. Je wilt de mensen daar toch niet dwingen om hun opera’s voortaan alleen maar op dvd te bekijken?
    Ik kan het ook omdraaien: sinds zowat alles tegenwoordig op dvd verschijnt – waarom gaat de liefhebber van ratten in Lohengrin niet naar dvd kijken en laat de operahuizen aan traditionalisten?
    Het gaat niet om of/of, het gaat om en/en!
    Wat de angst voor bepaalde regisseurs betreft: daar doen ook (wereldberoemde!) zangers ook aan mij. Is het je nog nooit opgevallen dat je in de producties van Bieito bijna nooit een zanger van naam treft?
    En nog een vraag: gaat de opera over wat je ziet of over wat je hoort? Ja, idealiter beide, maar als je moet kiezen? Kies je voor het beeld? Dan kan je net zo goed naar een pantomime kijken. En ik wil geen antwoord van: zet dan maar een cd op!

  14. Mark-Jan
    22 februari 2013 at 15:55

    Hoi Anna,
    Bieto heeft hele goede producties gemaakt: Carmen (ook met Alagna op DVD verkrijgbaar) en Mahagonny bijvoorbeeld.
    Omdraaien gaat helaas niet: traditioneel is al geweest en kan dus op DVD gezien worden, eigentijds (ratten bijvoorbeeld) moet nog komen en gaat dus alleen in het theater 🙂
    Het blijft een leuke discussie over smaak en opvatting overigens met veel heftige reacties hier (ook van mij). Mooi toch dat opera dat allemaal kan oproepen 🙂
    Ik ga morgen eerst maar eens naar de Lucrezia Borgia in Brussel.

  15. Anna K
    22 februari 2013 at 16:21

    @Mark-Jan, daar wil ik ook heen, ik vind Guy Joosten meestal heel erg goed.
    Carmen en Mahagony vond ik walgelijk, laatste Bieito (Boris) werd hier gisteren of eergisteren besproken en het nodigt niet tot kijken.
    Ratten zijn op dvd verkrijgbaar, ook de afschuwelijke Rusalka van Kusej en ook de totaal mislukte Don Giovanni van Morabito & Vriend. Hopelijk komt niemand op het idee om Salome van Konwitschny ooit eens terug te halen. Of de Vespres van Loy. Hopelijk verdwijnt Manon L uit Brussel ook in de afvalbak.
    Maar goed, waar het om gaat is dat je niet alleen maar liefhebbers van regie theater moet bedienen en de “traditionalisten” naar dvd verbannen. Er is plaats voor beide en men moet elkaar accepteren en de operahuizen moeten varieren, Vind ik. En daar ging (en gaat) het om.

  16. Loesje
    22 februari 2013 at 16:32

    Merkwaardig dat die Lohengrin met de ratten zo wordt weggezet als iets vreselijks. Het fenomeen rat speelt hoegenaamd geen rol in de enscenering of het concept in zijn algemeenheid. Je kunt het gemakkelijk negeren of die staarten afdoen als een kledingsaccessoire. Wat overblijft is een uitstekende Lohengrin, het beste dat Bayreuth momenteel te bieden heeft al is dat een qualified compliment natuurlijk. Ik heb de voorstelling in Bayreuth gezien in 2011 en was er zeer over te spreken. Uiteraard is dat bij Neuenfels helaas eerder uitzondering dan regel.

  17. kersten
    22 februari 2013 at 17:04

    @Kasper van Kooten (`Partij kiezen voor een van beide kampen is zinloos, omdat je het succes van een regieaanpak alleen voor een afzonderlijke enscenering kunt beoordelen`): exact mijn mening,
    zoals ik die mijn reactie van 20 februari (`Met zendt Las Vegas-
    Rigoletto uit in bios`) illustreerde.

  18. Mark-Jan
    22 februari 2013 at 17:37

    …die Manon L mag overigens best blijven wat mij betreft, alleen moet de regisseur nog wat schaven aan de vierde acte, want die was nog wat rommelig. En ja, ik kan ook enorm genieten van de traditionele versie met Scotto en domingo op dvd uit de MET.
    Het zou leuk zijn om elkaar in Brussel te treffen bij Lucrezia!

  19. olivier
    22 februari 2013 at 23:09

    ECHTE OPERALIEFHEBBERS LUSTEN GEEN ROTTE APPELS

    In het hoofdredactionele artikel wordt geen recht gedaan aan de “fans”, meer dan 4000, van de beweging Against Modern Opera Productions. ‘Regietheater versus bordkarton’ lijkt mij al een onjuiste samenvatting, beter: ‘Regietheater versus librettogetrouw’.

    Dat de ruim 4000 aanhangers van Against Modern Opera Productions zouden “terugverlangen naar de klassieke producties van Franco Zeffirelli” is een karikatuur ven een steeds groter wordende groep verontruste operaliefhebbers, die met sterke argumenten hun bezwaren tegen Regietheater delen. Lees http://www.earlymusicworld.com/id44.html . Dat AMOP’ers “eensgezind nostalgisch mijmeren over vroeger” is eveneens een onzuivere aanname. AMOP’ers maken zich juist zorgen om de huidige situatie in operaland en tonen zelfs empathie voor de nog steeds talrijke operabezoekers die zich door de fraudeurs van het Regietheater laten misleiden. Dat daar soms harde woorden bij vallen, is onvermijdelijk: “Zachte heelmeesters etc.” immers!

    Het is ook onjuist om AMOP’ers te vergelijken met ontevreden bezoekers van de groenteman: “Je bent zot op appels, maar dan besluit je groenteman alleen nog maar peren te verkopen…” De correcte vergelijking is: “Je bent zot op appels, maar dan besluit je groenteman alleen nog maar rotte appels te verkopen…”

    Is de Traviata van Willy Deckers een voorbeeld van “indrukwekkende diepgang”? Willy Decker is een kruimeldief vergeleken bij recidivisten als Konwitschny, maar had die Traviata “diepgang”? Met die uiterst banale klok, en de totaal verkeerd begrepen I Bollenti Spiriti?

    Ook de term “ouderwetse producties” doet de Regietheater-critici geen recht (“Wat maakt het jou uit dat iemand graag ‘ouderwetse’ producties ziet?”). Het zijn geen ouderwetse producties waarnaar zij streven, maar librettogetrouwe producties, die uitgaan van (het genie van) de componist en niet van de waan van de dag.

    Dat het hier om een kwestie van smaak gaat (“Maar zelfs dan verandert er nog niets als operaliefhebbers zich er niet bij neerleggen dat niet iedereen hun smaak deelt”) is een platitude die geen recht doet aan de beklagenswaardige situatie van degenen die zich een rad voor ogen hebben laten draaien door de Konwitschny’s van deze wereld. Er is nog nooit één steekhoudend argument voor het actualiseren van opera’s gegeven. De goed gefundeerde bezwaren zijn daarentegen legio. Echter, mundus vult decipi ergo decipiatur (de wereld wil bedrogen worden en wordt derhalve bedrogen) oftwel: de kleren van de keizer zullen altijd hun bewonderaars houden.

    Tot slot, Margo haalt een deskundige uit onverdachte hoek aan, José Van Dam, die in niet mis te verstane bewoordingen het complete beeld schildert:

    “Er hangt een sterrenstatus rond operaregisseurs, en dat is nefast en het maakt me droevig. Meer en meer regisseurs vinden het fantastisch om met hun uitvoering internationale podia te beklimmen en om, op korte termijn, wereldwijd de media te halen. Helaas weet ik uit ervaring dat ze van de opera’s die ze hebben geregisseerd, geen kaas hebben gegeten. Ze kennen het werk niet. Ze willen koste wat het kost modern zijn en experimenteren met de kunst om hun eigen ego in de kijker te plaatsen.”

    De vinger met uiterste precisie op de zere plek.

  20. Pieter K. de Haan
    23 februari 2013 at 00:12

    Olivier, uitstekend betoog! Het gaat m.i. inderdaad niet om “modern” versus “traditioneel” maar om “Regietheater” (ik spreek liever van regisseurstheater) versus “Werktreue”.

  21. .erda
    23 februari 2013 at 03:51

    Zoals de Engelsen zeggen “I could not agree more” met wat Olivier en Buisman schrijven. Bijkomend probleem is ook dat één van “argumenten” van regietheater is ‘dat het een jong publiek aanspreekt’, en dat hebben we NODIG toch, want anders sterft het publiek dat uit “oude mensen” bestaat uit?! Daar zie/zag ik echter weinig van zolang ik nog naar de opera ging (sinds 2011/2012 ga ik alleen nog naar de MET uitvoeringen in de bios), die “jongeren” lieten op zich wachten en de zaal was overwegend “grijs” gekleurd. Veel erger is dat je jongeren niet zomaar meer naar een opera uitvoering KUNT meenemen. Ik had de gewoonte mijn kleindochter, sinds ze 11 jaar was (ze is nu 14) regelmatig mee te nemen naar de opera, en zij en ik vonden dat leuk en praatten dan over het werk, componist, genre etc. een operaliefhebster in de maak dus. Maar dat kan dus nu niet meer, zonder dat ik me eerst van de “regie” ofte het “concept” van de regisseur op de hoogte stel, liefst met foto’s erbij. Het zal wel aan mij liggen (ben 64) maar ik vind nl. een decor vol naakte vrouwen, al dan niet met SM attributen en een spermaslikkende sopraan (Traviata Brussel) geen beeld voor een jong meisje van 14! Dus kijkt ze thuis naar mijn “oude” DVD’s (Traviata met Domingo en Stratas bv.) En ja, ze gaat ook graag mee naar de MET uitvoeringen, (alhoewel, ze vond die Traviata met de klok ook maar niks) . ’t Kind houdt van Wagner, zit uren voor de TV met mijn nieuwe DVD’s van de Ring uit de MET (die is dan ook mooi!) maar voor de “nieuwe” Parsifal die eraan staat te komen weet ik het nog zo net niet. Misschien toch maar eens eerst zelf gaan kijken voor ik ze meeneem.

  22. Antonio
    23 februari 2013 at 08:24

    Ik wilde alleen maar opmerken dat AMOP zelf zeer tevreden was met het artikel en heeft het op zijn site geplaatst, 22 uur geleden.
    Good kijken, Olivier!

  23. Antonio
    23 februari 2013 at 08:38

    e.rda -als ik mij niet vergis dan vond u de nieuwe Rigoletto uit Las Vegas mooi? Dat schreef u zelf?

  24. .erda
    23 februari 2013 at 10:35

    @antonio. Jazeker, ik vond de nieuwe Rigoletto mooi en genietbaar. Inderdaad, totaal uit de tijd gerukt, maar NIET uit verband. Tenminste zo heb ik dat ervaren. Rigoletto is nog steeds een “beschermende” vader, Gilda een naïef meisje en de Graaf een rokkenjager zonder scrupules. Respect voor het werk dus, zo niet naar de tijd, dan toch naar de inhoud. (Die halfnaakte paaldanseres had er voor mij niet in gehoeven, maar alla, tot daar aan toe dan) Ik ben niet à priori tegen “vernieuwing” WEL als deze vernieuwing schaamteloos de essentie van het werk negeert. Hebt u de Lohengrin van de Scala gezien? Weg held, een epileptische angsthaas in de plaats, Elza – weg prinses van Brabant, daarvoor een zichzelfzelfverminkend neurotisch meisje met incestueuze neigingen (of vindt u het feit dat ze haar broertje als “mein Gatte” begroet logisch? En zo kan ik nog wel even doorgaan. OOK heb ik iets tegen ” vernieuwing” wanneer deze allen maar dient om de politieke, seksuele of andere frustraties van de regisseur te dienen (zie oa. mijn opmerkingen over Traviata in Brussel). Sex op de scene, hakenkruisen, naakte mannen op WC potten, kinderverkrachting etc. etc. En ik blijf bij mijn stelling dat regietheater geen plek is om kinderen mee naar toe te nemen. En dat mag u gerust “ouderwets” van me vinden. Dergelijke scènes werden in mijn stad vroeger alleen vertoond in speciaal daarvoor bekende bioscopen, waar dan duidelijk “kinderen niet toegelaten” op de deur stond! (En waar mijn ouders met een bocht omheen liepen als we toevallig door die straat moesten lopen). Maar onder het mom van “dit is kunst” moet je dat allemaal accepteren. Er was vroeger ook naakt in de kunst, de David van Michelangelo, of Venus van Botticelli etc.etc., maar er is nog altijd een verschil tussen kunst en porno hoewel: sommige mensen zullen porno ook een vorm van kunst vinden neem ik aan, die moeten dan de daarvoor geëigende kanalen bezoeken, maar uit de opera liefst wegblijven. Ik kan met de beste wil van de wereld in brutaliteiten, vuil, bloed, grofheid … (En ga zo maar door) geen kunst zien.

  25. Antonio
    23 februari 2013 at 10:57

    Dan zijn we het met elkaar eens, e.rda.
    Wat ik alleen wilde zeggen is dat niet alles wat wordt gemoderniseerd slecht is. Het moet herkenbaar blijven, al speelt zich op Mars. Het moet logisc zijn. Het moet ook consequent zijn. Er zijn genoeg voorbeelden van goede moderne regie, zoals de prachtige Rigoletto.
    En er zijn genoeg goede, moderne regisseurs, maar de namen werden al genoemd: Carson, McVicar, Pelly, Joosten en nog een paar.
    Zelfs Py heeft zijn goede dagen: hij verpestte Romeo en Julia in Amsterdan, maar zijn Hugenoten in Brussel vond ik geniaal.

  26. Laura
    23 februari 2013 at 11:20

    En nu krijgen we weer deze aloude discussie, waar het zinloos is om stelling in te nemen. Laat me verduidelijken wat voor mijzelf een productie geslaagd of minder geslaagd maakt:

    Van mij mag een regisseur doen en laten wat hij wil, zolang hij maar de emotionele kern goed communiceert. Dat vind ik geweldig aan Decker, de abstractie werkt, precies omdat hij de emotionele kern overeind laat. Ook in Py’s Romeo et Juliette bleef de emotionele kern overeind, en werd zelfs versterkt door de op Sebrenica gebaseerde situatie van total war. Warlikowsi’s Macbeth van hetzelfde laken een pak: alles, van het gebruik van filmbeelden tot de griezelig gemaskerde kinderen op de achtergrond droegen bij aan het verhogen van de impact van de emotionele kern.

    In Konwitschny’s Salome bleef deze emotionele kern niet overeind – die was juist helemaal zoekgeraakt. Hetzelfde in Loy’s Vepres, en de recente Mozart/Daponte opera’s bij DNO.

  27. olivier
    23 februari 2013 at 11:38

    We verzanden in details. Kunnen degenen die het Regietheater aanhangen of tolereren nu eens helder antwoord geven (om te beginnen) op de eenvoudige vraag: waarom is modernisering of “actualisering” van opera eigenlijk nodig? Wat voegt het toe aan, of waarom is het beter dan, een librettogetrouwe uitvoering? Ik hoor zo ontzettend weinig ARGUMENTEN van de andere zijde. Ik geef toe, de argumenten zijn waarschijnlijk moeilijk te vinden, maar probeer de discussie eens boven het hap-snap niveau uit te tillen van “en dat vond ik mooi, en die is wel goed, en daar heb ik van genoten” etc. etc. Om tegen deze laatste regel meteen even te zondigen: als “goede, moderne regisseur” wordt genoemd Robert Carsen. Ooit zijn anti-Butterfly gezien? Laat ik mij inhouden en simpelweg met José Van Dam constateren “Ze kennen het werk niet”.

  28. Loesje
    23 februari 2013 at 13:38

    Olivier, u bedoelt toch niet die Butterfly die Carsen voor de Vlaamse Opera heeft gedaan? Dat vond ik een prachtige productie en tevens trouw aan het werk.
    Iets anders:
    Tot aan de dood van Cosima werden Wagners opera’s in Bayreuth uitgevoerd zoals de Meester die zelf had gezien. Ook al was Cosima zelf (aanvankelijk?) niet zo blij geweest met de kostumering en verdere aankleding die ze afdeed als ‘ethnografische flauwekul’. Na Cosima’s(en Siegfrieds) dood stonden Winifred en Tietjen aan het roer in Bayreuth. De oude spullen verdwenen en er werden voorzichtige vernieuwingen doorgevoerd, tot groot ongenoegen van de Alt Wagnerianer. Na de herstart van de Festspiele was het Wieland die een begin maakte met een andere aanpak. Hij volgde niet meer letterlijk de aanwijzingen van zijn grootvader (die hij overigens niet zo hoog had zitten omdat opa’s goddelijke status in Bayreuth tot gevolg had gehad dat zijn vader Siegfried nooit een kans had gekregen als componist van nieuwe opera’s, hij schreef er 16)maar gaf een eigen interpretatie aan het werk. Zo werd het Regietheater geboren, inmiddels zestig jaar geleden. Ik ga er zonder meer van uit dat dit Wagners goedkeuring kon wegdragen, niet alles tot in detail, maar het principe dat zijn werk niet moest worden uitgevoerd als museumstuk.
    Inmiddels is regietheater een scheldwoord geworden als gevolg van producties die confronterend zijn om wille van het confronteren, soms op het ziekelijke af. Dat neemt niet weg dat theatermaken zoals Wieland Wagner dat heeft geïntroduceerd en zoals de generatie na hem met namen als Kupfer, Lenhoff en Decker een enorme impuls hebben gegeven aan het genre muziektheater waarvan opera de belangwekkendste representant is.
    Misschien moeten we voortaan maar spreken van muziektheater als we op dit genre doelen en de term Regietheater reserveren voor die producties waarin de regisseur strikt zijn eigen ding wil doen en daarbij bestaande muziek en libretto ‘leent’ om zodoende mee te liften op de roem van anderen. Voorbeelden zijn Bieito’s Entführung in Berlijn en Gilliams Faust bij de Vlaamse Opera (eerder op deze site besproken).
    Het ultieme voorbeeld van muziektheater (regietheater uit de tijd voordat dit een scheldwoord werd)is voor mij de Ring van Chereau, een keerpunt in de operageschgiedenis.

  29. olivier
    23 februari 2013 at 13:59

    (@ Loesje: je hebt gelijk, ik bedoel niet Robert Carsen, maar die andere Robert, Robert Wilson, met zijn houtenklazenbutterfly.)

  30. Laura
    23 februari 2013 at 18:50

    “waarom is modernisering of “actualisering” van opera eigenlijk nodig? Wat voegt het toe aan, of waarom is het beter dan, een librettogetrouwe uitvoering?”

    En wat is een librettogetrouwe uitvoering eigenlijk? Zit de aankleding bijvoorbeeld gecodeerd in het libretto? In de recente Rigoletto uit de Met wordt immers bij mijn weten op geen enkele manier aan de tekst gesleuteld.

    Opera wordt levend gehouden door regisseurs die zich telkens afvragen “waar gaat dit stuk eigenlijk over? Waar zit de kern?” en zich vervolgens bedenken “hoe kan ik die het effectiefst overbrengen op een 21ste-eeuws publiek?”. Het publiek van tegenwoordig is namelijk niet meer dat van de 19e eeuw, en andere beelden spreken ons meer aan.

    De vraag is eigenlijk: wat willen we met opera? Is het een museumstuk dat altijd maar op ruwweg dezelfde manier opgevoerd moet worden? Of is het een levende kunst die nieuw leven ingeblazen kan worden door een regisseur?

    Als we Griekse tragedie of Shakespeare op een “historisch verantwoorde” manier op de planken zouden brengen, dan zou iedereen prompt van ellende in slaap vallen of weglopen. In het theater is het allang gemeengoed dat een regisseur iets moet doen om van een oud stuk iets aansprekends te maken.

  31. olivier
    24 februari 2013 at 00:38

    Fijn dat eindelijk iemand een dappere poging doet het Regietheater te rechtvaardigen en zich daarmee, uiteraard, kwetsbaar opstelt. Laten we daarom niet te hard oordelen, hoewel een zinsnede als “Opera wordt levend gehouden door regisseurs (…)” wel om een verbale oorvijg vraagt. Maar de zalvende woorden van Jordi indachtig, zullen wij niet aan deze neiging toegeven, maar enkele goedaardige kritische kanttekeningen plaatsen bij deze manmoedige, maar helaas tot mislukken gedoemde poging. Er wordt gesteld: “Opera wordt levend gehouden door regisseurs die zich telkens afvragen “waar gaat dit stuk eigenlijk over”(…)”. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat opera levend wordt gehouden door Verdi, Puccini en Bellini… Als ik van opera geniet waar geen regisseur aan te pas komt -denk aan concertante uitvoeringen, het beluisteren van een cd, e.d.- luister ik dan naar “dode opera”?

    Een wereld van misverstanden, bedrog, egotripperij en modernistische nonsens gaat schuil achter het woordje “eigenlijk”: “waar gaat dit stuk EIGENLIJK over”. Een opera gaat inderdaad ergens over, maar gaat niet EIGENLIJK over iets anders. Dat is wat op hun eigen emplooi beluste regisseurs ervan maken (de beroemde kleren van de keizer) en helaas trappen velen erin, uit angst om de trendy boot te missen. Waar een opera over gaat, eigenlijk of niet: lees het libretto, dames en heren, DAAR gaat de opera over. “Waar zit de kern?” Niet bij de gekunstelde hersenschimmen van een regisseursjandoedel, de kern zit in de MUZIEK.

    Het bovenvermelde misverstand wordt steevast vergezeld van een andere riedel, namelijk dat beelden uit het verleden ons niet meer aanspreken (Rijksmuseum kan dicht blijven). Het is niet goed te begrijpen waarom muziek die in het verleden gecomponeerd is, ons blijkbaar nog WEL steeds aanspreekt, en de beelden die bij deze muziek horen, NIET. En nog minder te begrijpen is het dat de operaliefhebber gebaat zou zijn bij beelden die storende conflicten opleveren met de tekst, en dientengevolge met het karakter van de opera zelf. De schrijnende voorbeelden zijn legio.

    De vraag “Is het [opera] een museumstuk (…)?” kan met een volmondig JA beantwoord worden. Wat is er tegen een museumstuk in de goede zin des woords? Waarom zou een regisseur een onsmakelijke hap uit een kunstwerk moeten nemen dat in zijn ongedeeldheid geniaal is? Waarom zouden wij ons laten koeioneren door een regisseur die voor ons bepaalt wat “de kern” van een opera is? Waarom zouden wij ons laten aanleunen dat wij niet kunnen genieten van een setting die uit een andere, voorbije wereld komt? En waarom zouden wij ons op banale wijze moeten laten voorkauwen dat de thematiek in een negentiende-eeuwse opera “van alle tijden is, dus ook de onze” Mochten wij al behoefte hebben om een “thema van alle tijden” te ontdekken (ik heb er zelf weinig last van), kunnen wij dat dan niet zelf?
    Ik vrees dat er een hele generatie operagangers is opgegroeid die niet beter weet dan dat opera iets is dat door een regisseur gemaakt wordt. Muzikale omlijsting: G. Verdi. O ja, er komen ook nog een dirigent, een orkest en zangers aan te pas. Wie zo denkt, is ook niet ver van de onzinnige vergelijking met toneel, waar ik uit respect voor bovenstaande bijdrage maar niet verder op in ga.

    Het goede nieuws is dat bij steeds meer mensen de schellen van de ogen vallen, zie de spectaculaire groei van de FB fans van Against Modern Opera Productions, nu al meer dan 4000!

  32. Leen Roetman
    24 februari 2013 at 10:27

    @olivier ‘waarom is modernisering of “actualisering” van opera eigenlijk nodig?’
    Michael Haneke geeft het antwoord: ‘”Trying to reproduce pure historical reality is an illusion. We don’t know exactly how opera was at the end of the 18th century. We only have images from the last 70 or 80 years. We have a duty to transpose the work to the present”.
    (Haneke regisseert Così fan tutte in Madrid.)
    En ik kan best genieten van een setting die uit een andere, voorbije wereld komt. Alleen: dat kan ik maar 1 keer. Ik moet er niet aan denken altijd maar weer dezelfde ‘nostalgische’ ensceneringen te zien.

  33. Buster
    24 februari 2013 at 10:39

    Caligula is de Nederlandse premiere – er bestaat zelfs een opname van de opera, zie ik.

  34. olivier
    24 februari 2013 at 11:31

    Beste Leen, zullen we het antwoord van Haneke, die uiteraard voor eigen parochie predikt, eens onder de loep nemen? Hanke stelt:

    ”Trying to reproduce pure historical reality is an illusion. We don’t know exactly how opera was at the end of the 18th century. We only have images from the last 70 or 80 years. We have a duty to transpose the work to the present”.

    1: Er is geen mens die beweert dat opera “pure historical reality” voor het voetlicht moet brengen. Te stellen dat pure historical reality een illusie is, is dus een slag in de lucht, oftewel een kulargument.
    2: “We don’t know exactly how opera was at the end of the 18th century”. Afgezien dat wij een heel goed beeld hebben van de operapraktijk in voorbije tijden, gaat ook dit argument aan de essentie van de discussie voorbij. Wij hoeven helemaal niet “exactly” te weten hoe de historische operapraktijk was om een librettogetrouwe uitvoering voor te staan.
    3: “We have a duty to transpose the work to the present.” Een ontluisterend staaltje van dom en onzuiver redeneren, deze conclusie. En nergens op gebaseerd, zeker niet op de twee daaraan voorafgaande beweringen. Met evenveel recht kun je de conclusie trekken “We have a duty to carefully study how opera was at the end of the 18th century”.

    Nee, Leen, Haneke is, ik geef het toe, een makkelijke schietschijf en bewijst de zaak van het Regietheater bepaald geen goede dienst met dit aan alle kanten rammelende betoog.

    Dan de kwestie van de “altijd maar weer dezelfde ‘nostalgische’ ensceneringen”. Ik ken geen voorstanders van ‘nostalgische’ ensceneringen, wel van librettogetrouwe ensceneringen. Dat librettogetrouwe ensceneringen onderling heel verschillend kunnen zijn, behoeft geen betoog. Denk je echt, Leen, dat mensen vóór pakweg 1965 maar één keer in hun leven naar dezelfde opera gingen?

  35. Loesje
    24 februari 2013 at 11:40

    In mijn eerdere bijdragen heb ik geprobeerd enige nuancering aan te brengen in de discussie, zonder resultaat.
    Het blijft een zwart wit verhaal, er wordt gesproken over appels en peren resp. appels en rotte appels etc.
    Laten we eens kijken naar drie Traviata’s:
    ROH (Solti, Gheorgiu), Salzburg (Decker, Netrebko), Brussel (who ever). In de fruitmetafoor zie ik daar een appel, een peer en een rotte peer.In mijn beleving zou de munitie beter gericht kunnen worden op de rotte peren, niet op eetbare peren.

  36. olivier
    24 februari 2013 at 12:07

    Loesje, ik probeer een discussie te voeren op argumenten, waarbij het mij niet zoveel uitmaakt of het nu een zwart-wit verhaal is of niet (ik ben bang dat het dat is). Ik vind, met alle respect, een bijdrage in de zin van “dit vind ik mooi, dat vind ik niet mooi” niet constructief. Mag ik je iets vragen? Leen haalt een redenering van Haneke aan, een redenering die ik met argumenten heb ontzenuwd, of, zo je wil, heb trachten te ontzenuwen. Wat vind je van Hanekes argumenten (if any), heb ik met mijn analyse van zijn betoog gelijk of ongelijk? En als mijn analyse niet klopt, waar laat ik dan steken vallen?

  37. Laura
    24 februari 2013 at 12:58

    Beste Olivier, ik (en anderen hier met mij, zie ik aan de specifieke voorbeelden die worden aangehaald en dus wel relevant zijn) beoordelen operavoorstellingen op andere criteria dan simpelweg librettogetrouwheid. Ik heb geprobeerd uit te leggen wat voor mijzelf een goede operavoorstelling is en dat dat best hand in hand kan gaan met regietheater, wellicht zelfs vaker hand in hand gaat met moderne voorstellingen dan met klassieke ensceneringen. Dat betekent niet dat ik al het regietheater geweldig en verdedigbaar vind: Salome van Konwitschny sloeg als een tang op een varken, en zo kan ik nog wel een aantal voorstellingen noemen.

    Maar ja, je bent zo belust op je eigen gelijk (traditioneel=goed, een regisseur die nadenkt en zelf een stempel op een voorstelling drukt=slecht) dat ik het verder hierbij laat.

  38. Loesje
    24 februari 2013 at 13:19

    Olivier, ik ben het met je eens dat Haneke wel een erg makkelijke schietschijf is. Met name een opmerking als ‘We have a duty to transpose a work tot the present’ wekt de indruk als zou er een hogere macht in het geding zijn die regisseurs ergens toe verplicht.
    Mijn punt is dat ik in je betoog wel de producties van mensen als Bieito en Konwitschny herken maar niet bv. Friedrich en Chereau.
    Ik heb er zelf geen enkele behoefte aan om tijdens een operavoorstelling verplaatst te worden naar een abattoir, een concentratiekamp, Gaza of Bosnië. Een regisseur hoeft mij niet op de zelfkant van het leven te wijzen, laat staan het uit te spellen. De geschiedenis laat een grote mate van continuïteit zien, zeker waar het de tekortkomingen in het gedrag van mensen betreft. Momenteel ben ik toevallig The Grandinquisitors Manual van Kiersch aan het lezen. Wat opvalt is de vrijwel volledige overeenkomst in de wijze waarop de Spaanse Inquisitie de Joden in Spanje behandelde en de wijze waarop Hitler dat een paar eeuwen later in de rest van Europa zou doen. Intense slechtheid is van alle tijden, en om dat steeds weer onder de aandacht te brengen van een nieuwe generatie zodat men minder snel in oude fouten vervalt, is het wenselijk die thema’s te behandelen. Dat dient in mijn beleving wel te gebeuren in de vorm van ‘eigen werk’. Daar heb je helemaal geen opera voor nodig. Gewoon een film of een toneelstuk voldoet uitstekend.
    Als je een film kunt maken zoals The Deer Hunter of The killing fields waarom zou je de betreffende problematiek dan met geweld in een opera proberen te persen?
    Wil je iets nieuws, maak dan zelf iets nieuws. En leen niet de muziek en de naam van een componist als illustratie van je eigen idee. Terry Gilliam zou heel goed hebben kunnen volstaan met een film om de problematiek te behandelen die hij nu in zijn Damnation de Faust voor de Vlaamse Opera aan de orde stelde. En met een film bereik je een groter publiek, een win win situatie.
    Maar ik wil toch af van het zwart wit idee. Zoals ik in de eerste reactie op dit artikel al stelde: er is echt wel iets tussen Otto Schenk en Calixto Bieito.

  39. kersten
    25 februari 2013 at 13:39

    Interessante discussie, die nog interessanter zou zijn als deze
    gevoerd werd ihkv een komend referendum onder operaliefhebbers
    over operaprogrammering en de wijze van uitvoering hiervan, een
    scala bestrijkend van aartsconservatief tot ultramodern.
    (Ik vermoed dat`gematigden`als ik in aantal de 4000 zoveel
    ver te boven zou gaan.)
    Maar gaat u verder!

  40. Antonio
    25 februari 2013 at 13:55

    @Kersten – onder de 4000 + fans van AMOP is minstens 80% gematigd, net zoals ik. En er zijn er ook een paar enorme fans van het “regietheater”. Hoe hadden anders de felle discussies plaats te kunnen vinden?
    Leuke site, zonder meer, de moeite waard om er eens een kijkje te nemen….

  41. kersten
    25 februari 2013 at 14:37

    In dat, nuancerende, geval wil ik mij best AMOPPER noemen.
    (sorry voor dat taalslordige `zou` in de een na laatste regel
    van mijn vorige reactie)

  42. Gerard Rooker
    23 mei 2017 at 16:52

    Operaregisseur is m.i. een dienend beroep. In de huidige tijd stellen regisseurs zich op als dirigenten die meenden veranderingen in de partituur te moeten maken om deze te ‘verbeteren’. Als een regisseur meent dat zijn ideeën erg belangrijk zijn kan hij deze wellicht in het programmaboekje laten opnemen. De operaliefhebber heeft evenwel het recht een productie mee te maken die respect heeft voor componist en librettist. Het gaat zeer zeker niet om vernieuwing als doel en zeker niet om het ego van de regisseur. Een zekere mate van abstrahering, zoals in de Monteverdiproducties van Pierre Audi,kan acceptabel zijn, maar het is volstrekt ridicuul de handeling naar een geheel andere tijd te verplaatsen en Wotan in een modieus maatpak te laten rondlopen.
    Juist door de beperkingen die een verantwoordelijke zich zou moeten opleggen, kan de creativiteit worden gestimuleerd.
    Wat ik mis bij uitvoeringen is de aanwezigheid van de regisseur na afloop van de opera. Ik kan mij voorstellen dat het publiek de reacties wil specificeren: voor de ene zanger wordt vaak harder geklapt dan voor de andere. als de regisseur inderdaad zo belangrijk is als hij meent te zijn, dient hij na iedere voorstelling op het podium te staan en a.h.w. verantwoording af te leggen. Persoonlijk had ik vaak hard boe geroepen, ik heb dit echter niet gedaan vanwege meestal voortreffelijke musici.
    Waren er maar meer zangers en dirigenten als José van Dam, als er meer grote musici zouden weigeren mee te werken aan de soms absurde ideeën van vooral zichzelf op de voorgrond stellende regisseurs, zouden deze zich wellicht bescheidener, meer dienend opstellen.

    Gerard Rooker

  43. Leen Roetman
    23 mei 2017 at 22:56

    Ik hoop, maar denk ook, dat het einde in zicht komt…BEN er klaar mee!