Operarecensie

Don Giovanni in herfsttinten in de Met

Kan er nog wat misgaan aan een Don Giovanni, exact 224 jaar na de wereldpremière in Praag? Weinig, zo bleek tijdens de zoveelste high-definiton en high-quality uitzending vanuit de Metropolitan Opera in New York. Er was weinig te klagen, al legde hoofdrolzanger Mariusz Kwiecien in de pauze wel even de vinger op een zere plek.

Luca Pisaroni als Leporello (foto: Marty Sohl / Metropolitan Opera).

Bas-bariton Luca Pisaroni heeft zijn veelzijdigheid als zanger inmiddels meer dan bewezen. De afgelopen jaren was hij veelvuldig in Nederland te zien in rollen bij De Nederlandse Opera. Hij zong de hoofdrol in één van de grotere successen uit de DNO-catalogus, Hercules in Ercole Amante. En in twee van de drie delen van de Mozart/Da Ponte-cyclus van het duo Morabito en Wieler was hij te zien, als een Figaro achter een pc en als Guglielmo op de draaischijf in Così fan tutte.

Ook zong hij in Dido and Aeneas en verder gaf hij afgelopen maart als liedzanger zijn eerste recital in het Concertgebouw, dat in de recensie op Place de l’Opera een glansrijk debuut heette.

Dit seizoen is het niet het Vondelpark waar hij overdag zijn honden uitlaat, maar kun je hem in Central Park tegenkomen. Zaterdag zong hij Leporello bij de Metropolitan Opera. Vocaal en tekstueel zal dat allang geen uitdaging meer vormen voor de in Venezuela geboren Italiaan. Hij hecht veel waarde – zo bleek uit een pauze-interview in de HD-uitzending – aan het afstemmen met zijn tegenspeler, Mariusz Kwiecien als Don Giovanni. En als Kwiecien er tegen kan dat zijn collega voortdurend scherper, geestiger en gearticuleerder acteert, dan is die mogelijk óók tevreden over de samenwerking.

Pisaroni stal de show, met zijn constante, stoere vocalen en met zijn acteren, waarbij regisseur Michael Grandage hem kennelijk veel, ik denk zelfs iets te veel, ruimte gaf om te stralen en soms wat te schmieren.

Natuurlijk, Marius Kwiecien is een prima Don Giovanni, die elders ervaring opdeed en nu in deze rol debuteerde bij de Met. Mozarts opera heet Don Giovanni, het gaat over Don Giovanni, iedereen in het verhaal wordt op een bepaalde manier aangeraakt door Don Giovanni. En toch… het lijkt me lastig om met het vocale en dramatische materiaal dat componist Mozart en librettist Da Ponte aanreiken de rol inhoud te geven.

Er valt zoveel te zeggen over de man die – we weten het uit betrouwbare bron, van Leporello – 2065 vrouwen afwerkte. Maar van die gelaagdheid en complexiteit van het karakter van Don Giovanni was te weinig te zien. Er was in zijn rol, in de regie van Grandage en in de videoregie nauwelijks een moment dat Kwiecien iets anders deed dan bewegen en zingen. Een moment verstillen, vertragen, dat kan grote impact hebben en die momenten waren er niet.

Het andere duo, Masetto en Zerlina, was uitstekend gecast. Ik vond Mojca Erdmanns Zerlina fantastisch, met een stralende, tikje geamuseerde lach en glasheldere vocalen. Masetto werd gezongen door Joshua Bloom. Nog jong, nog wat ongevaarlijk, maar ik zou er naar uitkijken om hem een keer een Don Giovanni te zien doen. Hij zong al eerder de rol van Massetto bij de Met, en in zijn geval lijkt me dat wegens succes geprolongeerd.

De casting voor deze productie was zeker op vocaal gebied heel goed gelukt. Dat bewees ook het andere duo, Donna Anna en Don Ottavio. Prima stemmen, waarbij Marina Rebeka in haar solo het drama van haar leven prachtig wist neer te zetten. Ramón Vargas was als een competente Ottavio een hoorbare publiekslieveling, maar ik zag aan Vargas niks dat me boeide of meesleepte.

Alleen, en hopend op haar misschien wel laatste kans om de liefde te vinden, is Donna Elvira. De Milanese Barbara Frittoli was een statige, dramatische vrouw, zich volledig bewust van de kansen die ze mist in haar leven en van onvervuld verlangen. Aan het eind van het verhaal kondigde ze aan het klooster in te gaan, in mijn ogen een dramatisch moment dat echter een lachje door de bioscoopzaal liet golven.

Mojca Erdmann als Zerlina en Mariusz Kwiecien als Don Giovanni (foto: Marty Sohl / Metropolitan Opera).

Ook alleen en nogal dood was de Commendatore. Ik mag er graag één horen die dreigend en grommend Don Giovanni naar de hel roept. Štefan Kocán was van het prima soort, in een mantel en met Hulk-groen gezicht leidde hij de Don in een mooie scène naar diens einde.

De vraag was of het Met-orkest onder Fabio Luisi de kleur van Mozart aan de muziek kon geven, en dan graag niet al te verzadigd en wollig. Wel, dat deed het zeker. Het gaat wat te snel om Luisi nu al dood te verven als de ultieme opvolger van Levine, maar zijn veelzijdigheid is evident. In Don Giovanni hield hij met het orkest het tempo er lekker in, goed aansluitend bij de bepaald vlotte regie van Grandage. Hij schakelde zelf vanwege dat tempo vlug tussen dirigeren en zijn continuo-spel bij de recitatieven.

Met de videoregie hadden we pech. De regisseur kreeg van haar cameramensen te vaak shots aangeboden die niet goed stonden, onscherp waren of de handeling misten. Het was echt minder dan het niveau dat de Met in HD meestal levert.

Kortom, veel om een aangename avond opera te beleven. Dat de regie een hoog tempo en veel beweging had gekozen, sprak me aan. Maar mijn grootste bezwaar tegen deze in herfstbruine tinten en zacht belichte uitvoering zat hem in de volkomen ongelaagde en schijnbaar ondoordachte aanpak.

Het formuleren van die kritiek kan ik goed aan hoofdrolspeler Mariusz Kwiecien overlaten. In het pauzegesprek met presentatrice Renée Fleming was hij even iets te eerlijk in een poging de aanpak van regisseur Michael Grandage samen te vatten: ,,Nothing new.” De spijker op zijn kop.

Vorig artikel

Youtube-portret: Ildar Abdrazakov

Volgend artikel

Opera Studio presenteert zich met Giovanni

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

2Reacties

  1. joseph
    1 november 2011 at 12:55

    Als gewone operaliefhebber heb ik enorm genoten van de vertoning in het MET. Zeven hoofdrollen, zeven topprestaties. Wat ons vooral opviel is de prachtige stem van Marina Rebeka, wellicht een nieuw fenomeen in de operawereld. Kippenvel kreeg je er van.
    Wat de kritiek betreft, die wordt altijd gegeven door professionelen of
    collega zangers. (en dit is geen kritiek ). In ieder geval, na afloop van de opera, niets dan glunderende gezichten bij het verlaten van de zaal.( Uitverkocht) Het publiek heeft weer genoten, en dat is wat telt.

  2. 3 november 2011 at 00:13

    Ook ik heb weer optimaal genoten van de enorm voortvarende Don Giovanni van Mozart. Ik heb me geen enkele ogenblik verveeld. Fantastische zang van alle rollen. Wat Joseph echter memoreert van Marina Rebeka, kan ik niet beamen. Ik vond haar in de hoge tonen wat schel. Geen fraaie stem, hoewel overtuigend zingend in haar rol.
    Ik vond het een prachtige voorstelling!! Chapeau!!