FeaturedOperarecensie

Fidelio: ode aan een sterke vrouw

Bij het geluid van Emma Bell verbleekten alle anderen. Dat somt de uitvoering van Fidelio bij de NTR ZaterdagMatinee wel op. De Britse sopraan domineerde de zaterdagmiddag in het Concertgebouw en bewees zich een treffende match voor Beethovens ongewoon krachtige operaheldin.

Emma Bell (foto: Paul Foster-Williams).
Emma Bell (foto: Paul Foster-Williams).

Vrouwelijke hoofdpersonen in opera’s dragen weliswaar vaak het predicaat heldin, maar vullen die rol doorgaans nogal lijdend en feminien in. Ze zuchten, steunen en pinken een traantje weg, waarna ze in de meeste gevallen ofwel door hun mannelijke held gelukkig worden gemaakt (Pamina, Cenerentola), ofwel het loodje leggen (Violetta, Mimi), ofwel zelfmoord plegen (Butterfly, Dido).

Zo niet Leonore, de moedige vrouw die zich in Beethovens enige opera Fidelio verkleedt als man om in de gevangenis te kunnen werken waar haar echtgenoot, Florestan, zit opgesloten. In plaats van haar zielenleed aan jan en alleman mee te delen, pantsert ze haar hart en gaat ze vastberaden de strijd aan met de onrechtvaardige gouverneur die haar man heeft vastgezet. En als die op het punt staat om haar echtgenoot te vermoorden, springt ze voor hem en roept (vrij vertaald): ‘Over mijn lijk!’ Je ziet Florestan haast achter haar brede rug wegkruipen…

Zaterdagmiddag werd deze bijzondere vrouw uit het operarepertoire vertolkt door sopraan Emma Bell. Zwaar geschut uit Engeland, zo bleek alleen al toen ze met haar do-re-mi’s in de inzingkamer de koffiekopjes drie foyers verderop liet trillen op hun schoteltjes. En ook in de Grote Zaal zelf kwam ze groots en imposant voor de dag.

Bell zette een standvastige Leonore/Fidelio neer, die wel blijk gaf van haar gevoelens, maar door dat alles heen slechts dat ene doel voor ogen bleef houden: haar man bevrijden. Nu en dan had ik het idee dat ze wat moeite had om haar grootse instrument juist te doseren, en haar uitspraak was niet altijd je van het, maar haar interpretatie stond als een huis en de rest van de cast kon vocaal gezien enkel schuilen in de schaduw van haar stem.

Het verhaal van spreker Stephan Rehm benadrukte het ‘heldinnendom’ van Leonore. Rehm kroop aan de hand van Rocco’s Erzählung van Walter Jens in de huid van een oud geworden Rocco, die terugkijkt op zijn tijd als gevangenisbewaarder en zijn bijzondere ervaringen met de jonge ‘man’ Fidelio. Een toegankelijke, humane monoloog van een man die bekneld raakte tussen zijn plicht aan een kwade autoriteit en zijn minder kwade eigen gevoelens.

Het verhaal van ‘Rocco senior’ verving de oorspronkelijke dialogen uit Beethovens werk en diende als raamwerk voor de muzikale nummers. Dat werkte in mijn ogen heel goed in deze concertante setting. Het gaf de muziek een veel sprekender context dan de dialogen zouden hebben gedaan. Gezien het ruimhartige applaus dat Rehm ontving, dacht het merendeel van het publiek er ook zo over.

In deze Fidelio waren er twee Rocco's. De zingende Rocco werd vertolkt door Dimitry Ivashchenko (foto: Barbara Aumüller).
In deze Fidelio waren er twee Rocco’s. De zingende Rocco werd vertolkt door Dimitry Ivashchenko (foto: Barbara Aumüller).

‘Rocco junior’ – de feitelijke Rocco dus – werd vertolkt door Dimitry Ivashchenko. Een prima bas, met een betrouwbare stem. Zijn dochter Marzelline werd gezongen door de lichte, heldere sopraan Sofia Fomina.

Oliver Zwarg viel mij tegen als Don Pizarro, de brute gouverneur. Hij zag er wel dreigend uit, maar wist die dreiging met zijn in de laagte weinig gefocuste stem onvoldoende uit te drukken.

Burkhard Fritz (Florestan) kon ik mij heugen als een overtuigende Siciliaan in Les vêpres siciliennes bij De Nationale Opera (2010), maar als de opgesloten Don kwam hij heel wat braver voor de dag. Hij beheerst zijn tenor tot in de puntjes, maar wist dat in dit geval niet om te zetten in een bewogen optreden. Het was wat koel en zakelijk; ik miste de ruwe, romantische emotie.

Gerrit Prießnitz leidde het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor op uitbundige wijze, niet het minst qua tempi. Dat kwam bijvoorbeeld de euforische finale zeer ten goede, maar had als nadeel dat hij soms wat door de intiemere passages racete. Zo had het prachtige koor ‘O welche lust!’ in mijn ogen veel zorgvuldiger opgebouwd kunnen worden.

Niettemin een uitvoering op het gebruikelijk hoge Matinee-niveau. Al was het niet om voor op de stoelen te gaan staan. Maar dat gebeurde dan ook niet.

Vorig artikel

Pelly's Hoffmann: een boze droom

Volgend artikel

De ins en outs van Richard Strauss' Arabella

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

7Reacties

  1. Hans van Verseveld
    30 maart 2014 at 21:56

    Nee, het was absoluut geen Matinee om na afloop op de stoelen te gaan staan juichen. De fantastische sopraan Emma Bell, die zelfs van de hondsmoeilijke aria “Abscheuliger! Wo eilst du hin?” nog een juweel weet te maken en die ook de naamgever van de opera is, kan natuurlijk niet in haar eentje het hele concert dragen, maar dat sommige rollen zó ondermaats bezet waren stemt toch tot nadenken.

    Van Florestan, Burkhard Fritz, mag je toch wel een beetje meer geluid verwachten. Een fraaie tenorino, die op rij 16 niet goed te horen is.
    Don Pizarro moet afschrikwekkend klinken, maar ook bij Oliver Zwarg mistte ik die uitstraling.
    Jussi Myllys deed z’n best om van Jaquino nog iets te maken, maar voor de Grote Zaal, was hij toch een maatje te klein.
    Marzelline van Sofia Fomina had een beetje onzeker begin, maar kleurde tenslotte heel fraai in het wonderschone kwartet “Mir ist so wunderbar, waarbij ook Dimitry Ivashchenko’s Rocco zich mooi voegde. Deze twee jonge zangers hielden verder de hele opera behoorlijk stand.
    Over Don Fernando van Konstantin Wolff zwijg ik liever.

    De grootste misser zat echter bij Stephan Rehm, die de opdracht had om de oorspronkelijke dialogen te vervangen door Rocco’s Erzählung van Walter Jens.
    Hij deed het goed, dus hem treft geen blaam.

    Natuurlijk zijn die originele dialogen soms een beetje lang en ouderwets, maar daardoor ontstaat wel een zekere interactie tussen de solisten en daar ontbrak het deze middag nou echt helemaal aan.
    De zangers liepen op en af om hun aria’s en duetten te zingen, zonder dat er enige onderlinge band te bespeuren was. Zo werd het dus een toneelstuk met liedjes en dat mag best van mij, maar dan moet er wel afgrijselijk goed gezongen worden en niet zo ongeïnspireerd als nu het geval was.

    Het RFO en het Groot Omroepkoor waren op het niveau dat wij vaste bezoekers gewend zijn en Gerrit Priessnitz bracht fijne nuances aan in een partituur, die soms best kan bulderen, maar ook hij kon deze sfeerloze Fidelio niet redden

  2. Hendrik
    31 maart 2014 at 23:53

    Florestan was zo afgeknepen aan het zingen, dat we daar wel de reden konden bespeuren, waarom hij geen enkele keer echt lief naar Leonore keek. Emma Bell kon schreeuwen, maar het was echt niets moois aan, Mauricio Fernandez mag worden vervangen, want van zangers heeft hij geen enkel verstand.

  3. Pieter K. de Haan
    1 april 2014 at 11:31

    Na meer dan 60 jaar naar stemmen geluisterd te hebben, zowel op geluidsdragers als in zalen, begin ik mij steeds meer te verbazen over de, soms grote, verschillen in beoordeling daarvan. Dat kan, behalve op verschil in deskundigheid, bv. ook berusten op de kwaliteitsverschillen van geluidsdragers, van zalen en van plaatsen in die zalen, maar ook op vooringenomenheid en de gemoedstoestanden van de beoordelaars. Bij “Fidelio” zat ik op rij 6, in feite de 3e rij, juist naast het middenpad. Burkhard Fritz (Florestan) stond dus als het ware vlak voor mij en ik was over zijn optreden zeer te spreken. Emma Bell vond ik indrukwekkend, maar had af en toe ook wel iets schreeuwerigs. De zanger, die het meeste indruk op mij gemaakt heeft, was de (echte) bas Dimitry Ivashchenko. Wat de overige zangers, de spreker, koor, orkest en dirigent betreft ben ik het grosso modo wel met bovenstaande beoordelingen eens. Al zal hij dat niet nodig hebben, toch wil ik Mauricio Fernandez in bescherming nemen. Jarenlang heeft hij voortreffelijke vocalisten naar de zaterdagmatinees weten te halen. Men bedenke, dat hij daarbij afhankelijk is van hun beschikbaarheid en van het hem ter beschikking staande budget. Een enkele misgreep kan de beste overkomen en mag geen reden zijn om hem ondeskundigheid te verwijten.

  4. stefan caprasse
    1 april 2014 at 14:57

    Ik was niet op die matinee (ik ben trouwens Belg wat overigens niet mijn schuld is :-)), daar kan ik dus niet over meepraten. Maar het valt inderdaad op dat over bv Emma Bell de ene het heeft over “een juweel weet te maken” en de andere over “kon schreeuwen” en ECHT NIETS moois aan” en dat is slechts één voorbeeld onder velen! Als onwetende lezer vraag je je dan inderdaad af wie je moet geloven…
    Maar zoals Pieter terecht opmerkt hangt een beoordeling van zoveel af: die avond al dan niet in vorm zijn van de zanger, plaats in de zaal, gemoedsstemming die avond van de hoorder, ‘deskundigheid’, (hoewel ik dat een relatief begrip vind – iedereen heeft ongeacht zijn ‘kennis van zaken’ recht te zeggen welke indruk iets op hem maakt), persoonlijke voorkeur – sommige mensen zijn onvoorwaardelijke fans van bepaalde zangers – en wat de ene ‘luid genoeg zingen’ zal noemen, zal de andere ‘schreeuwen’ noemen. Wat ook is, de ene zal vlugger tevreden zijn en de andere (ik bedoel niemand in het bijzonder) zal graag afbreken en enkelen hebben daarbij een voorkeur voor extreme tot zelfs groffe bewoordingen… Wat mezelf betreft: mijn technische kennis op gebied van stemmen is eerder beperkt, maar ik beschik intussen wel over een (heel) lange luister en zienervaring, en van daaruit beoordeel ik dan de voorstelling. De mening van de anderen (althans van de meesten) interesseert me zeer, maar ik tracht ze mijn eigen oordeel niet te zeer te laten beinvloeden en voor één slechte recentie (van wie dan ook) zal ik zeker niet thuisblijven van een produktie die me interesseert!

  5. Hendrik
    2 april 2014 at 11:23

    Ik denk dat schreeuwen feitelijk bestempeld kan worden op Emma Bell omdat haar tonenreeks totaal niet legato en met met elkaar verbonden was, het was echt noten pakken en bam. Dat is geen zingen, geen cantabile, dat is echt schreeuwen.
    En ik denk echt niet dat Fernandez moeilijk hoeft te doen over zijn budget, kom op zeg! Lees de begrotingen, het geld is er wel degelijk.

  6. Hans van Verseveld
    2 april 2014 at 13:16

    Mauricio Fernández is nou werkelijk de laatste man, die iets aangerekend kan worden. Hij is absoluut één van de allerbeste casting directors. Het verleden van de Zaterdagmatinee heeft toch bewezen, dat er steeds weer opnieuw fantastische stemmen naar Amsterdam werden gehaald in prachtige, vaak zelden gespeelde opera’s. Bij alle Rossini-Donizetti-Bellini opera’s was er nooit een rolbezetting die te wensen over liet. Grote, vaak voor Amsterdam nog onbekende zangers kregen een kans om zich te laten horen. Een enkeling groeide uit tot de lieveling van het Matineepubliek, of tot de koningin van het belcanto Nelly Miricioiù

    Het probleem zit ‘m gewoon in de huidige programmering en daar kan Mauricio niks aan doen, Daarvoor moeten we bij Kees Vlaardingerbroek zijn. De afgelopen seizoenen werden gevuld met Trovatore, Tosca en La Bohème. Mooi, maar volkomen zinloos. Een Fidelio in de Matinee hoort ook in het rijtje mooi maar niet zinvol thuis. Deze werken horen in het theater thuis en drie van de vier hiervoor genoemde werken zijn regelmatig te horen geweest in het Operahuis aan de Amstel. Zo ook Rigoletto in het komende seizoen van de Matinee.

    Ik weet natuurlijk niet hoeveel zeggenschap Mauricio Fernández heeft in de programmering van de Zaterdagmatinee, maar als dat niet veel is, dan benijd ik hem niet!

  7. Hendrik
    4 april 2014 at 22:41

    Fernandez zit er nu dik 25 jaar, tijd voor wat nieuws, frisse blik, zo lang op het pluche is niet gezond