RPhO opent seizoen vocaal verrassend
Niet met een statige symfonie of een keizerlijk pianoconcert, maar met een allerhande aan composities opende het Rotterdams Philharmonisch Orkest op 12 september zijn nieuwe concertseizoen. Opvallend goed gevuld was de Doelenconcertzaal voor een niet alledaags programma. Niet chefdirigent Lahav Shani – hij komt pas eind september terug – maar gastdirigente Dalia Stasevska, leidde een orkest op volle sterkte.
Dat gold zowel voor het openingsstuk van de Britse Anna Meredith getiteld ‘Nautilus’(een zeer luide en driftige orkestrale vertaling van een oorspronkelijk electronische compositie) als voor de uitsmijter, het symfonisch gedicht ‘I pini di Roma’(De pijnbomen van Rome) van Ottorino Respighi. Zeker het laatste onderdeel, de bomen langs de Via Appia, zorgde met zeven slagwerkers in de achterhoede van het orkest, plus het Doelenorgel voor een indrukwekkende klankgebeurtenis die het publiek tot euforisch gejuich aanzette.
Top Te Deum
Maar daartussen bood het programma een als het ware zachte vulling met werken van Luciano Berio en Jean Sibelius. Met als vocale verrassing de Griekse sopraan Aphrodite Patoulidou. Daar blijft het niet bij, want het Rotterdams Philharmonisch presenteert aan het eind van deze maand (26 en 28 september) een topbezetting in de uitvoering van hèt Te Deum van Anton Bruckner. De indrukwekkende Zuid-Afrikaanse sopraan Elza van den Heever wordt dan gesecondeeerd door de Duitse toptenor Daniel Behle en de internationaal als opera-zanger geprezen Litouwse bas-bariton Kostas Smoriginas. Chefdirigent Shani leidt het Bruckner-programma dat ook de Vierde symfonie vermeldt.
Sopraan Patoulidou liet zich zowel horen in de legendarische ‘Folk Songs’ van Berio als in het symfonisch gedicht ‘Luonnotar’ van Sibelius, eigenlijk een dramatische cantate voor solo-sopraan en orkest. De elf liedjes in ‘Folk Songs’ zijn geestig, vrolijk en geraffineerd van inhoud. Patoulidou had alle kleuren en volkse effecten in haar stem voorhanden om er een levendige voordracht van te geven. De ‘Folk Songs’ zijn in de kleine orkestbezetting licht en expressief geïnstrumenteerd met fraaie soli voor strijkers en blazers.
Gebroken ei
In ’Luonnotar’ kon Patoulidou haar fenomenale stemgeluid flink aanspreken. Sibelius vertelt het verhaal over de luchtgeest Luonnotar die watergeest wordt en onbedoeld het ontstaan van het heelal veroorzaakt, met stevige accenten in het orkest en met hoog stembereik voor de soliste. Zij klonk spectaculair. Het verhaal ontleende dichter Elias Lönnrot aan het Finse epos ‘Kalevala’. Wonderlijk mooi hoe in de vertelling de koepel van het heelal wordt gevormd uit de schaal van een gebroken ei, en kleinere brokstukken steren en maan gaan vormen, door Sibelius in betoverende klanken verbeeld.
Dirigent Dalia Stasevska droeg met het orkest de expressiviteit van het werk goed over. Zij maakte haar debuut bij ht R.Ph.O. Van oorsprong Oekraïns, groeide zij in Finland muzikaal op, en werkt daar als chef van het gerenomeerde symfonie-orkest van de stad Lahti. Vooral in de forse symfonische werken van Meredith, Sibelius en Respighi vond ik haar dirigeren nogal fors en druk in de gebaren naar de musici. Daardoor klonk het orkest meermalen bits in de uitdrukkingskracht.
Tweemaal Wagner
Wat betreft de vocale toekomst dit seizoen bij het R.Ph.O. staan er spannende zaken geprogrammeerd. In eigen beheer klinkt concertant Wagners ‘Siegfried’ op 17 april, de voortzetting van de Ring-cyclus onder leiding van oud-chefdirigent Yannick Nézet-Séguin. Voor Brünnhilde is gecontracteerd Rebecca Nash en voor Siegfried Clay Hilley. In samenwerking met De Nationale Opera speelt het orkest in een productie van Wagners ‘Tristan und Isolde’, geleid door de veelbelovende Finse dirigent Tarmo Peltokoski. Nu nog vaste gastdirigent bij het R.Ph.O. maar toekomstig chefdirigent. De ‘Tristan’ is een herneming van een productie in regie van wijlen Pierre Audi. Michael Weinius zingt Tristan, Malin Byström is Isolde. Tussen 8 en 23 februari in Amsterdam.
Verder kijken en luisteren
Deel 1 van de fameuze uitvoering van de Folksongs van Luciano Berio met Cathy Barberian.
De auteur
