AchtergrondInterviews

Rick Zwart: zingen, sporten, opera en musical

Bas-bariton Rick Zwart rondde in december zijn masteropleiding muziektheater aan de Fontys Hogeschool af. Voor klassiek zingen was hij al stevig opgeleid in Amsterdam en Londen, in Tilburg zocht hij de uitbreiding van zijn vocale mogelijkheden naar klassiek musicalrepertoire. Daarover, en over zijn zoektocht naar balans, sprak hij tijdens een wandeling in Amsterdam.

Rick Zwart: ‘Op een podium voel ik me heel erg in het nu, heel ontspannen.’ (© Joris van Egmond)

Op de laatste dag voor de lockdown, op 14 december, zat Rick Zwart op zijn racefiets, in complete wielrennersoutfit. Hij verkleedde naar een tennistenue en sloeg een golfballetje, ook daarvoor passend gekleed. De liederen die hij zong, kwamen uit onder meer Sweeney Todd en Les Misérables. En dat allemaal in een theaterzaal in Tilburg. Het was de autobiografische voorstelling Wedden om een Snicker, zijn masterexamen muziektheater aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg.

Een paar weken later, tijdens een wandeling door een Amsterdams park, kijkt Rick Zwart terug op dat eindexamen en zijn periode aan de Fontys Hogeschool. De koffie komt van een loket aan de rand van het park en al lopend vertelt hij over de bijna onmogelijke keuzes die hij moet maken. Sport is veel meer dan een hobby, maar zingen, zijn vak, is een niet weg te denken deel van zijn leven. Rick is gepassioneerd voor beide.

Zijn muzikale leven begon op de middelbare school. Hij auditeerde als brugklasser voor de schoolmusical Sweeney Todd en wedde met een klasgenoot om een Snickers wie van hen zou worden aangenomen. Ze kregen beiden een rol. ‘Ik was een sportman, als elfjarige al een beetje een mannetje. Musical leek me niet echt stoer – dat is natuurlijk onzin – maar we werden beiden aangenomen en zo werd ik verliefd op het theater.’

‘In mijn eindexamenvoorstelling – waarin ik naast het zingen een conference deed over de dilemma’s in mijn leven – was die herinnering aan hoe ik als jongen ziek thuis was en de partituur van Sweeney Todd opensloeg een emotioneel moment. Ik kreeg vlinders in mijn buik voor het theater. Ik werd verliefd op de muziek, op theater, op zingen. Mijn middelbare school maakte veel werk van de tweejaarlijkse musical, met een echt orkest en uitvoeringen in de schouwburg van Velsen. Later heb ik nog in Anatevka, Les Misérables, Jesus Christ Superstar en Jekyll & Hyde gezongen.’

Kramp

‘De muziekdocent op de middelbare school dacht dat klassiek beter bij mijn stem paste. En toen ging er een schatkamer open. Ik wist niet veel van klassiek en ontdekte die muzikale wereld. Op het Conservatorium van Amsterdam studeerde ik bij Pierre Mak en na mijn bachelor vertrok ik naar Londen. Ik werd daar op de Guildhall School of Music and Drama toegelaten tot de operaopleiding.’

In 2016 maakte Rick Zwart zijn debuut bij het Royal Opera House, in Massenets Werther onder leiding van Antonio Pappano. Hij kwam terug naar Nederland met een Master of Music en een Master of Performance op zak. Hij zong rollen bij Holland Opera en stond bij Opera Zuid in Un ballo in maschera, A Quiet Place en Fantasio. Daarnaast deed hij veel oratorium en was hij te zien in The Fairy Queen van de Duda Paiva Company en het Nederlands Blazers Ensemble.

Rick Zwart op de racefiets in zijn afstudeervoorstelling Wedden om een Snicker. (© Place de l’Opera)

Hij had in de jaren in Amsterdam en Londen weinig aan sport gedaan en zich helemaal op de muziek gestort. Toch was sport zijn eerste liefde. ‘Ik tenniste al op mijn vierde en omdat ik goed in sport was, wilde ik het hoogste niveau halen. In mijn afstudeervoorstelling gaat het over de keuze tussen sport en het theater en de muziek. Voor mij staan die op hetzelfde niveau, maar het vecht met elkaar. Gewoon, vanwege tijd, maar ook door de fysicaliteit. Tijd kun je oplossen, maar het fysieke is lastiger.’

‘Als ik in mijn vrije tijd ga sporten, gaat dat gepaard met een niet te vermijden hoeveelheid wilskracht en fanatisme om het goed te doen. Maar als je voortdurend rondloopt met een vermoeid lichaam, lijdt het zingen daaronder. Zingen is heel fysiek en daar passen geen spierpijn en krampjes bij. Bij zingen moet je lichaam vrij en rustig onder je stem zitten, om die te laten floreren. Met die verhouding heb ik jaren geworsteld. Ik heb de grenzen gezocht en ben veel in de fout gegaan.’

Met het idee dat een sportief leven en een goed getraind lichaam ideaal is voor een zanger is Rick het wel eens, maar hij kent de grenzen. ‘Het gaat om een balans. Ik vind sporten niet zomaar leuk, ik ben heel fanatiek. Een goede conditie voor het zingen is prima, maar er zijn verschillende niveaus. Van wat meer fietsen of lopen krijg je geen last, maar als je – zoals ik afgelopen zomer – de Pyreneeën in gaat of je speelt een zware tenniswedstrijd, is dat echt anders.’

Die worsteling tussen twee passies, sport en muziek, was de rode draad in zijn examenvoorstelling. Daarom zat hij, terwijl het dertigkoppige publiek binnenliep en een Snickers-reep op zijn stoel vond, als een bijna professionele wielrenner op de fiets, pakte hij zijn tennisracket erbij en sloeg hij vanaf het podium een goed gemikt golfballetje de zaal in.

Wandelend in het park denkt Zwart na over de vragen: wat is belangrijker en hoe kan het elkaar in weg zitten? ‘Het zingen mag niet lijden onder het sporten, zingen is mijn vak. En ja, sport is meer dan zomaar een hobby. Die sporten lijden wel onder elkaar. Ik heb veel gegolfd afgelopen jaar en het fietsen gaat altijd door. In het voorjaar heb ik hard getraind om afgelopen zomer in de bergen te kunnen fietsen. Voor tennis heb ik periodiek hard getraind. Maar tennis en zingen gaan heel lastig samen.’

Of de wereld vergaat als hij niet meer tennist? ‘Nee, maar daarom noem ik het een passie. Ik heb in die acht jaar studeren in Amsterdam en Londen de sport moeiteloos opgegeven, maar in dit coronajaar was er veel tijd en niks om tegenaan te werken. Daarom was ik blij met dat Fontys-examen in december, dat gaf me wel een doel.’

Spiertraining

We gaan, wandelend door het Rembrandtpark, terug naar de muziek. En dan gaat het óók over spieren, over stembanden die belast en soms overbelast kunnen raken. De laatste jaren zong hij overdag langere periodes klassiek-musical tijdens zijn masteropleiding muziektheater op Fontys en ’s avonds uitgesproken klassieke opera bij Holland Opera en Opera Zuid. Dat gaat niet makkelijk samen. ‘Dan gaan je zangspieren denken: wat gebeurt hier?’

Zwart koos onverkort voor de klassieke muziek tijdens zijn opleidingen in Amsterdam en Londen. Hij was al enige tijd terug uit Londen toen zich in 2018 een bijzondere rol voordeed. ‘De Passie was een combinatie van rockopera en oratorium, daarvoor zochten ze iemand die zowel een basaria uit de Matthäus-Passion kon zingen als een nummer uit Jesus Christ Superstar. Het was echt lekker, even mijn stem anders gebruiken, even uit het klassieke keurslijf.’

‘Via ex-studenten van Fontys kwam ik in contact met Edward Hoepelman. Hij is een heel goede zangdocent, klassiek opgeleid en ervaren als zanger, dus hij weet waar ik vandaan kom. We hadden meteen een klik bij de proefles en ik wilde graag door, maar Edward waarschuwde: voor wat jij wilt, moet je echt structureel les hebben. Het gaat om het grote verschil tussen klassiek zingen en zingen in een klassieke musical. Het is een spiertraining, daar moet je wekelijks les voor hebben.’

‘Edward had geen tijd voor privéleerlingen. De enige optie was een master gaan doen op de Fontys Hogeschool. Ik had weinig tijd om na te denken; ruim twee weken na mijn proefles was er een auditie op Fontys. In die periode zong ik in Un ballo in maschera en zat vocaal midden in Verdi. Dat is echt de andere kant van het spectrum.’

‘Ik had niet de intentie om bij Fontys een ‘belter’ te worden of heel poppy te gaan zingen. Ik wilde aan mijn stem werken, die trainen voor het zingen van klassieke musicalrollen, denk aan Sondheim, Les Misérables, Phantom of the Opera. Ik hoef niet in Saturday Night Fever of zo.’

Zwart legt het verschil uit. Voor zowel klassieke musical als voor klassieke zang heb je een grote en goed getrainde stem nodig. ‘Maar de manier waarop je je stem gebruikt, is anders, zowel technisch als in de overdracht van het verhaal. In klassiek is de klank die je maakt leidend voor de overdracht van de emotie, het gaat om de schoonheid van die klank. Musical is een andere theatrale vertelvorm met muziek. Meer tekstgericht en meer op spel, er is minder nadruk op de klank. Dat is een wezenlijk verschil.’

‘Toen ik in 2018 bij De Passie weer aan die lossere manier van zingen proefde, voelde dat bijna bevrijdend. Even niet letten op hoe ‘schoon’ het geluid is, maar het verhaal vertellen en het geluid maken dat je daarbij voelt. Daarover wilde ik technisch meer weten.’

Magische kracht

Afgelopen december, toen hij na twee jaar masteropleiding zijn examenvoorstelling Wedden om een Snicker speelde, kwam er veel samen. Hij bedacht een voorstelling met zijn eigen verhaal, waarin sport, muziek en de liefde samenkwamen. ‘Ik ben eigenwijs en wilde meer dan zomaar een paar nummers zingen. Het werd een soort conference. Dat examen vond ik een uitgelezen kans om te experimenteren met het doen van een conference. Om ook eens te proberen. Ik heb de voorstelling echt gemaakt over dit moment en daarvoor een mix van stukken gekozen, om te laten horen wat ik kan.’

‘Het was die maandag de eerste keer sinds lange tijd dat ik op een podium stond, en dan ook nog met die zelfgeschreven teksten over persoonlijke dingen. Ik miste het afgelopen jaar het vertellen van verhalen, het spelen voor publiek in een theater. De magie van het samenwerken met anderen op een podium en de magische kracht die je voelt als het publiek erbij komt, zijn lastig uit te leggen. Op een podium voel ik me heel erg in het nu, heel ontspannen.’

Rick Zwart (links) in De Passie in Amersfoort, 2018. (© Walter Goyen)

Het verhaal van Zwart, over het nare jaar 2020, wordt nergens klagerig of verongelijkt. Hij vond dit verloren seizoen vooral in het teken staan van ‘ontwikkel jezelf op een andere manier zonder optredens’, maar hoopt in het najaar weer in actie te komen. Hoe hij aan die instelling komt? ‘Ik voel me geen slachtoffer van iets, maar natuurlijk zijn we als artiesten allemaal teleurgesteld geweest. In de eerste lockdown heb ik mijn scriptie geschreven. Ik kan goed een schild ophouden: ik hoop er maar niet te veel op, dan is er minder teleurstelling. En als het wel gebeurt, dan is de extase juist extra groot.’

‘Dat is een heel stoïcijnse gedachtegang; als je er geen invloed op kunt hebben, moet je je er ook geen zorgen over maken. Ik ben niet per se heel stoïcijns-filosofisch, maar de gedachte spreekt me aan. Ik las erover in een boek van Alain de Botton, Religion for Atheists. Daarin zit een hoofdstuk over pessimisme. Als je voortdurend hoopt op dingen die niet gebeuren, ben je de hele tijd teleurgesteld. Het is dus voor je mentale gezondheid beter om ervan uit te gaan dat iets niet gebeurt. Hoe waar dat ook is, het is makkelijker gezegd dan gedaan.’

‘Het maakte mijn eindexamenvoorstelling ook zo bitterzoet. Ik kon die maandag in Tilburg helemaal toegeven aan het verlangen om op een podium staan. Het schild kon even helemaal weg en ik heb genoten, maar na afloop weet je dat alles weer in de koelkast moet. Het was de laatste dag voor de lockdown en dat gaf bij iedereen een terneergeslagen gevoel.’

Bas-baritonaler

Rick Zwart heeft nagedacht over wat hij wil en waar hij gelukkig van wordt. In elk geval bevrijd zijn van het zogenaamde moeten. ‘Ik heb dat gelukkig niet zo. Mijn ouders hebben me helemaal vrij gelaten. Maar ik heb van mezelf altijd heel veel gemoeten. Er was een periode van heel sterke fomo, fear of missing out. Maar ik word ouder, ben al even bezig in het leven en weet waar ik sta.’

De zanger zet zijn kaarten niet alleen op het zingen. Hij geeft sinds enige tijd les op een middelbare school en werd recent toegelaten tot de CELTA-course, een zware opleiding voor het lesgeven in het Engels als tweede taal. ‘Ik vind lesgeven leuk en het is iets wat ik er flexibel naast kan doen voor als er weer een pandemie is.’

Grote theaterprojecten ziet hij de komende maanden niet gebeuren en rollen in musicals zijn nog niet aan de orde, weet hij. ‘De grote producties zijn allemaal naar later verschoven en dan komen er pas weer audities. Ik ga me de eerste tijd richten op kamermuzikale projecten. Ik heb na mijn Fontys-examen heel veel zin om weer klassiek te zingen. Ik hoop snel weer oratorium te gaan doen, ook daarin zijn veel projecten van begin 2020 doorgeschoven.’

Rick Zwart in zijn afstudeervoorstelling Wedden om een Snicker. (© Peggy de Haan)

‘Voor mij is nu belangrijk: klassiek of niet klassiek? Hoe onderhoud ik mijn klassieke stem? Met die stem wil ik het meeste werken. Ik heb de rollen in het standaard musicalrepertoire ontwikkeld en daar ben ik klaar voor. Het is makkelijker om van klassiek naar klassieke musical te gaan dan andersom.’

‘Bach is bijvoorbeeld goed te combineren met klassieke musical. Het zit beide wat vóór in je stem. Bach vraagt dat je snel ademt, op mathematische plekken. Ik wil weer veel bas-baritonaler gaan zingen en wat ik op Fontys geleerd heb integreren in de klassieke ‘onderkant’ van mijn stem.’

Het zal nog even duren, maar Rick Zwart wil graag gebeld worden voor ‘alles van Britten. Ik ben echt fan, van zijn opera’s en van zijn theatermuziek.’ Hij houdt van nieuwe stukken, experimenteel en dan het liefst met de componist erbij. En dit vindt hij heel belangrijk: ‘Ik wil met mijn hart in een productie zitten. De rol is belangrijk, het ambacht, maar ik ben het belangrijker gaan vinden om vanuit mijn hart betrokken te zijn. Er is veel gebeurd en ik heb heel erg gezocht naar wat werkt voor mij en waar ik gelukkig van word. Ik denk niet in droomrollen, maar in de vraag wat mijn favoriete manier van uiten is. Een goed team, fijne mensen, hart voor de zaak, dat vind ik belangrijk, en dan mag het groot of klein zijn.’

Zie voor meer informatie over Rick Zwart zijn persoonlijke website en Instagram.

Vorig artikel

Toen Teheran nog een opera had

Volgend artikel

Opera in de media: week 4 van 2021

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.