AchtergrondBinnenkortFeatured

YouTube-portret: ‘Un bel dì vedremo’

Het is één van de meest ontroerende momenten in Madama Butterfly: ‘Un bel dì vedremo’. De naïviteit en onschuld van Butterfly ontvouwen zich nergens zo schoon en puur als in die beroemde solo, wat het vervolg van het verhaal des te tragischer maakt. Een portret in beeld van de aria. Met dank aan YouTube.

Poster van Madama Butterfly uit 1904, door Leopoldo Metlicovitz.
Poster van Madama Butterfly uit 1904, door Leopoldo Metlicovitz.

De Amerikaanse luitenant B.F. Pinkerton verblijft in Nagasaki. Om de tijd te verdrijven trouwt hij het jonge meisje Cio-Cio-San (Butterfly). Veel denkt hij er niet bij na, want het Japanse recht maakt het mogelijk om zonder veel poespas en op ieder gewenst moment weer uit het huwelijksbootje te stappen. Schroom of spijt lijkt hij dan ook niet te voelen als hij kort na de bruiloft terugkeert naar Amerika.

Inmiddels zijn drie jaren verstreken. Butterfly heeft zich in tegenstelling tot Pinkerton volledig aan haar interculturele huwelijk gewijd. Haar hartsvriendin Suzuki probeert haar duidelijk te maken dat ze Pinkerton niet terug hoeft te verwachten, maar Butterfly dient haar van repliek met een kleurrijke, opgewonden beschrijving van de terugkeer van haar echtgenoot, ‘Un bel dì vedremo’.

Op ‘un bel dì’, een mooie dag, zal ze rook aan de horizon van de zee zien en dan zal het marineschip van Pinkerton arriveren, zingt Butterfly. Ze zal in haar huisje op de heuvel op hem wachten. En als hij komt, zal ze zich verstoppen. En dan zal hij haar met koosnaampjes roepen. “Piccina, mogliettina, olezzo di verbena.” De namen die hij bij hun laatste treffen gebruikte.

Puccini schildert in de aria een schitterend beeld van een meisje dat heilig overtuigd is van de liefde tussen haar en haar man. Het feit dat je als toeschouwer allang doorhebt dat de toewijding niet wederzijds is, geeft die naïviteit echter een buitengewoon navrante onderlaag. Je voelt dat het helemaal fout zal gaan. Ook dat heeft Puccini prachtig in de muziek verwerkt.

‘Un bel dì vedremo’ groeide uit tot de bekendste aria uit Madama Butterfly en één van de bekendste aria’s uit het concertrepertoire voor sopranen. Zelf vind ik de dramatische impact van de solo beduidend minder zonder de context van de hele opera, maar dat weerhoudt sopranen er niet van het stuk veelvuldig te programmeren.

Op YouTube levert ‘Un bel dì vedremo’ ruim 100.000 hits op. Wat is het luisteren waard? Ik zou zeggen: struin lekker door de vele interpretaties en maak uw eigen keuze. Maar als voorzetje hieronder een kleine selectie van bekende en geprezen Butterfly-vertolksters.

Om te beginnen – om de betreffende scène in de opera voor ogen te krijgen – de aria zoals die te zien is in de Butterfly-film van Frédéric Mitterrand uit 1995. Ying Huang zingt.

Drie van de grootste diva’s uit het verleden – Maria Callas, Renata Scotto en Renata Tebaldi – stonden allen bekend om hun Butterfly-vertolkingen. Hieronder hun versies, in bovengenoemde volgorde:

Eén van de populairste Butterfly’s van de afgelopen jaren is Kristine Opolais. Hieronder de aria uit haar mond, met een stukje vooraf (Suzuki: Lyubov Sokolova).

Bij de Metropolitan Opera had Patricia Racette lang het patent op de rol van Butterfly. Hieronder haar versie van de aria, gezongen op het New Yorkse toneel.

Dat ‘Un bel dì vedremo’ ook zijn weg gevonden heeft naar de niet-klassieke tonelen, blijkt uit onderstaande fragment van de tv-show The Voice UK. Deelneemster Lucy O’Byrne geeft haar versie van de aria.

Om niet op een valse noot te eindigen tot slot de interpretatie van Ermonela Jaho, die de rol van Cio-Cio-San de afgelopen jaren onder meer in Parijs, Berlijn, Londen en New York zong en daarvoor volop geprezen werd.

De Nationale Opera brengt vanaf 23 april een reprise van Robert Wilsons productie van Madama Butterfly uit 2002. Elena Stikhina zingt de titelrol, naast Sergio Escobar als Pinkerton, Enkelejda Shkosa als Suzuki en Brian Mulligan als Sharpless. De productie is tot en met 13 mei acht keer te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Schade zingt Müllerin in Muziekgebouw

Volgend artikel

DNO herneemt Wilsons Butterfly

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.