AchtergrondBinnenkortInterviews

Esther Kuiper debuteert op cd met Revelge

Een cd met liederen uit Des Knaben Wunderhorn van Mahler is de nieuwste stap in de muzikale loopbaan van Esther Kuiper. De plaat met de titel Revelge werd afgelopen week gepresenteerd, net nadat de mezzosopraan een serie voorstellingen van Die Zauberflöte in de Munt in Brussel had afgerond. François van den Anker sprak de zangeres in een Amsterdamse brasserie.

Esther Kuiper op de hoesfoto van Revelge. (© Maurice Lammerts van Bueren)

Is er, zo vroeg de verslaggever zich op weg naar Amsterdam af, een boog te maken tussen jazz en de liedkunst van Gustav Mahler? Het antwoord op die vraag ontstond tijdens het interview met mezzosopraan Esther Kuiper, die haar muzikale opleiding begon met jazz en heel recent haar eerste cd uitbracht met twaalf liederen uit Des Knaben Wunderhorn van Mahler, opgenomen met bas-bariton Sven Weyens en pianist Maurice Lammerts van Bueren.

“Ik wilde in elk geval de muziek in”, vertelt Esther als we teruggaan naar de eerste stappen van haar muzikale geschiedenis op het Amsterdamse conservatorium. “Als ik daar eenmaal binnen bent, komt alles goed”, dacht ze. Via de afdeling jazz voerde haar pad langs piano, klassieke zang, eigentijdse muziek, oratorium, muziektheater en opera.

Als 16-jarige zong Esther vooral pop. “Ik componeerde soms liedjes en luisterde ook wel naar muziek van bijvoorbeeld Andrew Lloyd Webber. Jazz leek me interessant, tenslotte komt de popmuziek daar grotendeels uit voort.”

Als ze had geweten dat er net een afdeling popmuziek was geopend op het conservatorium, had ze daarvoor gekozen, maar de keuze viel nu op jazz. “Klassieke zang leek me overdreven, het stond toen ver van me af.”

De beoordelaars hoorden potentie in haar stem toen Esther bij haar auditie drie stukken zong. “Ik deed ‘Sophisticated Lady’ van Ellington, een lied van Tori Amos en ‘Twisted‘ van Lambert, Hendricks & Ross.” In de drukke brasserie zingt ze zachtjes een paar maten van de complexe melodie voor. “Het is eigenlijk een trompetsolo die op muziek is gezet, dat gebeurt in de jazz wel vaker.”

“Ik hoefde daarna niet meer te vechten in de hoogte”

Esther vertelt verder over haar periode op het conservatorium. “In mijn tweede jaar kwam de twijfel. Ik dacht: dat wordt fulltime lesgeven. Ik had niet, zoals veel medestudenten, de neiging om zelf te gaan schrijven en een band te formeren.”

Het was mezzosopraan en ex-IVC-directeur Annett Andriesen die de jonge zangeres op ideeën bracht. “Annett gaf les in zangtechniek op de jazzafdeling. Ik zong weleens liederen van Brahms met haar. Zij vroeg me: waarom doe je geen bijvak klassiek? Zo ontdekte ik de klassieke zang en mijn stem.”

“Bij jazz en pop maakt je stemsoort niet uit. Je zet het stuk in de stemsoort die je bevalt. Bij klassiek heb je een eigen stemsoort, daarna nog verfijnd naar een ‘Fach’, een stemvak. Dat wordt onder meer bepaald door de kleur van je stem.” Ze kreeg op het conservatorium vier jaar les van Pierre Mak, die haar mezzostem ontdekte. “Dat was een opluchting: ik hoefde daarna niet meer te vechten in de hoogte.”

Een mezzo klinkt anders dan een sopraan en krijgt ook andere rollen in een opera. Dat vindt Esther allerminst een probleem. “Je looks zijn tegenwoordig belangrijk in de opera. Ik ben vrij lang en heb het fysiek voor ‘Hosenrollen’. Ik heb veel plezier in het spelen van een man. Octavian, de jonge minnaar in Der Rosenkavalier van Richard Strauss, is eigenlijk mijn droomrol. Die partij ligt perfect voor mijn stem.”

“Vocaaltechnisch ben ik van ver gekomen”

Na haar opleiding kwam Esther Kuiper onder meer bij het ensemble Silbersee terecht, dat moderne composities en muziektheaterprojecten brengt. “We zongen hedendaagse muziek met kwarttonen en complexe maatsoorten. Ik heb daar echt goed geleerd om van blad te lezen.”

Ze zong onder meer in het Nederlands Kamerkoor en een paar maal bij het Groot Omroepkoor. Opera kwam later. “Ik begon pas echt opera te zingen toen ik met Marion van den Akker begon te werken. Daarvoor dacht ik niet dat ik de vocale mogelijkheden daarvoor zou hebben. Vocaaltechnisch ben ik van ver gekomen.”

Esther Kuiper: “Opera is nog redelijk nieuw voor me, maar het is waar ik momenteel het meeste ‘honger’ naar heb.” (© Maurice Lammerts van Bueren)

Voor klassiek zingen is begrip en interpretatie belangrijk, maar er is ook de techniek. “Bij goede zangles leer je dat ook”, meent Esther. “Het gaat om een balans tussen vele verschillende aspecten. Ik heb zes jaar zangtechniek gegeven op de jazzafdeling van het conservatorium, dus ik moet de technieken voor verschillende zangstijlen wel kennen.”

Een bepalende stap in haar zangloopbaan was de ontmoeting in Groningen met mezzosopraan en docente Marion van den Akker. De twee hadden meteen een klik. Het belang van de lessen bij Marion kan Esther niet makkelijk kort samenvatten. “Marion heeft veel podiumervaring in alle stijlen binnen het klassieke genre en haar persoonlijkheid en artisticiteit ervaar ik als zeer inspirerend. Ze heeft ervaren hoe het is om van sopraan naar het mezzostemvak te gaan. Dat deelt ze in haar lessen.”

“Marion heeft het vermogen om een stem te ‘bouwen’, zoals ze ook met de mijne deed, en daar vertrouw ik haar volledig in. Naast dat vakinhoudelijke is er haar persoonlijkheid. Ze werkt heel coachend en zegt altijd: jullie kunnen al zo veel, ik noem je liever jonge collega’s dan leerlingen.” Esther voegt eraan toe: “Ondertussen kreeg ik wel gewoon hartstikke les, haha!”

“Ik hoor vaak dat ik veel vrijheid heb in het zingen”

We zijn bijna bij Mahler. In het volle café dimt het geroezemoes voor een moment en wordt de achtergrondmuziek hoorbaar. “Hoor je dat, ‘Footprints’ van Wayne Shorter. Dat stuk heb ik weleens gezongen.” We praten over de gloednieuwe cd Revelge en ook dan is er een link te leggen met haar eerste muziekopleiding in de jazz.

Bij haar succesvolle deelname aan het Internationaal Vocalisten Concours in 2014, waar ze in de finale belandde, stond al een lied van Mahler op haar lijstje. De recensent hoorde “een soepele mezzostem, met een melancholische tint, een formidabel legato en veel expressie”. Hij vond haar interpretatie van Mahlers ‘Wenn mein Schatz Hochzeit macht’ – dat nu ook op de cd staat – “zeer doorleefd en indrukwekkend”. Esther weet: “Zo vaak heb je niet de kans om Mahler te zingen. Ik word veel vaker gevraagd voor bijvoorbeeld de Matthäus-Passion. Naarmate mijn ervaring met opera groeit, zal dat wel veranderen.”

Bij het samenstellen van de cd kon het niet op: twaalf liederen uit Des Knaben Wunderhorn, en als er nog tijd was geweest voor meer, had ze er nog wel enkele willen opnemen. Op Revelge zingt Esther Kuiper behalve solo ook enkele duetten met Sven Weyens. “Sven heeft in het orkest als cellist – hij had daarmee al een carrière voor hij aan de zang begon – alle Mahler-symfonieën gespeeld. Hij voelt zich in dat repertoire als een vis in het water.”

“Ik heb hem leren kennen in een operaproductie in 2015. We raakten bevriend en hadden het er weleens over dat mensen na concerten vaak vragen: heb je al een cd? Zo ontstond het plan. Voor de combinatie van een mezzo en een bariton is het prachtig repertoire. Bij sommige stukken heeft Mahler duidelijk orkestraal gedacht, al componeerde hij voor stem en piano en kwamen de orkestraties later. Dat vroeg dus om een goede pianist, iemand die dat repertoire aankan én die er zin in had. Maurice Lammerts van Bueren was meteen superenthousiast en deed mee. Bij de eerste bijeenkomst met zijn drieën zijn we meteen muziek gaan maken.”

Er zijn wat jaren verstreken tussen haar eerste lessen jazz op het conservatorium en het maken van de Mahler-cd. “Toch zijn er dingen uit die tijd die nog steeds gelden”, zegt Esther. “Wat ik meedraag, is vrijheid van timing. In de jazz gaat het vooral daarover, over timing en over sound. Ik hoor vaak dat ik veel vrijheid heb in het zingen en een goede timing heb. Dat merk ik ook bij de Mahler-recitals die we met Maurice geven. Iedere dag ben ik anders, zijn Maurice en Sven anders en klinkt de zaal anders. Timing, interpretatie en een verhaal vertellen, dat was bij de jazz belangrijk en dat is het bij Mahler ook. Zo’n lied als bijvoorbeeld ‘Scheiden und Meiden’, daar zitten allerlei emoties in die je met een zekere spontaniteit moet zingen.”

“Opera is een grote, bijna fysiek waarneembare golf”

Van de jazz naar Mahler is een boog, maar de loopbaan van Esther Kuiper gaat veel verder. De laatste jaren kwam het operarepertoire erbij. Dankzij wat ze bij Marion van den Akker leerde, kreeg ze engagementen, zoals recent Dritte Dame in Die Zauberflöte. Ze zong die rol bij de Munt in Brussel, kort nadat de opnamen van de cd waren afgerond. “Het ging heel goed in Brussel. Opera is nog redelijk nieuw voor me, maar het is waar ik momenteel het meeste ‘honger’ naar heb.”

Ze legt beeldend uit wat voor haar het verschil maakt. “Bij jazz heb ik de neiging te gaan pielen, met scatten en nootjes prikken, en bij lied moet ik ervoor waken het niet té klein te maken. Opera is een grote, bijna fysiek waarneembare golf waar ik in meega. Ik ga er ook beter van zingen. Ruimte, dat is het. De zaal, het orkest, en dan vooral met de juiste focus, zowel technisch als mentaal. En dat pas ik dan ook weer toe als ik lied zing.”

Esther heeft voor de komende tijd plannen genoeg. “We hopen de recitals met muziek van de cd nog vaker te kunnen geven. Ik ga in januari repeteren bij de Reisopera voor A Little Night Music en er wordt gewerkt aan een project met de Nederlandse componiste Monique Krüs. Daarnaast ga ik Olga zingen in een kleine productie van Jevgeni Onegin en staan er nog audities op de planning.”

De cd Revelge is te bestellen bij Zephir Records. Meer informatie over het werk van Esther Kuiper vindt u op haar persoonlijke website.

Vorig artikel

Opera in de media: week 45 van 2018

Volgend artikel

Early Opera Company excelleert in Matinee

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.