BuitenlandOperarecensie

Neue Oper Wien speelt A Quiet Place

In het kader van het Bernstein-jaar presenteert de Neue Oper Wien een nieuwe productie van A Quiet Place. Een werk met haken en ogen, dat niettemin vol overtuiging wordt gebracht.

Scène uit A Quiet Place bij de Neue Oper Wien. (© Armin Bardel)

Waarom zijn componisten zodanig gefascineerd door het als ‘hoger’ beschouwde operagenre dat ze hun talent onder de korenmaat lijken te zetten? Het is een fenomeen: uiterst succesvolle componisten in de zogenoemde ‘U-Musik’ (Unterhaltungsmusik) staren zich aldoor blind op erkenning in de ‘E-Musik’ (ernste Musik). Franz Lehár en Paul Abraham deden het, evenals Leonard Bernstein.

Waarom gelden hun hits als Die lustige Witwe, Die Blume von Hawaii, West Side Story en Candide als minder aanzienlijke werken? Vanuit een hedendaags perspectief is het niet te verklaren – en eigenlijk gaven de mensen in hun eigen tijd ook de voorkeur aan hun vlotte, grappige, melodieuze en onderhoudende werken.

Dit jaar viert de wereld de honderdste geboortedag van Leonard Bernstein. Veel van zijn werken, ook de zelden uitgevoerde, staan op het programma van grote en kleine operahuizen. De Neue Oper Wien waagt zich in de Wiener Kammeroper aan A Quiet Place, in de versie uit 1984, een soort ‘sequel’ op Trouble in Tahiti, dat onlangs in Amsterdam te zien was.

“If I can write one real, moving American Opera that any American can understand, I shall be a happy man”, zei Bernstein al in 1948. Met A Quiet Place bereikte hij echter wezenlijk minder mensen dan met West Side Story. Het is een omvangrijk werk met een dramaturgisch gezien oppervlakkig (zacht gezegd) libretto van Stephen Wadsworth.

Scène uit A Quiet Place bij de Neue Oper Wien. (© Armin Bardel)

Regisseur Philipp Krenn zet samen met decor- en kostuumontwerper Christian Andre Tabakoff en lichtontwerper Norbert Chmel een conventioneel kamerspel op het toneel. De voorstelling begint met de uitvaart van Dinah. Oude liefdes en oude wrok komen weer boven in de opmerkelijke familie in rouw. Junior, de zoon van de gestorvene, valt op door zijn neurotische, excentrieke gedrag – intensief vertolkt door Daniel Foki. Hij had een affaire met de slimme Francois – overtuigend gezongen en gespeeld door Nathan Haller – maar die huwde uiteindelijk in een vreemde wending Juniors zus Dede.

Katrin Targo (Dede) past qua type eigenlijk niet bij de beide heren, maar overtuigt vocaal wel en toont een mooie mengeling van onzekerheid en verscheurdheid, ook in relatie tot haar vader Sam, die ernstig en duidelijk aanwezig neergezet wordt door Steven Scheschareg.

De cast zet zich volop in om het ietwat halfbakken verhaal meeslepend te vertellen. Banale conservaties worden afgewisseld met emotionele beroering, neurotische uitbarstingen, incestueuze situaties en Strindberg-achtige gevoelens. Maar de diepte gaat het niet in. In de derde akte ontwikkelt zich de herinnering aan vroeger tot een infantiele scène, waarin kinderspelletjes opeens weer tot leven gewekt worden. Toch kunnen ze de breuken in de familie niet helen.

Bernstein leent van Britten en Korngold, maar laat zijn ware talent om eerlijk te zijn in de schaduw staan. De typische Bernstein-sound komt slechts op drie plekken tevoorschijn, telkens bij terugblikken op of herinneringen aan een zogenaamd perfecte wereld. Wat wil Bernstein daarmee zeggen? Beseft hij zelf dat zijn unieke sound de reden is van zijn populariteit? En dat doorgecomponeerde conservaties zonder een enkele melodie toch niet zo zijn ding zijn?

Dirigent Walter Kobéra weet hoe dan ook een grootse prestatie te ontlokken aan het klein bezette amadeus ensemble-wien. Toch zou je wensen dat de musici meer mogelijkheden hadden gekregen om op te gaan in de echte Bernstein-sound.

A Quiet Place is nog tot en met 2 april te zien. Zie voor meer informatie de website van de Neue Oper Wien.

Vorig artikel

Radio Filharmonisch speelt Mozart-mis

Volgend artikel

OFF: Potsierlijke oorlog van Stockhausen

De auteur

Marie-Theres Arnbom

Marie-Theres Arnbom