Operarecensie
Bach verliest van Händel in de Doelen
Bach moest het gisteravond in de Rotterdamse Doelen doen met een povere uitvoering van drie van zijn werken. Leeftijdsgenoot Händel bracht het er een stuk beter vanaf met twee haarfijne concerti. Anne Sofie von Otter zong tussendoor een weinigzeggend rolletje.
Drie countertenoren: een mager geluid
Drie countertenoren in één concert: een unieke gebeurtenis. Althans, zo luidde de met superlatieven doorspekte aankondiging. Naar mijn beleving werd er echter maar weinig van waargemaakt, gisteravond in het Concertgebouw. Alleen Brian Asawa presteerde behoorlijk.
Bleke Rigoletto met overtuigende Sparafucile
Een monotone hertog, een Gilda zonder hoogte en een Rigoletto zonder nuance: de nieuwste productie van Internationale Opera Producties viel mij helaas nogal tegen. De redder van de avond: Plamen Kumpikov als een onvergetelijke Sparafucile.
Il Trovatore als Keltisch drama
De Staatsopera van Tatarstan hijst Il Trovatore in haar nieuwe productie in een Keltisch jasje. Erg veel voegt het niet toe aan de opera van Verdi, maar gelukkig krijgen de zangers veel ruimte om hun kunnen te tonen. Vlagen van wonderschone zang zijn het resultaat.
Fischer pakt uit met boeiende operacombi
Iván Fischer zwaaide gisteravond met ferme hand het stokje over het Concertgebouworkest in een fascinerende operacombi: voor de pauze een stukje Lohengrin, na de pauze Bartóks Blauwbaard. Zijn directie liet Camilla Nylund en Robert Dean Smith glanzen, Ildikó Komlósi en Balint Szabo werd het echter knap lastig gemaakt.