FeaturedOperarecensie

Johannes krijgt subtiele scenische doop

Het was een voorstelling waar ik bovengemiddeld benieuwd naar was: de eerste scenische uitvoering in de Nederlandse theatergeschiedenis van Bachs Johannes Passion. De Nationale Reisopera heeft er een subtiele productie van gemaakt, waar regisseur Dale Duesing een groot compliment voor verdient.

Quirijn de Lang als Jezus (foto: Hermann en Clärchen Baus / Nationale Reisopera).

Zo’n uitvoering van de passiemuziek van Bach roept meer vragen op dan in een recensie als deze gesteld (laat staan beantwoord) kunnen worden. Om te beginnen is er de kwestie of het vanuit religieus en artistiek perspectief verantwoord is om de Johannes te ensceneren.

In ons land kennen de uitvoeringen van de Johannes en ook de Matthäus Passion een in brons gegoten traditie van statige oratoriumconcerten. Het is alsof de woorden van die vaak geciteerde ‘adellijke weduwe’ nog altijd naklinken. Na afloop van de eerste uitvoering van de Matthäus Passion zou ze vol afgrijzen hebben uitgeroepen: ‘Het is alsof we in een opera-komedie zijn’.

De discussie bestaat dus al sinds de tijd van Bach zelf: is het opera, was het als opera bedoeld en mag het opera zijn? De bestuurders van de Leipziger Thomaskirche, waar Bach componeerde, wilde in elk geval géén opera. Dat lieten ze contractueel vastleggen.

De Nederlandse uitvoeringspraktijk is vooral gericht op de muziek van Bach en heeft een haast soap-achtig verleden van katholieke rekkelijken en protestantse preciezen die in Amsterdam en Naarden op geheel eigen wijze hun best deden tot de kern van Bachs muziek door te dringen.

Jos van Veldhoven en zijn Bachvereniging gaan bijvoorbeeld ver in het tot klinken brengen van de pure Bach. De wat groter bezette Johannes Passion van Yannick Nézet-Séguin van enkele jaren geleden bevatte daarentegen wat meer drama, hoewel altijd binnen de marges van het oratorium.

En dan is er in 2011 ineens de Nationale Reisopera die de stap zet: de eerste keer in Nederland een enscenering van de Johannes. Dale Duesing, een man met een glanzende operacarrière, regisseerde de productie.

Duesing heeft een enorme staat van dienst en dat maakt zijn regie juist zo bijzonder. Iemand die zoveel heeft meegemaakt en gezien in allerlei soorten opera en tóch zo terughoudend te werk gaat, de trukendoos dichtlaat en subtiel vormgeeft, die verdient een groot compliment.

Op het toneel zien we de evangelist, aan het werk in een bibliotheek. De ‘speelscènes’ waarin Jezus, Pilatus en de andere rollen optreden, zijn klein gehouden. Twee groepen koorleden beelden aan weerzijdes van het toneel de gelovigen uit, terwijl in het midden steeds het koor van ‘het volk’ of de farizeeërs te zien is.

(Foto: Hermann en Clärchen Baus / Nationale Reisopera)

Quirijn de Lang – goede stem, mooie kop – heeft niet zoveel tekst, maar is veel op het toneel en moet dan zonder tekst een Jezus neerzetten. Zijn Jezus doet niet denken aan het populaire cliché van de stoere vrijheidsstrijder. Hij is ook geen zalvende redder. Hij staat vrijwel voortdurend alleen, communiceert weinig en lijkt te weten over het leven en de dood wat niemand daar verder nog weet. Indrukwekkend.

De Evangelist is een levendig verteller, heeft het meest te spelen en maakt ook de meeste ontwikkeling door. Robert Burt doet dat uitstekend.

Tenor Yves Saelens heeft de grootste stem maar blijft binnen de lijnen van Bach. En buitengewoon ontroerend is de sopraanaria, tegen het einde, van Hanneke de Wit.

Het orkest, de Holland Baroque Society, is een orkest van professionals die tevens liefhebbers zijn. Dat kan je horen.

Is deze vernieuwende aanpak van de Reisopera een revolutie in de manier waarop de Johannes Passion voortaan zal worden uitgevoerd? Ik denk het niet. Maar er is een betekenisvolle voetnoot toegevoegd, fraai gekalligrafeerd met een ganzenveer uit Bachs tijd. Die valt niet weg te gummen.

De Johannes Passion is tot en met 23 april nog acht keer te zien. Zie voor meer informatie de website van de Nationale Reisopera.

Vorig artikel

‘Het lied kan wel wat impulsen verdragen’

Volgend artikel

Blauwbaard zoals niet eerder gezien

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

4Reacties

  1. Spen1992
    8 april 2011 at 23:14

    Ben er geweest en vond het erg mooi!

  2. M.Smit
    10 april 2011 at 12:32

    Ik was behoorlijk teleurgesteld. Orkest fantastisch, koor en de meeste solisten ook maar de enscenering leidde mij alleen maar af. Johannes Passion the Musical. Zonde.

  3. Dufreney
    23 april 2011 at 11:27

    Gezien op 22-4 in Schouwburg Amsterdam: In zijn totaliteit vond ik het een mooi stuk werk, vooral de belichting was fantastisch. Het decor is mooi maar de relatie met de Johannes Passion is mij niet helemaal duidelijk, je kunt het met gemak ook voor een Wagner gebruiken. Pilatus springt er uit, zowel qua zang als acteren. Het koor: adequaat maar veel vibrato en ‘oude’ stemmen. Maar nogmaals: in zijn totaliteit een mooi werk dat met zorg is opgebouwd.

  4. Frits de Klerk
    23 april 2011 at 16:35

    Ook ik was in de Stadschouwburg op 22 april. Ik heb genoten! Omdat Owen Willets in alle recensies vergeten wordt, hier een open doekje van mij: ‘Es ist vollbracht’ werd huiveringwekkend mooi gezongen door deze prachtige alto.
    De enscenering: Terughoudend en bescheiden maar prachtig.