AchtergrondFeaturedNieuws

Reportage: Operahuis Luik weer open

Na een verbouwing van drie jaar werd afgelopen week het Théâtre Royal de Liège heropend. De Waalse opera kon na jaren te hebben verkeerd in het tijdelijke Palais Opéra, een tent in de wijk Outremeuse, weer bezit nemen van het eigen theater in het centrum van Luik. Place de l’Opera liet zich rondleiden door het vernieuwde gebouw.

Grétry voor het vernieuwde operahuis in Luik.

Het Théâtre Royal staat er al sinds het begin van de negentiende eeuw, in het centrum van Luik. Daterend uit een periode dat een operahuis bijdroeg aan de grandeur van een stad werd het in 1820 in gebruik genomen. Recht voor het theater staat het standbeeld van componist André Modeste Grétry (1741-1813), geboren in Luik, overleden in Parijs en begraven op het kerkhof Père-Lachaise in die stad. Alleen zijn hart rust onder de sokkel van het standbeeld voor het operatheater. Zo wilde de componist het.

Het moet Grétry als componist van meer dan 60 opera’s genoegen hebben gedaan dat na jaren van verbouwing de metselaars, timmerlieden en vloerenleggers zijn verdwenen en er recht achter hem vorige week bomen met lichtjes stonden en op een stellage grote schijnwerpers werden geplaatst. En als hij goed keek, heeft hij vanuit een ooghoek kunnen zien dat de nummerplaten van de auto’s die het terrein opdraaiden koninklijk bezoek verrieden.

Recordtijd

Het gebouw is grondig verbouwd, en tot groot genoegen van directeur Mazzonis di Pralafera is dat in recordtijd gebeurd. In zijn openingstoespraak op 19 september noemde hij een rijtje operatheaters in Europa waar een vergelijkbare renovatie minstens tweemaal zo veel tijd had genomen.

Een ombouw van aluminium staven moet de aanblik van de extra etages lichter maken.

Aan de buitenkant zijn de veranderingen goed te zien. Op het gebouw, op de toneeltoren, zijn drie etages bijgebouwd. Daarmee zijn de mogelijkheden voor werkruimtes en de faciliteiten voor decor en licht in de toneeltoren sterk vergroot. De nieuwe etage op de negende is een ontvangstruimte, maar kan ook voor repetities gebruikt worden omdat de afmetingen exact hetzelfde zijn als die van het podium, dat vele meters lager in het gebouw ligt.

De extra ruimte op het gebouw mocht van buiten af niet te massief tonen, en daarom is een ombouw van koperkleurige, aluminium staven aangebracht. Het moet de aanblik wat lichter maken. Om ruimte in het gebouw te sparen, zijn aan de buitenkanten liften gebouwd die met glazen wanden een fraai uitzicht over de stad geven.

Rood pluche

De zaal – in de negentiende eeuw achtereenvolgens in Second Empire en Louis XIV-stijl gedecoreerd – biedt na het verwijderen van de oude lichtcabine meer stoelruimte. In totaal zijn er nu 1440 zitplaatsen in scharlaken rood pluche.

Nieuw is de aankleding van de orkestbak. En de zaalvloer is nu parket waar eerst tapijt lag. Die aanpassing is vooral bedoeld voor het akoestische effect. Er is verder een nieuw ventilatiesysteem onder de stoelen aangelegd.

De zaal, de foyer en de trappen zijn grotendeels hersteld naar de stijl uit 1860, toen het oude gebouw grote aanpassingen kreeg. Modern zijn de trappenhuizen, de kassa’s en het sanitair. Gebleven is de bronzen kroonluchter aan het plafond, met 207 lampen en drie ton gewicht. De uit 1905 daterende plafondschildering van Emile Berchmans is gerestaureerd, er staan naast enkele componisten als Gounod ook wat taferelen op die verwijzen naar opera’s als Le nozze di Figaro en Die Walküre.

De koninklijke loge in de vernieuwde zaal (foto's: François van den Anker).

De openingsvoorstelling, Stradella, was een test van de mogelijkheden van de theatertechniek. Naast een enorm waterbassin en kunstregen die uit smalle buizen boven het podium neerdaalde, was er ook veel hydraulische beweging nodig. Anders dan in de nieuwbouw van moderne operahuizen in Amsterdam of Parijs, heeft de theatertechniek vrijwel geen uitwijkruimte rond het podium. Decors kunnen omhoog of omlaag en daarmee zijn de mogelijkheden wel op. De trekkenwand is volledig vernieuwd, naar boven uitgebreid en technisch helemaal aangepast aan de moderne eisen.

Grétry staat met zijn rug naar het theater. Dat niet van hem maar van César Franck, die andere bekende Luikse componist, een opera werd opgevoerd ter gelegenheid van het openingsgala, moet hem wel gestoken hebben. In de loop van het seizoen komt er gerechtigheid, want naast een concertante Officier de Fortune in oktober staat voor mei-juni 2013 een serie van zijn opera Guillaume Tell op het programma.

Als u in de loop van het seizoen het theater nadert, kan het dus best zo zijn dat Gretry zich alsnog heeft omgedraaid. Trots dat hij daar mag staan, recht voor het vernieuwde Théâtre Royal de Liège.

Met dank aan Helene Visser en Eefje Marijt van Toerisme België.

Vorig artikel

Het IVC-verslag 2012: de kwartfinales

Volgend artikel

Don Giovanni in Den Haag en Rotterdam

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Pieter K. de Haan
    25 september 2012 at 11:30

    Zie mijn commentaar op: Luik: Stradella in een lagune vol opera.