FeaturedOperarecensie

Oliemans zingt kunst over leven en sterven

Thomas Oliemans’ en Malcolm Martineau’s project rond de drie grote Schubert-cycli ging maandag zijn tweede avond in. In de zaal hing een opgewonden spanning, op het podium was er concentratie, melancholie en grote somberheid. Een Winterreise in hartje zomer.

Thomas Oliemans (foto: Marco Borggreve).
Thomas Oliemans (foto: Marco Borggreve).

Wat drijft mensen ertoe op een warme zomeravond naar een stampvolle zaal te reizen, teenslippers en zonnebril thuis te laten en naar een zanger te gaan luisteren die 24 liederen over wanhoop en doodsdrift zingt? Sterker nog: welke zanger leert voor zo’n avond die 24 niet te makkelijke liederen uit zijn hoofd, trekt een mooi maar warm pak aan en duikt met zijn stem in zijn eigen ziel en die van de luisteraars? Het gebeurde allemaal in de Kleine Zaal van het Concertgebouw, afgelopen maandag.

Zou de Britse filosoof Alain de Botton de kern van die bereidheid raken, toen hij afgelopen weekend in de Volkskrant in een interview stelde: “Kunst helpt je te leven en te sterven”? In elk geval stonden leven en sterven centraal in Winterreise uit 1827, de tweede van drie Schubert-cycli die bariton Thomas Oliemans deze zomer in de Kleine Zaal brengt.

Dezelfde Oliemans als vorige week stond op het podium, en toch zag het publiek een andere man. Nu niet iemand die zich met een zekere naïviteit laat overweldigen door zijn liefde voor een molenaarsdochter en die voortdurend oogcontact zoekt met de zaal om zijn geluk om een ruisende beek met prachtige bloemen op de oever te delen. De man op deze avond blikte vooral in de verte, sperde soms zijn ogen en keek in een met dikke sneeuw bedekte toekomst, die zou eindigen met een ontmoeting met de Leiermann, symbool van de dood.

In de intro, de eerste paar pianonoten van ‘Gute Nacht’, hoor je meteen wat voor stijl de pianist kiest. Begeleider Malcolm Martineau liet de muziek een beetje golven, speelde minder staccato dan sommige anderen doen.

Schubert schreef nog beeldender pianomuziek voor Winterreise dan hij voor Die schöne Müllerin deed, en tegelijkertijd lijken de vocale partijen minder uitersten te kennen. Van fluisteren naar uitbarsten, dat verloopt in Winterreise nog vloeiender. Oliemans beheerste dat volkomen, ik dacht één keer een overslagje te horen en dat is op anderhalf uur zingen een minimale score.

Oliemans besluit zijn Schubert-project, onderdeel van de Robeco SummerNights, woensdag 17 juli met Schwanengesang.
Oliemans besluit zijn Schubert-project, onderdeel van de Robeco SummerNights, woensdag 17 juli met Schwanengesang.

Waar hij bij de vorige cyclus nog af en toe een korte pauze nam en soms even oogcontact zocht met Martineau was Oliemans deze keer op geen enkel moment af te leiden van zijn verhaallijn. Hij maakte een boog van bijna anderhalf uur waarin niets onderbrak, geen krakende stoelen en geen wapperende tekstbladen. Hier en daar schreef Schubert een wat dynamischer begeleiding, en soms zag ik in de voordracht van Oliemans een klein penseelstreekje Brel.

De sfeer voorafgaand aan het concert had iets opgewondens, het was druk en even leek het erop dat er zowaar staanplaatsen zouden worden ingenomen. De zijstoelen en de uitklapbare extra stoelen aan de uiteinden van de rijen, de ‘strapontins’: alles was in gebruik.

Op woensdag 17 juli brengen Thomas Oliemans en Malcolm Martineau de laatste cyclus, Schwanengesang. Als de lijn van de laatste twee optredens zich voortzet verwacht ik rijen tot op het Museumplein.

Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

Domingo op de been na ziekenhuisopname

Volgend artikel

Delft Chamber Music: geloven in muziek

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.