FeaturedOperarecensie

Franui en Florian Boesch imponeren op HF

Het succes van hun optreden in 2013 was voor het Holland Festival reden om het Oostenrijkse ensemble Franui opnieuw naar Nederland te halen. Het nieuwe programma Alles wieder gut, met bas-bariton Florian Boesch, heeft Mahler als rode draad, maar werpt ook nieuw licht op liederen van onder anderen Schubert en Schumann. Het werd een bijzondere avond.

Florian Boesch (©Lukas Beck).

Het Holland Festival doet het al zeventig jaar en het zal in die zeven decennia op veel verschillende manieren onder woorden zijn gebracht in het jargon van de tijd, maar het laat zich tijdloos samenvatten als: muziek- en theatervoorstellingen brengen die je normaal niet in Nederland ziet. Franui bijvoorbeeld, een ontdekking van jaargang 2013 die nu terug was, samen met Florian Boesch.

Het lied in een ander jasje, dat zien we vaker, naast de klassieke recitals die tijdens het seizoen in de Kleine Zaal en in het Muziekgebouw aan ’t IJ gegeven worden. Toch is wat ‘musicabanda’ Franui doet met zijn aanpak van het romantische lied van een iets andere orde dan een basgitaar naast de vleugel zetten bij een liedrecital of ‘mannenliederen’ door een vrouw laten uitvoeren.

Het zit hem onder meer in hun roots, de plek waar het ensemble ontstond, in Innervillgraten in Oost-Tirol. Op de alpenweide Franui kan – zo vertelde Kasper Jansen in zijn inleiding vooraf – Mahler nog gewandeld hebben. “De kans bestaat dat de grootouders en hun ouders van de leden van het orkest Mahler nog zijn tegengekomen terwijl hij daar, dicht bij één van zijn ‘Komponierhäuschen’, wandelde om inspiratie op doen.”

Liederen van Mahler, afgewisseld met werk van Brahms, Schubert en Schumann, stonden op het programma van het Franui-optreden, gisteravond in het Muziekgebouw aan ’t IJ. In bas-bariton Florian Boesch vonden de tien musici een uitstekende vocale partner. Hun bewerkingen van klassieke liederen uit het laatromantische repertoire zijn gespeend van elke vorm van parmantigheid en dat vraagt een zanger die kan ‘loslaten’. Florian Boesch kon dat. Hij fraseerde soms klassiek, maar dook net zo makkelijk de hoge hoogte en diepe laagte in, klonk soms gruizig en versnelde of vertraagde het tempo voor meer zeggingskracht.

Franui speelde klassiek, maar net zo makkelijk was er een klagelijke klarinet te horen uit een zigeunerorkest, werd het met de bas een beetje jazzy, met de accordeon volks en waande je je op een enkel moment in New Orleans op een begrafenis. Schuberts ‘Heidenröslein’ – in een gewoon recital soms riskant tuttig – werd een bijna ironisch lied in de handen van zanger en musici. Mahlers ‘Ich hab’ ein glühend Messer’ klonk hard en scherp. Boesch zette daarvoor zijn Wozzeck-stem op.

Het podium was terughouden belicht, in de zaal was het donker (tikje jammer dat meelezen met de tekst daardoor onmogelijk was) en achter het orkest was een videoscherm. Op papier was de video van Jonas Dahlberg vermoedelijk een mooie aanvulling, in de praktijk van het concert kostte het me moeite om er aandacht voor te hebben en na te denken over de betekenis van een langzaam wegsmeltende slaapkamer op beeld.

Er is ook niet veel nodig als maar enkele musici heel terughoudend ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ uit Mahlers Rückert-Lieder begeleiden en Florian Boesch die Weltschmerz heel langzaam en gedragen uitserveert. Na al die Duitse en Oostenrijkse romantiek was ‘When I am laid in earth’ van Purcell als een ‘geplande’ toegift een qua sfeer verklaarbare maar niet heel interessante keuze.

Het lied wordt traditioneel gezongen in al die recitals die nog wekelijks overal in Nederland worden gegeven. Mooi, dat moet blijven, maar met de losse benadering van de in zwarte t-shirts gestoken zanger en musici van Franui kreeg dat repertoire een andere, spannende invalshoek. Wat zou iemand als liedzanger- en ambassadeur Robert Holl, één van de leermeesters van Florian Boesch, daarvan vinden?

Applaus tussen de stukken was duidelijk niet gewenst; de makers wilden een ononderbroken lijn door de avond en het publiek begreep dat meteen. Het bleef na het laatste Mahler-lied even stil, er kwam applaus en er kwam gejuich. Zanger en musici hadden met verrassende muzikale middelen hart en hoofd van het publiek willen bereiken en aan het applaus viel te horen dat dat gelukt was.

De live-uitzending van 21 juni door NPO Radio 4 is terug te luisteren op de website van het MAX Avondconcert.

Vorig artikel

Piotr Beczala als operettester in Zürich

Volgend artikel

Prachtige Saint-Saëns herontdekt in Parijs

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.