AchtergrondInterviewsNieuws

Lorenzo Viotti houdt van avontuur

Als welkomstgeschenk boden het Nederlands Philharmonisch Orkest en De Nationale Opera hun nieuwe chef Lorenzo Viotti woensdag een manshoge bokspaal aan. Behalve met het zwaaien van handen en armen als dirigent beweegt Viotti zich namelijk gaarne boksend in de sporthal. En hij houdt van avontuurlijke sporten als kitesurfen en snowboarden. Franz Straatman maakte kennis met de maestro.

Lorenzo Viotti bij de presentatie van DNO en het NedPhO. (© Desiré van den Berg)

Nog nooit stond Lorenzo Viotti (29) in de bak van Nationale Opera & Ballet aan het Waterlooplein en slechts één concertprogramma leidde hij – in februari 2018 – bij het Nederlands Philharmonisch Orkest in het Concertgebouw aan de Van Baerlestraat. Toch werd hij uitverkoren om muzikaal leider bij beide instellingen te worden. En hij zei ja.

“Het is een droom om met één orkest in steeds dezelfde bezetting zowel opera uit te voeren als symfonische muziek te spelen”, vertelt hij. “Het operahuis, het Concertgebouw, de musici, het management en de stad bieden vele mogelijkheden.”

Het is eigenlijk een blind date, deze verbintenis, merk ik op. “Nee, niet echt”, reageert Viotti. “Ik heb het orkest leren kennen toen ik gevraagd werd om een programma over te nemen omdat de geplande dirigent uitviel. Ik had toen al contact met orkestdirecteur Rob Strevelaar en operadirecteur Sophie de Lint. Zij hadden mij laten weten dat zij geïnteresseerd in mij waren om op proef een opera te dirigeren, maar ik had helemaal geen tijd. Mijn agenda zat voor drie jaar vol. Maar door de afzegging en een gat in mijn agenda kon ik toch ingaan op de vraag.”

“Het was een pittig programma, met onder meer Stravinsky’s Petroesjka in de uitgebreide versie van 1911. Nieuw voor mij en voor het orkest. Vanaf de eerste repetitie voelde ik een openheid en een flexibiliteit bij de musici om eraan te werken. Daar merkte ik aan dat het NedPhO ook een operaorkest is. Na klank is flexibiliteit het belangrijkste. Er was meteen onderlinge verbinding. Overigens wisten de musici niet dat ik op proef kwam. Wie weet was de chemie dan heel anders geweest. Deze ene keer was genoeg om ja te zeggen, want wanneer weet je dan wél of het wat wordt. Na twee, na drie keer?”

“We wilden geen kopie van Marc Albrecht”

Zowel Rob Strevelaar als Sophie de Lint stonden te popelen om contracten op te stellen, want ook uit andere operahuizen en orkesten werd gelonkt naar de sportief ogende, prijzen winnende jonge dirigent. “Viotti kan de grote orkesten als bloemen plukken”, zo stelde een interviewer in een Duits tv-magazine. Maar zo’n verbintenis gaat, zeker in Nederland, niet buiten de musici om. De orkestleiding, de orkestcommissie en losse musici togen naar het Opernhaus Zürich, waar Viotti Werther van Massenet dirigeerde. De ervaring daar opgedaan, trok iedereen royaal over de streep.

Voor Sophie de Lint was het een bevestiging van haar eigen waarnemingen. Zij hoorde twee jaar geleden op het festival van Montreux een symfonisch concert onder zijn leiding. Daar werd het eerste contact gelegd tussen De Lint en Viotti. Ook in zijn opera-activiteiten volgde zij hem.

“Mijn zoektocht naar een opvolger voor Marc Albrecht begon onmiddellijk toen ik bij DNO werd aangesteld”, vertelde ze woensdag bij de presentatie van de nieuwe chef. “Rob Strevelaar en ik maakten een lange lijst van mogelijke kandidaten. We wilden geen kopie van Marc Albrecht. We zochten naar een andere stijl, een ander repertoire voor de opera, maar natuurlijk moesten we ook rekening houden met de laatromantische traditie van Mahler en Wagner. In de 25 jaar dat ik in dit vak zit, heb ik geen jonge dirigent meegemaakt die met zo veel natuurlijke autoriteit omgaat met orkestmusici en zo veel liefde en respect toont voor zangers.”

Wie haar woorden op waarheid wil toetsen, vindt op internet verschillende video’s van Viotti’s repetities met opera en symfonische repertoire.

“Wat wil je meer als je gerenommeerde dirigenten aan het werk kunt zien?”

Viotti, weelderige haardos en flinke baard, staat er ontspannen bij in een casual grijs jasje en broek met witte sneakers eronder. Opvallend is zijn smaak voor sieraden in de vorm van mooie zilveren armbanden en ringen. Weliswaar opgegroeid in Franstalig Zwitserland (Lausanne) spreekt hij even vloeiend Engels als Duits.

In een interview leer ik hem kennen als een ingetogen, zacht sprekende en vlotte verteller over wat hem bezielde om net als zijn internationaal bekende vader Marcello (gestorven toen Lorenzo 14 jaar was) dirigent te worden. “In Lyon studeerde ik aan het conservatorium piano, slagwerk en zang. Ik ben bariton, maar ik heb nooit op de bühne gestaan. Tijdens operarepetities zing ik als een zanger er niet is. En ik heb veel in koren gezongen, onder meer bij de Wiener Singverein, waar ik alle grote koorwerken leerde kennen toen ik drie jaar in Wenen directie studeerde. Want ik was erachter gekomen dat ik dát wilde: dirigeren.”

“Ik ging zo vaak mogelijk naar repetities van dirigenten. De lessen op het conservatorium liet ik links liggen, want wat wil je meer als je gerenommeerde dirigenten aan het werk kunt zien? Dat was mijn school. Daar heb ik geleerd hoe het psychologisch werkt als één persoon voor honderd personen staat. Wat het betekent om samen muziek te maken.”

“Rossini is de zon voor allen”

Welke richting zou Viotti op willen gaan met de operazijde van zijn nieuwe job? Ik leg hem die vraag voor met de toevoeging dat nogal wat operaliefhebbers zich de afgelopen jaren erover beklaagden dat er te weinig Italiaanse repertoire werd uitgevoerd bij DNO. Te weinig belcanto, te weinig Donizetti, Bellini en Rossini.

In zijn reactie verheft Viotti enigszins zijn stem: “Ah, Rossini is een medicament voor iedereen, hij is de zon voor allen. In zijn muziek zit een geniale lichtvoetigheid. Ook operette is een genre dat ik ongelooflijk waardeer. Ik denk dan aan de werken van Franz Léhar, aan die andere Strauss, Johann, en voor de Franse muziek aan Jacques Offenbach. Ik dirigeerde in Parijs diens La belle Hélène.”

Viotti ontving bij zijn presentatie een bokspaal. (© Desiré van den Berg)

“Mijn palet is tamelijk breed. Ik kom uit de Franse en Italiaanse cultuur, maar ik heb ook zes jaar in de Duitse cultuur geleefd. De keuze van het repertoire hangt ook af van wat het orkest te bieden heeft.”

Vooralsnog treffen we Viotti in seizoen 2021/2022 in de operabak aan met twee titels uit de Italiaanse operacultuur: Otello van Verdi en Tosca van Puccini.

“Ik zal minimaal twee producties per seizoen doen”

Een online overzicht laat zien dat Viotti in 2015 zijn operacarrière begon met een Rossini in het Teatro La Fenice: La cambiale di matrimonio, vlak nadat hij in Salzburg een concours voor jonge dirigenten had gewonnen. En in Lyon dirigeerde hij Viva la Mamma van Gaetano Donizetti.

Het valt op dat juist Italiaanse titels in de meerderheid zijn in zijn activiteitenlijst tot juni-juli 2020. Dan dirigeert hij in de Parijse Bastille La bohème. In de maanden daarvoor staat hij in de Sächsische Oper te Dresden voor Madama Butterfly (in een regie van de Japanner Amon Miyamoto). Tosca komt drie keer voor in zijn werklijst en Rigoletto tweemaal. Frans repertoire ligt hem goed met opvoeringen van Werther en Carmen (dezer dagen bij de Opéra national de Paris). “Maar in Amsterdam zal ik mijn debuut met Wagner maken”, zegt Viotti met een lachje.

Hij bezocht ter kennismaking met DNO de net beëindigde productie van Tannhäuser onder leiding van zijn voorganger Albrecht. “Ik had al rondgekeken in het operahuis en bezocht er onder meer een repetitie voor Die Zauberflöte. Ik zal minimaal twee producties per seizoen doen. En ik ben vijf tot zeven weken bezig met de symfonische programma’s voor het NedPhO. De balans tussen opera en symfonisch repertoire is voor mij erg belangrijk. Ik houd dan nog tijd over voor één operaproductie elders, en ik ben ook chef-dirigent, sinds medio 2018, van het Orquestra en Coro Gulbenkian in Lissabon. Een geweldig goed ensemble, waar ik graag naartoe ga.”

Als Viotti in 2020 aantreedt in Amsterdam voor de eerste symfonische concerten en in 2021 voor het operabedrijf, heeft hij al een indrukwekkende carrière gemaakt, met stops in onder meer Wenen (zowel Wiener Philharmoniker als Wiener Symphoniker), München (Philharmoniker), Amsterdam (Koninklijk Concertgebouworkest), Dresden en Milaan (Scala-orkest), waar hij werken van onder anderen Stravinsky, Sjostakovitsj, Rachmaninov, Brahms en Beethoven leidde.

Het Deens Radio Orkest in Kopenhagen zette een aantal concerten met die werken op internet, zodat de symfonische kant van Viotti alvast geproefd kan worden…

https://www.youtube.com/watch?v=7bHymE0jspg

Vorig artikel

Cineast Pleger regisseert Tristan und Isolde

Volgend artikel

Pappano dirigeert KCO in requiem Berlioz

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman