AchtergrondFeatured

‘Met boventitels beleef je opera intenser’

Boventitelaar is niet bepaald de meest dankbare job in het operabedrijf. Jurjen Stekelenburg doet het echter al sinds eind 1994. En met grote gedrevenheid. Want hoe onderschat het ook is, het belang van goede boventitels is groot. ,,Het publiek beleeft opera intenser.”

Met een studie technische natuurkunde heeft Stekelenburg niet de meest voor de hand liggende achtergrond voor een baan in het operaleven. Tijdens zijn studie merkte hij echter al snel dat zijn hart in de muziek ligt en niet in de natuurkunde.

Toen hij eind 1994 van iemand hoorde dat de Nationale Reisopera met boventiteling wilde beginnen, was hij er dan ook snel bij. In eerste instantie werd zijn sollicitatie niets, maar toen de boventitelaar die aangenomen was niet op kwam dagen, werd Stekelenburg alsnog ingeschakeld.

Inmiddels is Stekelenburg vaste boventitelaar bij de Reisopera. En hij werkt vanuit zijn bedrijf CommuniCanto ook voor instanties als het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Concertgebouw en de NPS (met bijvoorbeeld de ZaterdagMatinee).

Je doet dit werk nu al zo’n vijftien jaar. Is het een ondankbare taak?
,,Aan de ene kant wel. Heel veel mensen zeggen: je hebt toch al een vertaling? Maar een boventiteling is niet zomaar een vertaling, het kost je soms twee weken fulltime werk om van vertaling naar een boventiteling te komen. Aan de andere kant krijg ik mijn waardering wel. Als ik achter in de zaal de boventiteling heb bediend, draaien mensen zich wel eens om bij het applaus en klappen voor me.”

Vertaal je de libretti zelf?
,,In het begin niet, nu doe ik het soms. De ZaterdagMatinee van Guillaume Tell vorig seizoen heb ik bijvoorbeeld zelf vertaald, want daar was geen Nederlandse tekst van beschikbaar. Maar dat is wel ploeteren.”

‘In het beginstadium waren veel regisseurs er faliekant tegen’

Hoe maak je vervolgens van de vertaling een boventiteling?
,,Ik begin altijd met een grondig onderzoek. Ik luister de muziek, lees over het stuk, bekijk het klavieruittreksel. Vervolgens hak ik de tekst in mootjes, aan de hand van de ‘ademhaling’ in de muziek.

Aan de hand daarvan ga ik de vertaling bewerken. Soms neem ik stukken letterlijk over, soms laat ik delen weg. Van de recitatieven in Don Giovanni houd ik bijvoorbeeld maar 30 of 40 procent over.

Waar het om gaat, is dat je de essentie eruit haalt en daarbij respect bewaart voor het stuk, de regie en het drama. Een grap moet je bijvoorbeeld niet te vroeg weggeven en als er in het Italiaans naar een bepaald woord wordt toegewerkt, moet je dat ook in de boventiteling over proberen te brengen.”

Is in dat opzicht de ene opera moeilijker dan de andere?
,,Wagner zit natuurlijk vol alliteraties en breedsprakigheid, dat is lastig. Het gaat maar door en alles houdt verband met elkaar. Maar in Verdi-opera’s heb je vaak ensembles waarin drie of vier partijen door elkaar heen lopen. Of neem de finales van Mozart, daar heb je vreselijk veel tekst. Dan moet je telkens net die partij eruit pikken die er in de muziek uitspringt.”

Hoe denken regisseurs over de boventiteling?
,,In het beginstadium waren veel regisseurs er faliekant tegen. Het stond hun ‘meesterwerk’ in de weg. Nu is dat minder. Al zie ik heel wat regisseurs voorbijkomen die een regieconcept hebben dat wringt met de opera en dan zeggen dat de boventiteling niet goed is. Soms willen ze zelfs dat ik bepaalde regels aanpas.”

Klopt het ook niet een beetje dat de boventiteling de aandacht van het publiek afleidt?
,,Ja, dat is de prijs die je betaalt. Maar als je timing goed is en als je je zinnen zo helder en kort mogelijk maakt, kan het publiek instinctief aanvoelen wanneer het moet kijken. Aan een korte blik hebben ze dan genoeg.

Als je het goed doet, moet het organisch lopen, dan blijft het publiek de hele tijd op het puntje van zijn stoel zitten. De beleving van een opera wordt veel intenser door boventitels. Voorheen was die beleving voorbehouden aan de kenners, nu is het toegankelijk voor iedereen.”

Vorig artikel

Xynix vindt nieuwe kinderopera uit

Volgend artikel

Onbekende Paisiello pover op cd gezet

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. 16 februari 2010 at 15:27

    Ik vind het verschrikkelijk boven titeling.Ten eerste het leidt enorm af.Als men nnar een opera gaat lees dan eerst het verhaal van ter voren .Verdiep je in de geschiedenis.
    Je mist zoveel van wat er op toneel gebeurd,omdat je zo zit te lezen.Nee ik vind het 3x niks.
    Vroeger bestond het ook niet,je gaat om de zang e het gebeuren.

  2. Basia Jaworski
    16 februari 2010 at 17:34

    Een paar jaar geleden heb ik Marylin Horne geinterviewd.
    Ik citeer een fragment:

    Heeft ze een verklaring voor de immense populariteit van de opera in de laatste jaren?
    “Ja zeker! De boventitels!”
    De boventitels?
    “Absoluut! Luister, een paar dagen geleden was ik in de MET, naar ‘La Bohéme’. Zelf heb ik ooit zowel Mimi als Musetta gezongen, en nu kon ik voor het eerst volgen wat de anderen te zeggen hadden”.

  3. Neil van der Linden
    16 februari 2010 at 18:22

    Pet af altijd voor de goede boventitelaars. En bij de Reisopera en de Matinee zit het altijd wel goed. En bij DNO ook.
    Ik ken de meeste synopses echt wel, maar het letterlijk kunnen volgen van de nuances van de tekst helpt toch heel goed de bedoelingen van een werk te begrijpen. En dat is toch ook wat de componist voor ogen stond ten aanzien van het publiek dat de taal verstaat waarin het libretto is geschreven. Ik wordt meer afgeleid als ik bij afwezigheid van boventiteling toch veel mis dan door de boventiteling. Bovendien is die op een plaats aangebracht waar je gemakkelijk niet kunt kijken als je er geen behoefte aan hebt.
    Interessant om iets te lezen van dit aspect van opera letterlijk achter de (letter-)schermen. En bij de timing van de te projecteren tekst komt enig inzicht in ruiimte-tijd-relaties zoals een natuurkundige die kent toch van pas. Ervan afgezien dat de lichttechniek enig natuurkundig inzicht vergt. Dus toch geen weggegooide studie lijkt mij ;-).