Recensies

Grimes on the beach: een uniek document

Het jaar 2013 werd gedomineerd door Wagner en in mindere mate Verdi, die hun tweehonderdste verjaardag vierden. Het honderdste geboortejaar van relatieve nieuwkomer Benjamin Britten bleef wat in de schaduw van de oude meesters. Maar niet overal. Zeker niet in Aldeburgh. Peter Grimes kreeg daar een prachtige uitvoering op het strand.

Benjamin Britten en zijn partner Peter Pears woonden lange tijd in het vissersplaatsje Aldeburg, aan de Noordzee. Voordien bracht de componist in die omgeving zijn kinderjaren door. De inspiratie die Britten kreeg uit het gedicht The Borough van George Krabbe, en dan specifiek het verhaal over de visser Peter Grimes, kan niet los worden gezien van zijn eigen herinneringen aan een vergelijkbare gesloten gemeenschap.

Peter Grimes ging in 1945 in première, direct na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Het is de meest gespeelde Britse opera uit de twintigste eeuw en in mijn beleving een werk dat Britten daarna niet meer heeft kunnen overtreffen. Zijn meesterwerk was echter nog nooit opgevoerd tijdens het door Britten en Pears geïnitieerde Aldeburgh Festival. De viering van het honderdste geboortejaar van de componist bleek een niet te missen aanleiding om deze omissie te herstellen.

Er werden in mei en juni van dat jaar een paar concertante uitvoeringen van het werk gegeven, gewoon in een zaal. Hiervan werden geluidsopnamen gemaakt, waarop specifiek orkest en koor te horen zijn. Daarna werden nog drie voorstellingen op het strand van Aldeburgh gegeven, waarbij live werd gezongen met begeleiding van die geluidsband.

Op de film die hiervan is gemaakt, valt dat in het geheel niet op. Je ziet natuurlijk geen orkest, maar alleen uit het ontbreken van microfoontjes bij de koorleden kan worden opgemaakt dat ze niet live te horen zijn. De geluidskwaliteit van de zang door de solisten is verrassend goed; geen bijgeluiden ondanks de zo nu en dan flinke wind. De rokken van de ‘nichtjes’ waaien regelmatig op.

Vloedlijn

Het decor van Leslie Travers is spectaculair: een 40 meter brede, half ingestorte houten promenade met de suggestie van een aanlegsteiger. Verder ligt er een afgedankte boot op zijn kant en nog een paar kleinere bootjes op het strand. Het geheel biedt plaats aan alle solisten en koorleden tegelijkertijd. Ze moeten wel goed uitkijken waar ze lopen. Het centrale deel van de stellage doet tevens dienst als binnenruimte, met name de pub van Auntie en haar twee nichtjes.

Voortdurend is de zee op de achtergrond waarneembaar; er wordt vlak bij de vloedlijn gespeeld. Tijdens de tussenspelen zijn eerder gemaakte opnamen te zien, waarin mooie beelden van een ruige zee en voortsnellende wolken voorkomen. Zeker gelet op het onvoorspelbare weer daar aan de kust was dit project een waagstuk, maar alles is op zijn pootjes terechtgekomen.

De tijd van handeling komt in deze productie overeen met die van de première, heel goed te zien aan de kleding. Om onduidelijke redenen begint de film met beelden van een Spitfire die overvliegt en een stuntje uitvoert. Ja, de oorlog is voorbij en ja, Britten was een pacifist die zijn land was ontvlucht. Verder nog iets?

Genadeschot

Alan Oke geeft een zeer fraaie en overtuigende vertolking van de misantropische visser Grimes, een buitenstaander met een opvliegend karakter. Zijn karakter laat niet toe dat hij wordt geholpen, hoezeer Ellen Orford en Captain Balstrode dat ook proberen, zonder zich aan hem op te dringen. Dat het met Grimes slecht gaat aflopen, weet je al direct aan het begin. Zijn leerling is op zee overleden aan dorst en uitputting, gevolg van een totaal gebrek aan inzicht en empathie van de kant van Grimes. Je kunt een jongen van twaalf niet behandelen als een volwassene, zeker niet onder zware omstandigheden.

Giselle Allen als schooljuffrouw Orford moet wat forceren aan het begin van de scène die komt na ‘Nothing to tell me?’, maar is verder zeer goed tegen de partij opgewassen. Ze klinkt goed en oogt wat hulpeloos, ook als ze een beetje van zich afbijt. Ook zij is feitelijk een outsider, omdat ze het voor Grimes opneemt. En als ze met de wagenmenner Hobson meegaat om een nieuwe leerling voor Grimes uit het weeshuis te halen, maakt ze zichzelf medeplichtig aan wat komen gaat. En wat eigenlijk ook te voorzien was. Goede vertolking door Allen.

Dat geldt ook voor de gepensioneerde Captain Balstrode, de man van de grote vaart die er moeite mee heeft Grimes onnodig te zien lijden. Hij doet het zichzelf aan allemaal, maar toch wil Balstrode hem helpen. ‘She will have you now’, zegt hij tegen Grimes, als deze aangeeft extra hard te moeten werken voor een status die nodig is om met Ellen te kunnen trouwen. Grimes wil geen huwelijk uit medelijden, dan maar liever blijven lijden. David Kempster zet een zeer sympathieke Balstrode neer. Zijn advies op het einde, om de zee op te gaan en de boot te laten zinken, is als een soort genadeschot waarmee Grimes uit zijn lijden wordt verlost.

De overige rollen zijn adequaat bezet met onder meer Charles Rice als een prettig gluiperige Ned Keene, de pillendraaier en pseudoarts, Gaynor Keeble als Auntie en Henry Waddington als Swallow. Het Britten-Pears Orchestra levert een fantastische prestatie, evenals het koor van Opera North. Steuart Bedford heeft de muzikale leiding. De regie is in handen van Tim Albery (toneel) en Margaret Williams (film).

Peter Grimes on Aldeburgh beach is een uniek document. Het was twintig jaar geleden dat ik dit werk in het theater zag en deze opname was een ideale manier om de kennismaking te hernieuwen.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Anna, Antony en Appl

Volgend artikel

De Belgische operahuizen spelen door

De auteur

Peter Franken

Peter Franken