CD-recensies

Massenets Don César: heerlijke zomerkost

Vakantie aan de Costa’s zal er deze zomer voor velen nog niet inzitten. Maar een opname van Don César de Bazan, een vroege Massenet-opera, bezorgt de Viva España-stemming aan huis. Laurent Naouri blijft een komische topper en jonge sopraan Elsa Dreisig is een bohémienne om te zoenen.

Als haastklus componeerde de 30-jarige Jules Massenet in 1872 zijn eerste avondvullende opera Don César de Bazan, met dertien uitvoeringen matig ontvangen. Een brand verzwolg in 1887 de orkestpartijen, ogenschijnlijk de doodsteek voor deze opéra-comique. Liefdevol maakte Massenet het jaar daarop een nieuwe versie, die in 1925 als laatste stop Den Haag aandeed. Alleen een Russische verfilming en de Sevillana, een paradepaardje voor coloratuursopranen, hielden sindsdien de herinnering levend.

Tot 2016. Toen verzorgde het ensemble Les Frivolités Parisiennes een nieuwe productie, waarbij enkele in 1888 geschrapte nummers waren gereconstrueerd. Deze cd-uitgave is de neerslag daarvan en bewijst dat Massenet zijn stijlkenmerken al vroeg volledig beheerste. Dirigent Mathieu Romano laat het orkest van het gezelschap even puntig als flamboyant wervelen in de kleurrijke, levenslustige melodieënstroom, door Camille Saint-Saëns destijds treffend vergeleken met oriëntaalse weefsels.

De kluchtige Spaanse intrige, losjes gebaseerd op Victor Hugo’s toneelstuk Ruy Blas, laat zich amper navertellen. Alles draait om een gearrangeerd huwelijk tussen de ter dood veroordeelde, verarmde edelman Don César en straatzangeres Maritana. Zij wordt hierdoor een aanvaardbare maîtresse voor koning Charles II, een opzet waarmee eerste minister Don José kans hoopt te maken bij de koningin. Deze konkelaar delft uiteraard het onderspit, terwijl Don César en Maritana samen het geluk vinden.

Boeiend is de originele cast, met zangers die kort daarna de rollen van Carmen, Don José en Escamillo zongen in de première van Bizets meesterwerk. Overigens vertolkte Célestine Galli-Marié in plaats van Maritana de goedhartige straatjongen Lazarille. Marion Lebègue heeft een donkerder en wolliger mezzo dan ik me bij de eerste Carmen voorstel, maar ze geeft haar melancholieke solo’s veel elan. Lazarille’s duet met Maritana ademt de sfeer van Delibes’ bloemenduet of Offenbachs barcarolle.

De tenorpartij van Charles II ligt even hoog als Bizets Don José, beiden gecreëerd door Paul Lhérie. De plezierig getimbreerde Thomas Bettinger moet zich hoorbaar inspannen, wat hier de hitsigheid en onoprechtheid blootlegt van de koning, zeker niet de romantische held in het stuk. Christian Helmer maakt van de snode eerste minister geen karikatuur, maar leent hem een elegante, brede bariton.

Titelrolvertolker Laurent Naouri is al decennia een vaste Franse waarde en vooral in tedere passages klinkt zijn baritongeluid droger en onvaster dan voorheen. Zijn onverflauwde, humorvolle bravoure komt hem echter van pas bij Don César, net zo’n branieschopper als Escamillo, maar met een goudeerlijk hart. De grootste zuurpruim gaat voor de bijl als Naouri een oude vrijster imiteert. Op de top van de consternatie wisselen César en Charles van rol, de serieuze vraag belichtend wat ‘ware adel’ inhoudt.

Sopraan Elsa Dreisig zingt niet het al genoemde kunststukje Sevillana (in feite de vocale variant van een entr’acte), maar de coloraturen in haar entree zijn puntgaaf. Maritana is een bohémienne met de inborst van een Micaëla. Deze door weemoed getinte onschuld brengt de Française verrukkelijk tot leven, met voldoende dramatische reserves als Maritana zich kortstondig schaamt voor haar ambitie.

Vermelding verdient nog het frisse koor Ensemble Aedes. En ook de ontbrekende dialogen (al is het complete libretto te downloaden). Hoewel dit de schwung goed doet, lijkt de ontknoping afgeraffeld. Dit komt deels op conto van Massenet, die naar mijn idee later effectiever voor grote ensembles wist te schrijven. De aria’s en duetten, in vorm nog traditioneel, maar vol verve en pittoreske charme, staan echter garant voor vele genietingen, zeker met daarbij een goed glas sangria in de hand.

Zie voor meer informatie over de opname de website van Les Frivolités Parisiennes.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Barb, Levy en Anna

Volgend artikel

Channa Malkin geeft recital in Den Bosch

De auteur

Martin Toet

Martin Toet