Operarecensie

Les Arts Florissants floreert in de Doelen

William Christie’s beroemde barokensemble Les Arts Florissants debuteerde gisteravond in De Doelen in Rotterdam met twee concertante opvoeringen van muziektheaterwerken van Rameau: Anacréon en Pygmalion. Een feest voor oog en oor.

William Christie (foto: Michel Szabo).

Het eerste optreden van Les Arts Florissants was feestelijk. Dat lag niet zozeer aan de bezetting van de zaal, want die was net halfvol. Het applaus uit de zaal droeg ook niet echt bij, al kwam dat bij het slot wel wat meer op temperatuur. Het feestje werd bepaald door tekst en muziek op het podium, vol lust, liefde en wijn.

William Christie, de Amerikaan die er zo goed in slaagt de Fransen hun grote barokcomponisten als Lully, Rameau en Charpentier te herinneren, bracht Rameau naar Rotterdam.

Rameau was een tijdgenoot van Bach, maar de verschillen tussen de Duitse gereformeerdheid en de Franse zwier zijn aanzienlijk. Waar Bach zijn noten noteerde onder teksten als ‘Ich hatte viel Bekümmernis’, laat Rameau zijn protagonist Anacréon teksten zingen als ‘Buvons sans cesse, aimons toujours’.

Rameau, wiens standbeeld op het centrale plein in Dijon staat, schreef de laatste decennia van zijn leven alleen muziektheater, in totaal zo’n dertig werken. We hoorden en zagen twee van die stukken, beide met een mythologische achtergrond. In Anacréon staat de vraag centraal of liefde en wijn goed samengaan en Pygmalion verhaalt over de beeldhouwer die zo tevreden is over een beeld dat hij uit ivoor maakt, dat hij er verliefd op wordt.

Afgelopen zomer was het gezelschap van Christie met Pygmalion in Carré in Amsterdam te zien, waar ze een versie brachten met dansers en een uitgebreide choreografie van Trisha Brown. Zou deze concertante versie minder, saaier, kaler zijn?

Driewerf nee. De muziek van Rameau is levendig en rijk. Er gebeurt voortdurend van alles in het orkest. Het onweert, het tempo wisselt en de zangpartijen zijn meeslepend. En, zoals je dat van een speelse dirigent als Christie mag verwachten: er was toch nog wel de nodige beweging op het podium. De solisten acteerden tijdens hun zang en het koor deed terloopse choreografieën en gooide er desgewenst een keurig gedanste ‘gigue’ uit.

Alain Buet zong een charmante, guitige Anacréon en haute contre (hoge tenor) Ed Lyon was, ook zonder de aankleding en regie van de gedanste versie, een viriele en gepassioneerde Pygmalion. Zijn slotaria was de enige scène waarin er slechts één solist voor het orkest stond en hij greep zijn moment met beide handen aan, pleitend voor de vlammende liefde. Lyon is de komende jaren te zien in Glyndebourne en zal later dit jaar werken met Emanuelle Haim.

Les Arts Florissants (foto: Guy Vivien).

De kwaliteiten van de sopranen, Hanna Bayodi-Hirt en Emmanuelle de Negri, ontliepen elkaar niet veel. De Frans-Marokkaanse Hanna zong en acteerde met veel gemak, net wat meer dan haar collega, en dat maakte haar voor mij de meest overtuigende van de twee.

William Christie is een levendige dirigent, die met zijn hele lichaam, zijn ogen, zijn stem en zijn ademhaling het orkest en de zangers leidt. Maar als ik de maestro een tip mag geven: doe wat aan het licht. Doe wat het Kronos Quartet al lang doet: neem je eigen licht mee, maak sfeer in die kale concertzaal en laat het publiek zien dat die door teveel bovenlicht veroorzaakte zwarte gaten in feite de stralende ogen van zangers en musici zijn.

Dankzij Rameau en de musici die hem tot klinken brachten, rook en klonk het in de stad waar bier, oude genever en schelvispekel de gangbare dranken zijn, even naar een nobele witte Bourgogne.

Vorig artikel

Operadagen Rotterdam onthult 6e editie

Volgend artikel

Discografie: Billy Budd

De auteur

Francois

Francois