Operarecensie

Studenten geven Lully-opera fraai klank

Met de onbekende Lully-opera Cadmus et Hermione vestigde het Utrechts Conservatorium gisteravond de aandacht op het talent dat er momenteel in opleiding is. Een uitstekende voorstelling, met fraaie stemmen, levendige muziek en geestige regie.

Cadmus et Hermione was de eerste tragédie-lyrique van de hand van Jean-Baptiste Lully, de bekende hofcomponist van Lodewijk XIV. Het Utrechts Conservatorium heeft de leus ‘Hoe Ware Liefde overwint’ op de productie geplakt, en dat vat het stuk wel aardig samen.

De hoofdrollen Cadmus en Hermione.

Prins Cadmus moet de nodige beproevingen doorstaan (een draak, een reus, een jaloerse Junon), maar wordt uiteindelijk verenigd met zijn geliefde Hermione, de dochter van Mars en Venus. Een avontuur met zowel tragiek als komedie.

In de regie van Gusta Gerritsen ligt de nadruk op de komische kant, met de nodige kolderieke scènes, geslaagde grappen en rake kostuums (geleend van de Reisopera). Gerritsen maakt handig gebruik van de J.M. Fentener van Vlissingenzaal door het publiek op het toneel op te stellen en de solisten door de zaal te laten banjeren, onder het waakzaam oog van de goden op het balkon. Een slimme zet, al moet het zicht dat je als toeschouwer hebt daar wel onder lijden.

Een ensemble van zo’n 25 jonge musici geeft de opera onder leiding van Vincent de Kort levendig vorm. Niet altijd helemaal zuiver, maar de vaart en sfeer maken dat ruimschoots goed. Die vaart wordt overigens geholpen door het feit dat er slechts een selectie van scènes wordt opgevoerd, niet de hele opera.

De opera telt vele kleine rollen en diverse koorpassages, wat een grote groep zangstudenten de kans geeft van zich te laten horen. Robert Brouwer en Ingrid Nugteren vormen een prachtig paar in de titelrollen. Brouwer met een stijlvolle, verzorgde bariton, Nugteren met een stralende, gelijkmatige sopraan. Hun duetten zijn de hoogtepunten van de avond.

De andere rollen zijn eveneens met fraaie stemmen bezet, waarbij enkele talenten er voor mij uitspringen. Charlotte Houburg laat een rijke sopraan horen als L’amour, Marge Post zingt met krachtige stem Junon, altus Pjotr Baranski geeft een bijzonder grotesk optreden, Dodi Soetanto imponeert met zijn bas als Mars/Jupiter en Channa Malkin overtuigt met haar heldere, aansprekende sopraan in de rol van Charite.

Cadmus et Hermione is in mijn ogen geen bijster opwindende opera, maar het Utrechts Conservatorium heeft er met weinig middelen veel van weten te maken. Hopelijk volgen er meer van zulke projecten.

Cadmus et Hermione wordt vanavond (woensdag 1 februari) nogmaals opgevoerd in de J.M. Fentener van Vlissingenzaal in het Utrechts Conservatorium.

Vorig artikel

Kremer zingt ‘sensationele’ Norma in Leeds

Volgend artikel

Tcherniakov regisseert sprookje bij DNO

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

11Reacties

  1. tomson
    1 februari 2012 at 14:08

    onbekende opera?? Echt???

  2. Basia Jaworski
    1 februari 2012 at 15:27

    Echt. Tenzij je net een wetenschappelijk onderzoek naar Lully hebt afgerond.

  3. M. Van Dongen
    1 februari 2012 at 16:21

    Ik was gisteren ook aanwezig. Het ultieme bewijs dat onze overheid in talent van eigen bodem moet blijven investeren! Een sprankelende voorstelling, veel saamhorigheid. Leuke regie inderdaad, humor is de beste manier om studenten op hun gemak te laten voelen waardoor ze de kans krijgen te stralen.
    Ik vind dat de recensent hierboven de leerlingen in het orkest onderbelicht. Ze waren zeer geconcentreerd. Een aantal bespeelden zelfs originele barok instrumenten (snaren van darm etc.) en daar zijn andere technieken voor nodig. Ik doe het ze in ieder geval niet na. Ik begreep na afloop dat ze er niet eerder les in hadden gekregen? Dan is het al helemaal verbluffend wat deze dirigent voor elkaar heeft gekregen!! Het koor, ook schitterend en fijn licht, positief gedirigeerd. Boeiend om te zien dat de zangstudenten ieder een eigen ‘geluid’ hebben en dat lieten horen. Daar is lef voor nodig. Knap dat regisseuse en dirigent ze die steun en veilige omgeving hebben geboden.
    Ik had overigens geen last van “niet helemaal zuiver”, maar misschien zat ik beter/verder weg? Ja, af en toe een rafel natuurlijk, maar daar zijn het studenten voor! Chapeau!

  4. martin
    1 februari 2012 at 18:14

    Echt niet hoor Basia! Nog maar een paar jaar geleden is een fraaie (maar ook beetje saaie) dvd verschenen van Cadmus et Hermione, uitgevoerd door Le Poème Harmonique onder leiding van Vincent Dumestre. Hier de link naar een YouTubefilmpje: http://www.youtube.com/watch?v=IqJZPzi_Odw Eerder had hetzelfde gezelschap Le Bourgeois Gentilhomme van Molière/Lully vastgelegd, daar werkte het verregaande streven naar authenticiteit (er wordt zelfs alleen kaarslicht gebruikt!) naar mijn idee veel beter.

    Vorige maand werd op deze site Strauss’ Die Liebe der Danae ook al als volslagen onbekend neergezet, maar die staat sinds jaar en dag in mijn cd-kast… Niet dat mijn repertoirekennis zo groot is; het heeft vast te maken met de mythologische thema’s want zo ben ik ooit aan de opera verslingerd geraakt.

    In Cadmus et Hermione draait het overigens niet om het voorspelbare liefdesverhaaltje; het is eigenlijk een politieke allegorie waarin van ‘onze’ stadhouder-koning Willem III een weinig vleiend beeld wordt geschetst.

  5. Basia Jaworski
    1 februari 2012 at 19:26

    @ Martin – het ligt aan jouw/uw keuze.
    Mensen verzamelen en dat is meer dan geweldig, maar dat betekent niet dat iets, wat _jij_ goed kent ook in het algemeen bekend is.

    Even dit:
    Ik ken zo wat alles, en dan bedoel ik echt _alles_.
    Dus ja – ook de Lully en Daphne en heel erg veel meer.
    Ik schrijf het niet om op te scheppen, maar om te duiden dat als jij een prof bent of een verzamelaar dan weet jij het wel.
    Maar een doorsnee liefhebber heeft daar echt NOOIT van gehoord.

    Een proef op de som – ik ga nu een paar opera’s noemen. En ik wil weten of jij er ooit van gehoord hebt. Laat staan ooit de opnamens van hebt gehoord. En ze zijn _allemaal_ ooit (en soms meerdere keren!) opgenomen!

    Daar gaan wij:

    Great Gatsby
    Morning becomes Elektra
    Susannah
    Dead Man Walking
    L’Upupa
    Halka
    Straszny Dwor
    The consul
    Medium
    The Telephone
    Hunyadi Laszlo
    Flis
    Rosmonda d’Inglithera
    Golem
    Irrelohe
    Christoforo Colombo
    La Conquista di Granata
    Iphigenia en Tracia
    A Village Romeo and Julliet
    Godiva
    Lodoletta
    Die Kathrien

    en ik kan doorgaan, hoor!
    Voor de duidelijkheid – van al die titels heb ik _minstens_ een opname in huis. Een paar zelfs op DVD.
    Betekent het dan dat het algemeen bekend is?
    Nee, natuurlijk niet.

    Sorry voor de uitbarsting, maar soms word ik inderdaad boos.
    Als je alles van Gluck af weet betekent het niet automatisch dat de anderen het ook moeten weten.
    Ooit aan gedacht?

  6. martin
    1 februari 2012 at 20:20

    Boos worden is nergens voor nodig, hoor. Want mijn reactie was helemaal niet negatief bedoeld, en als het ‘wijsneuzerig’ overkwam, dan spijt me dat. Ik heb ook nooit beweerd dat Cadmus et Hermione (of waar ik dan ook eerder over heb geschreven) algemeen bekend is. Maar dat je een wetenschappelijke studie moet hebben gevolgd om ervan gehoord te hebben, lijkt me sterk overdreven. Want ik zal vast niet de enige zijn die de betreffende dvd heeft gekocht… Ik wilde alleen een aanvulling geven, met een leuk filmpje erbij. Als dat niet op prijs wordt gesteld, dan zoek ik mijn heil wel elders.

    Dan nu je ‘test’: op drie na heb ik van deze opera’s gehoord en vier ervan heb ik ook zelf op cd/dvd. Ik ben echter absoluut geen professor en ik leer ook veel over repertoire dat ik niet goed ken door deze site te bezoeken en onder andere jouw artikelen te lezen. Maar een ander kan ook weleens iets aan mijn bijdragen hebben… Dat is toch juist mooi of zie ik dat nou verkeerd?

  7. Basia Jaworski
    2 februari 2012 at 08:42

    Nee, Martin, jij ziet het niet verkeerd. We leren allemaal. Ook ik. Het overkomt ook mij weleens dat ik een opera tegenkom waar ik nog nooit van gehoord heb.
    Recensies worden geschreven niet alleen voor de verzamelaars en/of profs, recensies worden geschreven voor mensen die geïnteresseerd zijn, noem het maar een “algemeen” of een “doorsnee” publiek – en dat bedoel ik niet negatief. Ik weet zeker dat acht van de tien liefhebbers nog nooit van de Lully opera heeft gehoord en een gros wellicht de titel van Danae kent maar de opera zelf niet. Vandaar ook dat je terecht van onbekend/minder bekend mag spreken.

    En nu ben ik nieuwsgierig: van welke drie opera’s in mijn lijstje heb je nog nooit gehoord?

  8. martin
    2 februari 2012 at 17:19

    Natuurlijk kun je over minder bekend of onbekend spreken, daar maak ik ook helemaal geen bezwaar tegen. Maar je opmerking was voor mij aanleiding om te wijzen op de vrij recente dvd. Want iemand die nieuwsgierig is gemaakt door de uitvoering van het Utrechts Conservatorium, vindt het misschien leuk om te weten dat er een opname bestaat. Het zou zomaar kunnen… De Danae noemde ik vooral omdat de minder gangbare opera’s in mijn verzameling meestal een mythologisch thema hebben, dat is alles.

    De drie uit je lijstje die ik niet ken zijn Straszny Dwor, Flis en Godiva, hoewel ik moet toegeven van sommige anderen nauwelijks meer dan de naam te herkennen. Jake Heggie’s Dead Man Walking staat in mijn cd-kast naast Schneewittchen van Heinz Holliger, dat is misschien de meeste obscure titel uit mijn collectie. Of is het La Faretra Smarrita van Sebastiano Moratelli? Hoe dan ook, een mensenleven is te kort om alles te beluisteren wat er alleen al aan opera’s is gecomponeerd en vastgelegd. Gelukkig maar, hoewel het lijstje met echt volledig geslaagde meesterwerken veel kleiner is. Ik geloof dat Olivier Messiaen ooit gezegd heeft dat het er niet meer dan 10 zijn, dat gaat wel erg ver…

  9. Basia Jaworski
    2 februari 2012 at 18:02

    Nu moet ik een beetje glimachen, Martin – hopelijk ga je het mij vergeven!
    Straszny Dwor {Het betoverde Kasteel) van Moniuszko behoort tot de standaard werken, maar van The Great Gatsby (John Harbison) en Mourning becomes Electra (Marvin David Levy) bestaan er geen _officiële_ opnamen. Gatsby heb ik gezien in de Met, met Dawn Upshaw en Jerry Hadley in de hoofdrollen en iemand heeft mij ooit een piratenopname van bezorgd.
    Mourning Becomes Electra is, net als Streetcar, een van mijn lievelings toneelstukken. Ben ook gek op Tennesse Williams, vandaar. Vandaar ook mijn interesse in de opera’s die op zijn toneelstukken zijn gebaseerd.
    Streetcar heb ik inmiddels vier keer live gezien: twee keer in SF (inclusief de wereldpremière)en twee keer in Londen. Maar Electra nog nooit. Het is ook nooit uitgebracht, op een paar aria’s na. Ik heb er drie verschillende uitvoeringen van op cd, allemaal piraat. Overigens: de première vond plaats in de Met, met Sherill Milnes, Evelyn Collier en Evelyn Lear.

    Met Godiva heb ik je een beetje uitgedaagd. De opera heet Isabeau en is van Mascagni.
    En als je _werkelijk_ Die Kathrien hebt gehoord dan neem ik mijn pet voor je af.

    Voor de rest – PAÏS?

  10. martin
    2 februari 2012 at 20:03

    Ja werkelijk, al is het maar via een plaatje van de cd. En natuurlijk sluiten we vrede, ook al heb je me een beetje om de tuin willen leiden… Want we blijken zelfs iets gemeen te hebben, namelijk een interesse in Amerikaanse literatuur en muziek. Ik vind de opname van Previns Streetcar ook heel fraai en zou het werk best een keer in het echt willen horen. Daardoor kende ik in ieder geval de namen van Electra en Gatsby, de laatste mede dankzij Susan Graham, een favoriet van me. Die Slavische titels blijven echter niet bij me hangen (want Het betoverde kasteel zegt me vaag wel wat).

    En voor alle duidelijkheid, ik ben maar gewoon een liefhebber, hoewel misschien via een ongebruikelijke route tot het standaardrepertoire gekomen.

  11. Basia Jaworski
    3 februari 2012 at 13:21

    Martin – wij hebben nog meer gemeen dan je denkt!
    Zo ben ik bij de Amerikaanse literatuur gekomen via ….. de mythologie! Als meisje was ik er gek op en verslond alles wat er over werd geschreven. Zo kwam ik ooit (ik was toen 11, denk ik) bij een boek van Saroyan die (in het Pools) heette “De dood gaat Ithaka niet voorbij”. Ik ging het lezen vanwege Ithaka uiteraard en een nieuwe (in dit geval letterlijk!) wereld ging voor mij open.