Operarecensie

Bach verliest van Händel in de Doelen

Bach moest het gisteravond in de Rotterdamse Doelen doen met een povere uitvoering van drie van zijn werken. Leeftijdsgenoot Händel bracht het er een stuk beter vanaf met twee haarfijne concerti. Anne Sofie von Otter zong tussendoor een weinigzeggend rolletje.

Concert Copenhagen in actie (foto: www.coco.dk).

Het concert van het Deense barokensemble Concerto Copenhagen en de Zweedse mezzosopraan Anne Sofie von Otter was als het ware een tweeluik: voor de pauze Bach, na de pauze Händel. Diverse aria’s werden afgewisseld met instrumentale werken.

Publiekstrekker was uiteraard Von Otter. Maar waar ze haar grote naam aan dankt, werd mij niet duidelijk. Bachs cantate ‘Geist und Seele wird verwirret’ zong ze bedeesd, haast bang om uitdrukking aan de tekst te geven. Soms viel ze zelfs weg in het ensemble, terwijl dat toch echt geen grote formatie was.

In de vier Händel-aria’s na de pauze ontsteeg ze dat niveau amper. Ze produceerde wat fraaiere frases en liet horen een mooi geluid in de strot te hebben liggen, maar het ontbeerde haar aan bezieling. Een triest voorbeeld was ‘Resign thy club’ uit Hercules. Een aria die volgens het boekje over de ‘wanhoop’ van Dejanira gaat, klonk bij haar licht en luchtig. Ze stond er zowat bij te swingen. Een waninterpretatie.

Na het horen van haar Bach verbaasde me het overigens niet dat ze zo gelimiteerd was in haar uitdrukkingsmogelijkheden – of in elk geval zo overkwam. Ze mag dan een knappe stem hebben, het is een stem zonder body, zonder lijf, zonder het gewicht om écht iets over te brengen.

Concerto Copenhagen viel me in het Bach-programma ook tegen. Het oorde nogal rommelig en hier en daar uit balans. De ensembleleden leken de verwoede aanwijzingen van dirigent/organist/clavecinist Lars Ulrik Mortensen niet altijd op te pakken.

Hoe anders klonken de twee concerti van Händel (nr. 4 en nr 10 van zijn opus 6). Het ensemble was veel meer een eenheid en wekte met haarfijne articulatie, spannende tempi en een geweldige timing Händels muziek volop tot leven.

Om wat weldadige momenten te noemen: in het ‘Largo e piano’ van het eerste concerto creëerden de musici eendrachtig een spannend, wegstervend decrescendo, tot de muziek bijna stilviel, om het daarna weer vol energie op gang te trekken. Het ‘Lento’ van het tweede concerto was als een warme deken en in het tweede ‘Allegro’ boden de violen op geraffineerde, animerende wijze tegen elkaar op.

Ondertussen betoonde Mortensen zich een ware ‘maestro al cembalo’ door tegelijkertijd vol finesse zijn klavieren te bespelen én met heel zijn lichaam de andere musici in het gelid te houden. Het leek alsof de muziek door zijn lijf gierde, van kruin tot teen. Een gedrevenheid waar Von Otter best een voorbeeld aan had mogen nemen.

Vorig artikel

Lof voor Westbroek en Van Aken in Walküre

Volgend artikel

Kožená met nieuwste project in Amsterdam

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. Leen Roetman
    5 november 2010 at 17:11

    Ik dacht gisteravond ook ‘ het heeft geen body’ !
    Bedeesd en wezenloos. Rake typering.
    Ik vond Mortensen met concerti van Händel ook niet bijzonder.
    Pas In twee a drie Handel aria’s aan het slot bracht Von Otter enige sprankeling. Teleurstellend.

  2. Theo Bührs
    5 november 2010 at 19:08

    Hetzelfde concert heb ik afgelopen woensdagavond in Leidsche Rijn/Utrecht bijgewoond, althans voor de pauze. In de pauze dacht ik: een wanvertoning. Een protest met de voeten. Ik ben in de auto gestapt en radio 4 aangezet en genoten van schitterende muziek en zang van Guillaume de Machaut. Kort samengevat, Anne Sofie von Otter, mon coeur ne s’ouvre pas a ta voix! Eine blamierende Leistung!

    Te meer daar ik haar schitterend acterend en zingend als Carmen de avond daarvoor op BravaNL had gezien. Het kan verkeren.