CD-recensies

Trekel zingt robuuste Schubert en Strauss

Om nou te zeggen dat hij ‘één van de grootste liedzangers van deze tijd’ is, zoals De Doelen hem aankondigde, gaat mij te ver. Maar het recital dat Roman Trekel gisteravond gaf, was beslist de moeite waard. De Duitse bariton zong robuust en met veel drama liederen van Schubert en Strauss, uitmuntend begeleid door Reinild Mees.

Roman Trekel (foto: www.romantrekel.de).

‘Een jonge Strauss en een rijpe Schubert.’ Dat was het opschrift van het recital dat Trekel en Mees in de Jurriaanse Zaal gaven. Van Richard Strauss voerden ze twee vroege liederencycli op (opus 10 en opus 21) en van Franz Schubert klonk zijn laatste cyclus, ‘Schwanengesang’. Met de originele, inventieve liederen van de laatste en de lyrische, bij tijd en wijlen luchtige liederen van de eerste componeerde het duo een boeiend, afwisselend programma.

Boeiend mag bariton Trekel zeker ook heten. Zijn opvallende, rijzige verschijning paarde hij aan een even rijzige stem. In de laagte vol en zwaar van klank, in de hoogte heftig, strak als een gespannen snaar.

Trekel maakte met die heerlijk resonerende stem groot drama in zowel Schubert als Strauss. Hij liet de emoties – met name de zwaarmoedige – vrijuit gaan. Dat had bijvoorbeeld in ‘Der Atlas’ een schitterend, indringend resultaat.

De keerzijde: het had van mij nu en dan wel wat gepolijster gemogen. Zeker in de Schubert-cyclus. Ik miste soms de lange lijnen, het aangenaam vloeien van de melodie. En sommige hoge noten knalden er naar mijn gevoel wel erg gespannen uit – hoewel het een paar keer wel treffend was, als een soort ‘uitroep’ op het hoogtepunt van het gedicht.

Forse frases als deze zette Trekel in scherp contrast met andere, ingetogen passages. Daarin vloeiden de klanken wél als een zachte bries uit zijn mond. Prachtig gecontroleerd en heel spannend. ‘Der Doppelgänger’ werd daardoor bijvoorbeeld doordrenkt met verstilde emotie.

Het samenspel met de Nederlandse pianiste Reinild Mees verliep in de eerste helft (Schubert) naar mijn idee wat stroef. Het leek niet altijd te klikken tussen de twee.

In de tweede helft smolten pianosnaar en stemband veel fraaier samen. Niet in het minst door de sublieme wijze waarop Mees de partijen van Strauss speelde. Verfijnd van toon, zwanger van lyriek en zeer expressief.

Misschien was dat nog wel het fraaiste van de avond.

Zie voor meer informatie de website van De Doelen.

Vorig artikel

De Domingo-discografie: Verdi (1)

Volgend artikel

Gluck-opera met Domingo in bioscoop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Leen Roetman
    20 februari 2011 at 12:27

    Ik was er ook. Roman Trekel zong met enorm inlevingsvermogen, inderdaad robuust en zeer expressief, maar soms ook met net iets te veel ‘agony’ en ‘forte’. (Soms wilde ik een volumeknop om zachter te zetten…)
    Sommige Lieder hadden met meer lieflijkheid en melancholie gebracht kunnen worden (das Fischermädchen en die Taubenpost). Daarbij vind ik de vroege Lieder van Richard Strauss niet zo aansprekend als Schwanengesang. Reinhild Mees vond ik een prachtige begeleidster op de piano.
    Ik verheug me op nog meer moois in de Jurriaanse zaal van de Doelen: Paul Lewis speelt 12 maart sonates van Schubert, 13 maart wordt La Giuditta van Scarlatti scenisch uitgevoerd met o.a. Michael Chance. http://www.dedoelen.nl/concertgebouw/index.php?go=agenda.showAgendaDetail&idnr=5010 )