Operarecensie

I due Foscari: een hard en grimmig begin

Met stemmen zo groot als kanonskogels en een dirigent die al zijn munitie benutte, klonk I due Foscari in de NTR ZaterdagMatinee van 17 september vooral hard en groot. Echt dichtbij kwam het toch al wat monochrome drama van Verdi in mijn beleving niet.

Maestro Giancarlo Andretta.
Maestro Giancarlo Andretta.

Een opvallende quote uit het programmaboekje: “Onderwerpen die van nature somber zijn, eindigen, als je niet oplet, in dodelijke verveling – zoals bijvoorbeeld I due Foscari, dat van het begin tot het eind een te ongevarieerde toon bezit.”

Het citaat is afkomstig van Giuseppe Verdi zelf, drie jaar na de première van zijn opera in 1844. Het drukt precies uit hoe ik het werk zaterdag beleefde. I due Foscari heeft weinig contrast en weinig ontwikkeling. In het verhaal gebeurt feitelijk niets: Jacopo Foscari is een banneling en blijft een banneling; zijn passieve vader, de doge Francesco, kan daar niets aan doen. De muziek is van a tot z donker en grimmig, zonder veel schakeringen of momenten van verlichting.

Dat Verdi ondanks die “ongevarieerde toon” prachtige noten schreef, wist dirigent Giancarlo Andretta gelukkig goed hoorbaar te maken. Onder zijn kraakheldere leiding kwamen tal van orkestrale hoogtepunten tot stand, zoals de terugkerende soli voor klarinet en de magnifieke opening van de tweede akte door cello en altviool.

De maestro hield de teugels strak en bewerkte daarmee grootse precisie. Koor, orkest en solisten liepen perfect in de pas. De interpretatie had daardoor echter ook iets klinisch. Er leek meer hoofd dan hart achter schuil te gaan. Misschien kwam dat ook door het forse volume. De maestro was bepaald scheutig met zijn forte, fortissimo en zelfs fortississimo.

Niet alle solisten konden staande blijven voor het luide Radio Filharmonisch Orkest en het (zoals altijd uitstekende) Groot Omroepkoor. Roberto De Biasio (Jacopo Foscari) dolf vaak als eerste protagonist het onderspit. Zijn rijke, heroïsche tenor was naar mijn idee te wollig en had te weinig focus. Dat speelde hem in zijn eigen aria’s al enigszins parten, en helemaal als het orkest, het koor en zijn collega’s losbrandden.

Sopraan Tamara Wilson.
Sopraan Tamara Wilson.

Sopraan Tamara Wilson (Lucrezia Contarini) had daarentegen geen enkele moeite om door het orkestgeluid te breken. Een natuurwonder, die stem van de Amerikaanse. Schijnbaar moeiteloos domineerde ze het toneel en telkens als je dacht dat het niet meer harder kon, deed ze er een schepje bovenop. Helaas ging die powerplay ten koste van haar dictie en articulatie. Veel van haar zanglijnen verwaterden, wat funest was voor de dramatische impact van haar vertolking.

Bariton Sebastian Catana (Francesco Foscari) demonstreerde eveneens een stem van immense omvang, maar ook bij hem ging dat in mijn ogen ten koste van de muzikaliteit. Hij kleurde zijn hele partij met dezelfde ruwe klank. Mooi, maar te weinig genuanceerd en geïnspireerd. De ontroering die zijn worsteling zou moeten losmaken, kwam bij mij niet los.

De Nederlandse tenor Mark Omvlee toonde veel pit in de kleine rol van Officier van de Raad van Tien. Zijn optreden was levendig en goed op het libretto afgestemd. Ook sopraan Aylin Sezer (Pisana) maakte indruk, terwijl bas Giovanni Battista Parodi (Jacopo Loredano) het te beschaafd hield voor iemand die door wraak gedreven wordt.

Pas in de finale begon het drama in mijn beleving echt te broeien, toen de klokken van de San Marco de aanstelling van Francesco Foscari’s opvolger op haast morbide wijze bekrachtigden en daarmee de oude doge de genadestoot gaven. Andretta trok alle registers open en liet zo de eerste Matinee van het nieuwe seizoen donderend eindigen.

Vorig artikel

Carignani laat orkest vlammen in Macbeth

Volgend artikel

Sinfonia Rotterdam brengt Mozarts requiem

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. Jan de Jong
    20 september 2016 at 21:38

    Tja, meningen kunnen verschillen. Ik was erg enthousiast over de uitvoering, zowel over solisten als over de ensembles. Het werk werd stevig neergezet, maar dat past ook wel bij de sfeer ervan.
    Er werd wel erg vaak geklapt werd door het publiek. Iets meer ruimte laten zou de spanningsbogen in het werk meer recht doen.

    Ik zou deze opera overigens graag eens in een mis en scene zien.

  2. Willem
    24 september 2016 at 20:13

    Voor het eerst zat ik op de 1e rij van het front balkon, zowel mijn buurman en ik hebben Pisana weinig waargenomen. Algemeen heb ik zeer genoten, van de Opera.
    Voor mij mogen er meer komen vooral de Italiaanse Opera.
    La Straniera (Bellini)heeft in mei jl. op mij wel meer indruk gemaakt.