Operarecensie

Archibald en Brownlee sieren Sonnambula

De nieuwe productie van La Sonnambula in St. Gallen bevat geen Zwitserse landschappen, maar vier geweldig grote meubelstukken. En twee geweldige zangers in de hoofdrollen: Jane Archibald als Amina en Lawrence Brownlee als Elvino.

Brownlee en Archibald op hun megabed (foto: Tanja Dorendorf / T + T Fotografie).

Als je een Sonnambula-uitvoering op een Zwitsers toneel bezoekt, ben je er al snel toe geneigd alpenlandschappen en dromerige, landelijke dorpjes als setting te wensen. Een typerende vroegromantische sfeer, die goed bij het libretto en het karakter van deze opera past.

Die wens blijft in St. Gallen echter onvervuld. Een andere droomwereld vult het kleine toneel van het theater. Regisseur Giorgio Barberio Corsetti, zijn decorontwerper Christian Taraborrelli en de kostuumontwerper Angela Buscemi hebben een poppenhuis gemaakt, met een gigantische ladenkast, een enorme fauteuil, een groot houten bed en een schrijftafel als ‘rekwisieten’, waar de personages, aangekleed als ouderwetse poppen, tussen leven. Zo vindt de slaapwandelscène niet plaats op iets als een gevaarlijke brug, maar op de rand van één van de lades van de kast.

Zeker een leuk idee, maar het biedt weinig mogelijkheden om de karakters op een menselijke manier neer te zetten en te ontwikkelen. Omdat alles er als een poppenspel uitziet, zijn de emoties en gevoelens van de personages niet zo relevant en geloofwaardig. Of de gevoelens van eenvoudige dorpszielen vandaag de dag wel relevant zouden zijn? Ik denk van wel. Of in elk geval voldoende om het verhaal en het libretto van de opera enige zin te geven.

Maar waar het regieconcept, of in elk geval deze uitwerking, niet voor zorgde, daar zorgden de zangers wel voor. Het sterrenduo in de hoofdrollen toonde een vocale grootsheid, niet kleiner dan het meubilair dat de bühne vulde.

De Canadese Jane Archibald heeft in Europa in korte tijd naam gemaakt als coloratuursopraan. Haar vertolking van Zerbinetta in München en Berlijn leverde haar veel succes op. Nu probeert Archibald in de sfeer van het belcanto een weg te vinden.

Voor Amina is ze zeker rijp. Ze imponeert me met haar zuivere, zekere techniek en warme, fraaie klank in het middenregister en in de hoogte. Bovendien is het niet louter coloratuurspektakel dat ze laat horen: ze zingt alles met intense expressie en brengt de grote, melancholische aria ‘Ah, non credea mirarti’ met kalme concentratie. In Berlijn kan men met spanning wachten op haar debuut als Lucia di Lammermoor, volgende week bij de Deutsche Oper!

Archibald in de slaapwandelscène (foto: Tanja Dorendorf / T + T Fotografie).

Lawrence Brownlee behoefte eigenlijk geen introductie. Dat hij een perfecte ’tenorino di grazia’ is, klinkt haast te beperkt. De internationaal geroemde Rossini-tenor betreedt inmiddels ook nieuwe paden in het Italiaanse belcantorepertoire, zoals Bellini. En met verve.

Brownlee heeft een natuurlijke, stralende présence op het toneel en een voorbeeldige, absoluut duidelijke Italiaanse dictie. En dat het karakteristieke vibrato van zijn stem niet altijd optimaal is voor de lange, melodische passages van het ‘Belliniaanse canto spianato’, wordt door zijn kunstige, meesterlijke frasering volledig gecompenseerd.

Rondom deze twee grote namen geeft Wojtek Gierlach als Conte Rodolfo een geslaagd optreden, evenals de niet te missen mezzo Katja Starke; een grote, intense stem uit het ensemble van het operahuis. Dat alles onder leiding van Thomas Rösner.

Of de enscenering ook zonder de internationale sterren in de hoofdrollen zo interessant geweest was? Dat zullen de bezoekers van de volgende voorstellingen uit moeten vinden.

Zie voor meer informatie de website van het Theater St. Gallen.

Vorig artikel

VPRO maakt tv-serie over zingen

Volgend artikel

Uitslag prijsvraag Rigoletto

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni