AchtergrondBinnenkortFeatured

Maskarade: tien vragen aan Markus Stenz

Met Maskarade speelt de NTR ZaterdagMatinee op zaterdag 19 december zijn laatste opera van het jaar. Markus Stenz, chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest, leidt de uitvoering. Tien vragen aan hem over Maskarade en de muziek van Carl Nielsen. “Je hoort het, je voelt het. Er is geen uitleg nodig.”

Markus Stenz (© Hans van der Woerd).
Markus Stenz (© Hans van der Woerd).

Maskarade is een populaire titel in Denemarken. Buiten de eigen landsgrenzen kreeg de opera van componist Carl Nielsen (1865-1931) echter niet zo makkelijk voet aan de grond. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de componist zelf, die naast de Scandinavische grootheden Grieg en Sibelius een stuk minder bekendheid geniet. Dit jaar is dat echter anders. De 150e geboortedag van Nielsen wordt gevierd en dat betekent dat zijn oeuvre vaker te horen is.

Maskarade is gebaseerd op een komedie van Ludvig Holberg uit 1724. Het stuk gaat over de jonge Leander en Leonora, die elkaar ontmoeten tijdens een gemaskerd bal (‘maskarade’) en op slag verliefd worden. Leander is echter al uitgehuwelijkt door zijn ouders… Het zet de nodige verwikkelingen in gang, totdat alles op z’n plek valt in de derde akte, opnieuw tijdens een gemaskerd bal.

Voor de uitvoering van Maskarade heeft de Matinee een vrijwel volledig Deense cast verzameld. Als dirigent treedt Markus Stenz op, sinds 2012 chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Stenz – voorheen Generalmusikdirektor in Keulen, waar hij ook opgeleid werd – was de afgelopen jaren bij de ZaterdagMatinee te zien in onder meer Das Floss der Medusa, The Rise of Spinoza, Caligula en Simplicus Simplicissimus.

Is het de eerste keer dat u werk van Carl Nielsen dirigeert?
“Ja, dit is de eerste keer.”

Hoe lang bent u al bekend met zijn oeuvre? Wat was het eerste wat u van hem hoorde?
“Dat was denk ik zijn vioolconcert, tijdens mijn studententijd in Keulen. Ik ben me zeer bewust van zijn status en zijn werken, zoals zijn symfonieën en concerten. Ook Maskarade kende ik al.”

Kenners zien in Maskarade invloeden van onder anderen Verdi, Puccini, Wagner en Mozart. Hoe zou u Nielsens muzikale taal omschrijven?
“Ik vind dat hij een heel originele stem heeft. Natuurlijk was hij verbonden met de muziek om hem heen, dat zonder meer. In Maskarade hoor je dat hij op de hoogte was van werken uit het repertoire van die tijd, zoals Die Meistersinger von Nürnberg en Un ballo in maschera. Maar hij vindt zijn eigen, unieke manier om het verhaal te vertellen.

Maskarade heeft een hele lichte toon. Er zijn zo veel melodietjes, er zijn zo veel dansen en er is zo veel goede energie! Het stuk is uitermate theatraal, visueel en een-op-een. Als het beschrijvend moet zijn, is de muziek beschrijvend. Als het melancholisch moet zijn, is het melancholisch. In die zin neemt Maskarade ook een bijzondere plek binnen Nielsens repertoire in. In zijn symfonieën slaat hij duidelijk een ander pad in.”

Over welke thema’s gaat Maskarade in uw ogen? Wat is het voor werk?
“Het is een perfecte keuze voor deze tijd van het jaar, de tijd voor kerst. Het is vrolijk en ongedwongen en het heeft een heel happy end. Er komen allerlei prototypes voorbij: de jonge geliefden, de ouders met andere plannen (een gearrangeerd huwelijk), een Figaro-achtig personage dat de zaken gedaan krijgt, de edelman Jeronimus, die de oude waarden wil beschermen, enzovoort. Alles wordt daarbij in gang gezet en opgelost op die legendarische feestlocatie: de Maskarade.

Voor mij is het een werk over menselijkheid en emoties uit het leven van alledag. En dan bedoel ik niet alleen de liefde. Het gaat ook over terugverlangen naar vroeger, nieuwsgierigheid naar de toekomst en de dialoog tussen de verschillende generaties.

De muziek is simpelweg geniaal. Nielsen schreef het in korte tijd, maar we zijn hier allemaal betoverd door de geweldige uitbundigheid en energie van dit werk. Het is de perfecte decemberopera.”

Markus Stenz (© MolinaVisuals / Josep Molina).
Markus Stenz (© MolinaVisuals / Josep Molina).

U studeert Maskarade in voor één concertante uitvoering. Is dat niet wat mager gezien al het werk dat erin zit en gezien het feit dat er niet veel gelegenheden zijn om het werk nog eens ergens anders te dirigeren?
“Voor mij is dat geen factor. Zo heb ik nooit gedacht.”

Hoe gaat u als Duitse dirigent om met het Deense libretto? Hoe hebt u zich de tekst eigen gemaakt?
“Er bestaat een Britse, poëtische vertaling, maar die is mij te vrij. Er is dus eigenlijk geen ‘shortcut’: je zult er een woordenboek bij moeten pakken en zo door de tekst moeten kruipen. Maar in dit geval helpt het erg dat we met een vrijwel volledig Deense cast werken. Ik kan mijn vragen over de tekst gewoon aan de zangers hier voorleggen. De ultieme nuances van de tekst heb ik van hen geleerd.”

Brengen de Deense zangers behalve hun kennis van de taal nog meer bruikbare ervaring in?
“Ja, de meesten hebben al een paar producties van Maskarade gedaan. Ze hebben met dit stuk geleefd en dat voegt heel veel rijkdom aan het repetitieproces toe. Ik kan hun van alles vragen. Welke melodieën zijn bekend bij de mensen in Denemarken, de mensen op straat? Waar staat dit specifieke moment voor? Welke emotie spelen we bij deze passage in het orkest? En zij geven me een antwoord uit eerste hand!”

Hebt u opnames van Maskarade beluisterd in uw voorbereiding of houdt u daar niet van?
“Jazeker, ik heb er verschillende gehoord. Ik vond het daarbij heel opvallend dat, hoe je dit stuk ook benadert en welke beslissingen je als dirigent ook neemt, de muziek áltijd aanspreekt. Het heeft een bepaalde directheid. Het spreekt rechtstreeks je hart aan. Je hoort het, je voelt het. Er is geen uitleg nodig.

Een voorbeeld: bij de grote ontknoping tijdens het gemaskerde bal in de derde akte zouden veel verismocomponisten (want het is de tijd van het verismo) voor ‘wham bam’-muziek gekozen hebben, met veel special effects. Nielsen doet het tegendeel. Hij schrijft drie p’s, pianississimo. Het is heel intiem. Daardoor komt de ziel van iedereen uit het verhaal aan het licht. Je hoeft de woorden die gezongen worden niet eens te begrijpen. Het komt binnen.”

Maskarade is heel populair in Denemarken. Hebt u een verklaring waarom het stuk daarbuiten niet zo bekend is?
“Tja… niet echt eigenlijk. In mijn ogen is het een meesterwerk, het ontdekken waard. Alle tijd die ik eraan besteed heb, was goed bestede tijd. En vrolijke tijd!”

Nielsen is zelf ook niet de bekendste. Ligt dat puur aan de willekeur van de geschiedenis?
“Dat zou kunnen… Ik denk dat zoiets altijd in golven gaat. Dit jaar is het Nielsen-jaar en wordt er veel van hem gespeeld. Andere jaren komen anderen misschien meer aan bod. Maar waar het in elk geval niet aan ligt, is de kwaliteit van zijn muziek.”

Maskarade van Carl Nielsen wordt op zaterdag 19 december om 13.00 uur uitgevoerd in het Concertgebouw in Amsterdam en live uitgezonden op Radio 4. Er zijn op het moment van schrijven nog kaarten. Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Danielle, Loesje en Olga

Volgend artikel

Opera Zuid doet mee aan Serious Request

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.