AchtergrondBinnenkortFeatured

Van der Werf regisseert landschapsopera

Vanuit de vraag ‘hoe klinkt een landschap?’ bedacht klankkunstenaar Paul Coenjaarts een landschapsopera: De Grensmaas vertelt. Vanaf 13 mei is het werk in Maastricht te zien. Regisseur Sybrand van der Werf maakte de dramaturgie voor de letterlijke reis door het landschap langs de Maas.

Sybrand van der Werf. © Lennart Monaster)
Sybrand van der Werf. © Lennart Monaster)

Sybrand van der Werf is bekend van zijn werk voor onder meer BarokOpera Amsterdam en Opera Zuid. Hij werd gevraagd voor de regie van de landschapsopera De Grensmaas vertelt. “Het wordt wat ze in het Duits ‘Stationentheater’ noemen”, vertelt hij. “Het publiek scheept in aan een kade van de Maas in Maastricht en vaart via de sluis naar het terrein van de grindwinning tussen Voulwames en Itteren. Tijdens een wandeling over het terrein ontdekt het publiek de dramatische lijn die in deze opera zit. Zo loopt op enig moment de fanfare van Borgharen langs met een requiem voor het dorp Herbricht, dat zal verdwijnen bij de herinrichting van het landschap.”

Het concept voor De Grensmaas vertelt komt van geluidskunstenaar Paul Coenjaarts. “Het idee van Paul is gebaseerd op de vraag: hoe klinkt een landschap? Je denkt bij een landschap natuurlijk aan foto’s. Als ik hier – net buiten Maastricht – om me heen kijk, is het prachtig om te zien hoe het lente is geworden. Bij de klank van de natuur komt ook al snel het geluid van vogels bij je op. Maar een landschap heeft ook zonder dat een enorme klankrijkheid.”

De Grensmaas staat centraal in de voorstelling. De rivier heeft de rol van een nonchalante verteller, die het publiek langs markante gebouwen, oorlogsmonumenten, natuurparels en geschiedenis voert en zo confronteert met de homogeniteit en identiteit van de mensen die aan haar oevers wonen. De rivier is een levensader, maar ze kan ook dreigen, zoals in 1993 en 1995, toen overstromingen een grote impact hadden op de regio Maastricht.

Diva’s van een paar duizend kilo

Werken aan een landschapsopera, ver buiten de muren van een theater, vereist aanpassingen op alle terreinen van een productie, vertelt Van der Werf. “We spelen op een terrein waar overdag echt de grindwinning plaatsvindt. Dat beperkt de mogelijkheden om uitgebreid te repeteren. Maar ik houd van de natuur en de geschiedenis, en ik houd van locatietheater, zeker als het landschap een centrale rol speelt. Als daar een kunstzinnige vertaling bijkomt, dan word ik heel enthousiast. Een locatie geeft een extra dimensie aan een voorstelling.”

Onderdeel van de productie is een duet met twee diva's van elk een paar duizend kilo.
Onderdeel van de productie is een duet met twee diva’s van elk een paar duizend kilo.

Eén van de onderdelen van de productie is een duet met twee diva’s van elk een paar duizend kilo. Ze zingen niet, maar bewegen wel: het zijn twee graafmachines. Van der Werf legt uit hoe hij zoiets regisseert. “Ik ben begonnen met het op papier uit te tekenen. Daarna ben ik met de machinisten gaan praten. Ik vroeg hun wat ze allemaal met die machines konden. Na wat aanvankelijke terughoudendheid begonnen ze mee te denken.”

“De muziek is de aria ‘Che gelida manina’ uit La bohème van Puccini. Hoe wonderlijk dat ook klinkt bij het werken met graafmachines, ik ben toch uitgegaan van de tekst. De beelden die we tonen, komen daaruit voort. Als de tenor bezingt dat de maan dichtbij is en bijna aan te raken, gaan de grijparmen richting de hemel. Bij de eerste repetities was iemand van het kraanverhuurbedrijf aanwezig. Hij mailde me later: ik ben nog nooit door één van onze kranen geëmotioneerd geraakt.”

De Maas zingt zelf

“Het is een muziekdramaturgisch werk waarbij de muziek leidend is”, antwoordt Van de Werf op de vraag wat De Grensmaas vertelt tot een opera maakt. “Meer dan de helft van de muziek is vocaal. Eén van de bijzondere bijdragen komt van Tony di Napoli, een beeldhouwer en musicus. Hij heeft de bronnen van de Maas opgenomen en daar een soundscape van gemaakt. Met stenen uit de bedding van de Maas brengt hij de rivier tot klinken. Dat geeft een heel esoterische klank. De Maas zingt dan écht zelf.”

Het geheel speelt zich af in de openlucht. “Er is veel aandacht voor de veiligheid van de bezoekers”, zegt de regisseur. “En over het geluid hoeven we ons geen zorgen te maken. Het terrein is, omdat de grindwinning veel lawaai produceert, omheind door geluidswallen en dat maakt dat we weinig last van de wind hebben. En we hebben behoorlijk wat speakers gehuurd.”

Glocal

Het volgende project van Sybrand van de Werf wordt een enscenering van Dido and Aeneas van Purcell voor het Openluchttheater Valkenburg. Wat neemt hij mee van de ervaringen met De Grensmaas spreekt?

“Ik vind het heel leuk om in een theater opgesloten te zitten en iets tot stand te brengen. Maar laatst kwam ik de term ‘glocal’ tegen, een samentrekking van ‘global’ en ‘local’. Dat vind ik een hele interessante term en dito zienswijze: het idee is dat echte globaliteit, een perspectief op de wereld, ontstaat vanuit lokaal denken. Als regisseur zoek ik een verbintenis met het publiek. Die rode draad zit in al mijn werk. Er zullen de komende weken mensen komen kijken die de overstromingen van begin jaren negentig hebben meegemaakt. Als ik voorstellingen maak die het publiek direct aanspreken en tegelijkertijd een universele zeggingskracht hebben, dan ben ik op de goede weg.”

De landschapsopera De Grensmaas vertelt is vanaf 13 mei te beleven in Maastricht. Informatie over de speeldata en de kaartverkoop vindt u op de website van het project.

Vorig artikel

Chéreaus Elektra zindert van spanning

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Roberto, Esa en Chris

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.