AchtergrondBinnenkortInterviews

Prins regisseert opera over Dordtse synode

Dordrecht brengt sinds november 2018 een ‘Ode aan de Synode’. Het is vierhonderd jaar geleden dat een winter lang werd gesproken over het diepe conflict tussen remonstranten en contraremonstranten. Muziektheater Hollands Diep speelt een hoofdrol in het slot van de viering met de voorstelling De Synode. We spraken directeur/regisseur David Prins.

Regisseur David Prins: “We spiegelen tegen het decor van vierhonderd jaar geleden het hier-en-nu van Nederland.” (We spiegelen tegen het decor van vierhonderd jaar geleden het hier-en-nu van Nederland. (© Nick Duijnstee)

Er is minder dan een week te gaan tot de première van de opera De Synode – polderkoorts in de Lage Landen. David Prins, die de voorstelling regisseert, voelt een lichte mate van stress. In deze fase is het “incasseren wat gaat lukken en leven met de praktische bezwaren en gebreken die gebleken zijn bij het maken”. Op de vraag naar zijn stemming zegt hij: “Is blij het goede woord? Eh, jawel!”

Prins volgde eind 2017 Cilia Hogerzeil op als directeur/artistiek leider van Muziektheater Hollands Diep. Zijn eerste grote project vormt het sluitstuk van de viering die op 13 november begon en op 29 mei eindigt, exact de periode waarin de Dordtse synode zich vier eeuwen geleden afspeelde. “Het is bijzonder dat de stad zich een muziektheatergezelschap als Hollands Diep permitteert en ons de opdracht gaf om iets nieuws te maken”, meent Prins. “We zijn onderdeel van het city marketing-beleid, maar ze wisten ook dat we wel wat zand tussen de raderen zouden strooien.”

De nieuwe directeur kon zelf een componist en librettist zoeken voor de productie. Doorgaans gaat hij als gastregisseur – Prins werkt al decennia in binnen- en buitenland als operaregisseur – aan het werk met wat er al ligt. “Maar voor deze synodeproductie mocht ik zelf iets bedenken en mensen met ontzettend veel talent twee jaar aan het werk laten gaan. Dat komt nu, in de voorbereiding op de serie voorstellingen, allemaal bij elkaar. Het is heel speciaal om dat mee te maken.”


De synode van Dordrecht. (schilderij van Pauwels Weyts de Jonge)

Synode met politieke dimensies
Meer dan honderd predikanten, professoren en politici uit heel Europa vergaderden een winter lang, van 13 november 1618 tot 29 mei 1619, in Dordrecht. Het theologische conflict over predestinatie tussen de Leidse hoogleraren Arminius en Gomarus kreeg politieke dimensies en leidde tot een tegenstelling tussen raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits, de tweede zoon van Willem van Oranje.

In opdracht van de Staten-Generaal kwam de synode bijeen om een oordeel te vellen over de opvattingen van de remonstranten. Hun standpunten werden door de synode verworpen, de aanhangers (zoals Hugo de Groot) werden verbannen uit de republiek en Johan van Oldenbarnevelt werd veroordeeld en onthoofd. De synode nam het initiatief tot een Nederlandse vertaling van de Bijbel, de Statenbijbel.


Prins vertelt over het ontstaan van de opera De Synode: “Ik heb librettist Yuri Robbers en componist Jan-Peter de Graaff aanvankelijk gevraagd om een verhaal te schrijven over Van Oldenbarnevelt en Maurits. Maar later bedachten we: er is al genoeg bekend over die twee, laten we het over naamloze Dordtenaren hebben wier leven heftig beïnvloed werd door de besluiten van de synode. Dat werd het uiteindelijke libretto.”

Prins vroeg voor de keuze van de componist namen aan mensen die hij respecteert. Jan-Peter de Graaff, die vorig jaar De Grens maakte, eindigde bovenaan zijn voorkeurslijstje. “Hij was zeer te porren voor dit project. Jan-Peter is in de twintig en componeerde zijn derde opera. Hij ontwikkelt een eigen geluid, een rijk idioom, waarbij hij voor deze productie kon putten uit zijn jeugd in een synodaal-gereformeerd gezin. Ik maak met ontzag mee hoe hij dat inbedt in operastructuren.”

Componist Jan-Peter de Graaf was “zeer te porren voor dit project”, aldus David Prins. (© Maite de Wit)

De deelnemers aan de synode hebben niet kunnen vermoeden dat hun overleg na vierhonderd jaar nog een thema zou zijn.
“De synode was deel van een explosie van acties, die in een heel labiel tijdsgewricht plaatsvonden en waarin het ‘wie zijn wij’ opnieuw werd gedefinieerd – nota bene tijdens een synode, een kerkelijke vergadering die in opdracht van de staat werd gehouden. De opdracht aan de synode was: polder het naar elkaar toe, zodat we een burgeroorlog voorkomen. Dat lukte niet. De remonstranten – die vanaf het begin geen partij waren, maar ‘gedaagden’ – werden letterlijk verbannen en op boerenkarren gezet.”

Zet je opera – het lijkt me een nogal katholieke kunstvorm – in als pamflet tegen religie?
“Absoluut niet, we maken geen pamflet tegen religie. We spiegelen tegen het decor van vierhonderd jaar geleden het hier-en-nu van Nederland. Dat is het hier-en-nu van het menselijk tekort, het onvermogen elkaar te begrijpen en andere meningen te respecteren. We hebben in de repetitieperiode de vraag besproken of één van ons een recent voorbeeld kon noemen van een wijziging in zijn of haar mening, een écht ander gezichtspunt. Dat bleek hard zoeken.”

Waar we in Nederland heel goed in zijn en waren, is het tegenovergestelde van integreren. Iedereen wil zijn eigen zuil. Indertijd bevochten we de katholiek en de Spanjaard, en als om ons heen monarchieën ontstonden, kozen wij voor een republiek. Hebben we geen land? Dan bouwen we dijken.”

Er zijn voor regisseur David Prins en zijn team van makers geen ingewikkelde intellectuele bochten nodig om de thema’s die rond de synode speelden naar het heden te vertalen. Prins: “We beginnen onze show heel lang geleden; op deze plek waren mensen die in hun eigen bubbel leefden. Wat nu internet is, waren toen pamfletjes. Wat nu fake nieuws is, kon je toen horen op markten. We halen documentjes uit archieven naar voren en daar maken we een theatrale avond mee.”

“Voor de pauze laten we de teksten van vierhonderd jaar geleden tot leven komen, vooral die van de proteststemmen. Er zit een verhaal bij over een zelfmoordenaar die als straf voor zijn daad alsnog met kist en al werd opgehangen.”

Hoe gaat het verder na dat eerste deel van de voorstelling?
“In het tweede deel staat de figuur van de houthandelaar Maarten Harpertszoon centraal. Die probeert in een tumultueus tijdsgewricht zijn bedrijf te runnen en een faillissement af te wenden. De speelstijl is sterk fysiek aangezet en zangers kunnen verschillende rollen spelen. Scènes verschijnen als pop-upmomenten op bewegende podia, ontleend aan de wagenspelen. Geïmproviseerd, maar daar zijn we minutieus op aan het repeteren.”

De voorstelling ageert niet hard tegen religie, maar wel tegen onverdraagzaamheid?
“We zijn niet mild over de standpunten van de partijen die in het synode-conflict tegenover elkaar stonden. Maar we duiken daaronder: we bieden een blik op het tekort aan inzicht en de onmogelijkheden om met elkaar in gesprek te gaan.”

Je kiest geen partij?
“Niet in de zin dat we je willen overhalen om het gelijk van één van die partijen te erkennen. Maar hopelijk zijn we streng en dwingend in de confrontatie met je eigen tekort. We verlangen allemaal het goede te doen, maar als het vurig wordt en er ambitie bij komt, verliezen we ergens op die weg dat idee van samen, dat we met elkaar leven. Dan verschuilen we ons in onze eigen bubbel en stoppen we met luisteren. Alles wat pasteltinten heeft, raakt weg en wat overblijft, is signaalrood. Het gebeurde toen en het gebeurt nu.”

“Dat is algemeen menselijk en daar kun je lekker theater over maken. Eén de mooiste definities van tragedie is dat die wordt geboren waar mensen het beste met elkaar voor hebben, maar elkaar niet kunnen bereiken.”

Horen we zowel de rekkelijken als de preciezen?
“Waar het mij om gaat, is dat je in de zaal met die behoudende én progressieve predikanten gaat meevoelen. Met de preciezen, die behoefte hebben aan het vasthouden aan de bestaande orde, en met de rekkelijken, de mensen die dat minder nodig hebben en die vrijer over dingen kunnen praten. Componist Jan-Peter de Graaff heeft dat in zijn muziek verklankt. Je hoort hoe iemand gevangen zit en hoe iemand daar uitbreekt. Zijn partituur geeft op het toneel een hele duidelijke richting.”

“Als regisseur vereenzelvig ik me met alle karakters. Als het mij lukt om de compassie met het menselijk tekort in ons allemaal te verdedigen en met liefde te omarmen, maar ook te laten zien wat we elkaar daarmee aandoen, dan ben ik trots.”

Het is je eerste Hollands Diep-productie. Welke handtekening heb je als regisseur gezet?
“Ik heb dertig jaar internationaal opera geregisseerd en ben daarnaast als klassiek muzikant opgeleid. Ik werk altijd met veel respect voor het werk van de componist en de librettist. Er valt in recensies vaak te lezen dat bij mij de nadruk ligt op de relaties tussen rolfiguren en dat de stijl waarin die gepresenteerd worden geen echo van realisme is. Het heeft vaak een absurde toonzetting.”

“Waar opera snel geassocieerd wordt met pompeus, groot en tragisch, maken we in deze productie aansprekend muziektheater, dat toegankelijk is voor iedereen die open is om zich te spiegelen aan een theatrale vertelling. We hebben ons als makers met hart en ziel daaraan uitgeleverd. Je moet ook zonder vooraf een dik programmaboek te lezen kunnen volgen waar het over gaat.”

De Synode – polderkoorts in de Lage Landen wordt gezongen door sopraan Renate Arends, countertenor Joël Vuik en de baritons Jorne van Bergeijk en Berend Eijkhout. Ze worden begeleid door het Shapeshift Ensemble. De voorstelling is van 10 t/m 26 mei te zien in het Energiehuis in Dordrecht. Zie voor meer informatie de website van Muziektheater Hollands Diep.

Vorig artikel

Luik speelt voor het eerst Clemenza di Tito

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Francis, Sef en Pablo

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.