FeaturedOperarecensie

Absurde opera Legende scenisch gedoopt

Met veel spektakel ging de opera Legende van Peter-Jan Wagemans gisteravond in scenische wereldpremière. Het spektakel was zeker onderhoudend, maar veel dieper dan dat ging het niet. Het was mij te absurd.

Marcel Beekman en Dennis Wilgenhof als het tweekoppige wezen Zamar (foto: Marco Borggreve).

Eén ding moet je De Nederlandse Opera nageven: het heeft alles uit de kast gehaald om Peter-Jan Wagemans en zijn Legende goed voor de dag te laten komen. Talloze kostuums, grote decors, grootse effecten en technische hoogstandjes, vele koorleden, vele figuranten, meerdere honden, ja, er komt zelfs een ezel het toneel op gewandeld. Soms lijkt het wel een circus.

Dat zegt wel wat over de proporties van het werk van Wagemans, dat in 2007 bij de ZaterdagMatinee in wereldpremière ging en nu voor het eerst op het toneel te zien is. Het is een legende met tal van absurde gebeurtenissen en figuren, van drie engeltjes tot een walvis en een tweekoppige dictator.

Waar het precies over gaat? Dat zou ik niet kunnen zeggen. Ja, over een rare vlindervanger, een zus die incest met haar broer wil plegen en een priester die van zijn geloof gevallen is. Maar ook over nog vele andere zaken.

Het is een absurd verhaal, dat door de regie van Marcel Sijm nog een tik absurder wordt gemaakt. Het lijkt alsof je naar een stelletje psychisch ontspoorden zit te kijken. En zelfs dat klinkt realistischer dan het is.

Ik heb moeite met al die absurde toestanden. In de eerste akte (heel zacht uitgedrukt ‘atto buffo’ genoemd) is het verhaal nog wel amuserend, met name door het enorme spektakel dat eromheen gecreëerd wordt. Maar als de imposante toneelbeelden in de tweede akte tot rust komen, is de lol er snel vanaf.

Er is geen verhaal om in meegesleept te worden en er zijn geen personages om een band mee te krijgen. Er is geen herkenning, het staat allemaal ver van je af. Mij persoonlijk laat het daarom koud. Meer dan een avondje ‘gissen naar betekenissen’ kan ik er niet van maken. En dat is niet mijn favoriete bezigheid.

Dit alles zit hem overigens niet alleen in het verhaal. Ook het libretto is absurd. Eindeloos repeterende woorden, platvloerse, domme scheldpartijen, abstracte overpeinzingen: als je je niet voorbereidt, kun je er waarschijnlijk geen touw aan vastknopen.

Helena Rasker en Yves Saelens (foto: Marco Borggreve).

Muzikaal krijg je eveneens veel voor je kiezen. De zangpartijen zijn zo bizar, dat ze voor mij al hun zeggingskracht verliezen. En de orkestpartituur van Wagemans bevat wel veel sterke effecten, maar gaat voor mijn gevoel niet dieper dan dat. De muziek op zichzelf heeft weinig te vertellen.

Orkest en koor werken zich niettemin onder leiding van Reinbert de Leeuw kranig door de opera. En de solisten zijn zonder uitzondering uit fraai vocaal hout gesneden. Zo toont Helena Rasker haar prachtige alt, showt Thomas Oliemans zijn flexibele bariton en maakt Yves Saelens een knap DNO-debuut in de zware hoofdrol.

Marcel Beekman en Dennis Wilgenhof mengen prachtig samen als het tweekoppige wezen Zamar, de ervaren Elzbieta Szmytka klinkt nog heerlijk fris en wendbaar en de drie baritons André Morsch, Martijn Cornet en Huub Claessens zijn overtuigende walvisvaarders.

De productie heeft dus zeker mooie elementen. Maar dat het indruk op me heeft gemaakt, kan ik niet zeggen. Daar is het mij te absurd voor.

Legende is tot en met 27 februari nog zes keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Dutoit dirigeert La damnation de Faust

Volgend artikel

Holland Opera speelt funky jazzopera

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

7Reacties

  1. Marieke van den Berg
    3 februari 2011 at 13:32

    Ik vond deze opera geweldig! Een prachtig schouwspel, waarbij je niet alles moet willen begrijpen, maar dat je over je heen moet laten komen. Overigens zijn er wel degelijk herkenbare thema’s te onderscheiden, maar als je deze in een logisch verhaal wil gieten, kom je inderdaad niet ver bij deze opera.
    Al met al heb ik zeker genoten van de muziek (vooral 2e deel), de zang, het visuele spektakel en de decors.
    Gaan dus!

  2. dorothy hollander
    3 februari 2011 at 16:38

    Heel veel dank Jordi.Ik moet die opera in 2007 gehoord hebben,maar die heeft geen enkele herinnering achtergelaten:het ene oor in ……
    Daarom dank,want ik ben nooit een liefhebber geweest van het circus.

  3. Basia Jaworski
    3 februari 2011 at 17:31
  4. Laura
    3 februari 2011 at 21:55

    Ik kan me hier alleen maar bij aansluiten… normaal gesproken kan ik een beetje puzzelen tijdens een voorstelling wel op prijs stellen, maar hier was alles plotgewijs zó van elkaar losgekoppeld dat ik er geen touw aan vast kon knopen. Ook muzikaal was het mij misschien allemaal net té gefragmenteerd. En dat is jammer, want het toneelbeeld was prachtig en de zangers hebben zich uitstekend van hun taak gekweten.

  5. Maria
    5 februari 2011 at 20:14

    Ik heb toch wel genoten, het toneelbeeld was zeer fraai, en de eerste acte was wel absurdistisch, maar de tweede vond ik heel beklemmend, hoe de hoofdpersonen onder een dreiging onmiddellijk slappe knieën tonen en dierbaren verraden. Het openingskoor van de tweede acte vond ik ontroerend mooi en heb ik op het lijstje potentiële begrafenismuziek gezet. Ik mis ook de hulde voor het operakoor, dat een prachtige prestatie neerzette, zowel vocaal als qua acteren.

  6. Donna
    26 februari 2011 at 15:59

    In aanvulling: een verademing om eens een opera geheel bezet te zien door nederlandse zangers! Helena Rasker kan een hoofdrol prima dragen, en dat is al veel langer zo. Thomas Oliemans zou, net als Henk Neven, ook best eens de hoofdrol kunnen krijgen bij DNO. Kennelijk krijgen zulke prima zangers van eigen bodem pas de voorkeur bij een nederlands gezongen opera. Waarom altijd buitenlandse zangers, die vaak echt niet beter zijn?
    Ook op de conservatoria die behoorlijk gesubsidieerd worden door de overheid, zitten veel buitenlanders. Het eigen talent koesteren en stimuleren is toch zo iets moois…

  7. 2 maart 2011 at 14:07

    Ik ben het goeddeels eens met de recensie. Maar in zijn geheel is bij mij de indruk positief. Ik vond het beeld van het paradijs ronduit ontroerend, waar het mee begon. Ik vond de eerste acte enigzins bedwelmend door de veelheid aan visuele en auditieve prikkels. Dat maakte het m.i. lastiger te volgen. Ook had ik gemengde gevoelens over het mee-titelen van de tekst op 3 plekken in het beeld. Enerzijds fijn, omdat nu eenmaal niet alles feilloos te verstaan was. Dat komt ook door de chaotische verhaallijn en (…) dramaturgie…?? Zonder de titeling had ik mij ongetwijfeld vaak afgevraagd of ik het wel goed verstond, en waar het eigenlijk over ging. Nu was die onrust weggenomen, want ik kon rustig concluderen dat de verhaallijn er niet was. Het nadeel is dat lezen nu eenmaal de rationele hersenhelft sterk prikkelt, waardoor het moeilijker is om in de gevoelsstroom mee te komen, die er bslist wel was!
    Na de pauze was ik zeer aangenaam getroffen door de prachtige koormuziek, voortreffelijk gezongen en met een mooie en rustig beeld. Ook de scène met de 2 koppige Zamar die volgde vond ik helder en pakkend. Naar het einde van de 2e akte toe werd alles warriger en ook grimmig. Ook de 3e akte is behoorlijk grimmig, me meteen 2 zelfmoorden… Als er al zo weinig verhaal is, werpt dat bij mij toch de vraag op waar dat vandaan komt, waarom het op die manier nodig was…? Het slotbeeld met ezel vond ik wel weer aandoenlijk, maar er kwamen wat al te veel objecten uit de hemel draaien. Het had van mij iets etherischer mogen eindigen.
    Ik ben het helmaal met Donna eens, dat het heel fijn was om nu eens een mooie selectie Nederlandse zangers en zangeressen te zien. Ook ben ik heel blij dat eindelijk Marcel Sijm ook bij DNO een grote productie mocht regisseren. Het plezier straalde duidelijk van het toneel af. Marcel kennende is dat beslist zijn werk geweest!
    Al met al vond ik het een geslaagde avond totaal-muziek-theater in de Wagneriaanse zin van het woord. Alle elementen samen zorgden er voor dat ik geboeid bleef kijken en luisteren. Des te mooier, aangezien er inderdaad geen verhaal was, en ook de muziek, bij vlagen echt prachtig, niet zo sterk was dat ik er thuis een CD van zou willen hebben. Echt een voorstelling de je GEZIEN/GEHOORD moet hebben.