FeaturedOperarecensie

Stotijn en Nézet-Séguin: lilas et roses

Het afgelopen Gergiev Festival bood onder het motto ‘Sea & You’ grote namen en interessante programmakeuzes. De tiendaagse eindigde met het Rotterdams Philharmonisch Orkest dat onder chef Yannick glinsterende rivieren verklankte en met mezzosopraan Christianne Stotijn liet horen hoe de liefde klinkt aan zee.

Yannick Nézet-Séguin (foto: Marco Borggreve).

De tien dagen van het zeventiende Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival zijn alweer om. De editie 2012 begon met die ene en eindigde met die andere grote dirigent. Beiden voorbeelden van de fabuleuze partnerkeuze die het Rotterdamse orkest de laatste decennia laat zien en waarvan het festival eigenlijk het jaarlijkse feestje is.

Valery Gergiev heeft – zo liet bestuursvoorzitter Sylvia Tóth op de voorlaatste avond weten – zich ook voor de komende jaren verbonden aan het festival. Yannick Nézet-Séguin staat al geboekt voor 2013. Of het jaarlijkse evenement naar een tweejaarlijkse frequentie moet, gaat door de politiek bepaald worden bij het verdelen van subsidiegelden.

De unieke Mariinsky-Otello opende vorig weekend het vocale element van het festival en via een optreden van het Choir of King’s College op vrijdag kwam het programma rond ‘Sea & You’ uit bij een lange avond ‘L’amour et la mer’, de liefde en de zee.

Yannick Nézet-Séguin dirigeerde het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) eerst in Boheemse klanken van Má Vlast, het gedeelte over de rivier de Moldau. De muziek van Smetana schilderde een beeld van de rivier en de reflecties van het podiumlicht in het koper en de glimmend gepolitoerde bladen van de violen versterkten dat nog eens. Het klonk lichter en warmer dan de veel gedraaide Karajan-opname die ik me van jaren geleden herinner.

Mezzosopraan Christianne Stotijn had zich verheugd op de samenwerking met het RPhO en dirigent Nézet-Séguin, zo viel op haar website te lezen. Haar aandeel in het programma was Chaussons Poème de l’amour et de la mer. Dat is een cyclus van twee liederen, onderbroken door een tussenspel. In het eerste deel, ‘La fleur des eaux’, gaat de liefde nog over ‘groene paden’. Er is hoop, al vreest de ik-figuur al het onvermijdelijke afscheid.

Het tweede deel, ‘La mort de l’amour’, eindigt in droefheid over de dood van ‘le temps des lilas en le temps des roses’. Het kostte Chausson acht jaar om de tekst van dichter Maurice Bouchor, in laat-romantische sferen, op muziek te zetten. In de traditie van de Franse ‘mélodie’ heeft de tekst een belangrijke plaats in het geheel.

Orkestliederen moeten een enorme uitdaging voor een zangeres zijn: je vocale kracht meten met een heel symfonieorkest zonder dat het lijkt op competitie. Stotijn klonk helder en soeverein, met een perfect gedoseerd vibrato en met volledige beheersing van de tekst. Het werk vraagt dat vertellen en beleven parallel lopen in de uitvoering. Dat evenwicht vond de mezzo uitstekend.

Af en toe had ik net wat meer tekst willen kunnen verstaan. De akoestiek van de Doelen heeft soms zo zijn eigen wegen waarlangs de muziek bij de luisteraar komt. Vooral in het tweede deel, waarin de cello in het orkest een grote rol speelt, raakten zangeres en orkest me diep. Het publiek beloonde het optreden met een passende stilte, voordat het applaus klonk.

Na de pauze klonk van Sibelius een deel uit de Oceaniden en een meeslepende uitvoering van La Mer van Debussy, maar het ging me in dit programmadeel echt om het belangrijke nieuws: fragmenten uit Götterdammerung, het laatste deel van de Ring-cyclus van Richard Wagner.

Christianne Stotijn (foto: Marco Borggreve).

Het is al lang duidelijk dat Yannick Nézet-Séguin alles kan. Hij kan Bach en hij kan Bizet, hij doet Verdi en Debussy. Maar Wagner, voor mij was het nieuw. Vanaf het puntje van mijn stoel hoorde ik fraai koper, dat in de aan Siegfried gewijde fragmenten van Götterdammerung een grote rol speelde.

Tien minuten Wagner, het smaakte naar meer. Dankzij Ed Spanjaard kan dat al snel: op 30 september gaat het laatste deel van de Ring in première bij de Nationale Reisopera in Enschede. En dan wordt het hoopvol wachten op een volgende duik in het repertoire van Wagner door de Canadees en de Rotterdammers. Lijkt me een kwestie van tijd.

De slotavond is opgenomen door omroep Max en wordt uitgezonden in het Avondconcert van maandag 17 september.

Het orkest brengt met Christianne Stotijn en Yannick Nézet-Séguin deze week een bezoek aan Parijs en Essen met dit programma, waarbij Wagner en Debussy worden vervangen door Dvorak. Woensdag 19 september is er een optreden in het Parkstadtheater in Heerlen. Daarvoor zijn nog kaarten te koop.

Vorig artikel

Opera in de media: week 38

Volgend artikel

Opera per Tutti op tournee in vijf provincies

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

3Reacties

  1. Leen Roetman
    17 september 2012 at 11:21

    Stotijn zong prachtig en sfeervol, maar waarover? Had ik ‘mijn huiswerk moeten maken’ of het dikke programmaboek in mijn tas moeten meetorsen? Graag overal boventitels! Zie commentaar van Jordi Kooiman http://www.operamagazine.nl/achtergrond/17737/hoofdredactioneel-overal-boventitels/

  2. Gerard
    17 september 2012 at 13:50

    Mee eens, het lijkt me voor een zangeres erg ontmoedigend (als die er al bij stil staat) dat een publiek geen idee heeft wat ze precies zingt. Een los A4tje met de tekst was er niet, als je de tekst wilde hebben moest je het hele programma kopen, echt knullig. Stotijn zong prachtig (ok, zo verstaanbaar frans als bv Regine Crespin zong, sja dat is een verloren kunst), daar lag het niet aan. Ik hoop dat er eens een orkest het aandurft ook met orkestliederen met boventitels te werken, het vergroot echt het plezier. Dat is ook minder erg dan dat je als publiek de hele tijd op je blaadje zit te turen, een boventitel pak je automatisch mee, de zanger en de boventitel zijn dan al in je blikveld.

  3. Gerard
    17 september 2012 at 14:00

    Ik hoop ook dat toekomstige festivals avontuurlijker, vernieuwender zullen worden, de glans van het Gergiev is er inmiddels wel een beetje van af. Dat was ook wel te merken aan de tegenvallende kaartverkoop (kaarten werden nu voor een habbekrats op een veilingsite aangeboden). Het is meer een soort verlengstuk van het reguliere concertseizoen.