FeaturedOperarecensie

Op liedreis met Kozelj en Drake

Ze begonnen in Tsjechië, trokken via Duitsland naar Frankrijk en eindigden in Spanje. Mezzosopraan Barbara Kozelj en pianist Julius Drake maakten woensdagavond in TivoliVredenburg een liedreis door Europa, met volksmuziek als kompas. Een levendig en kleurrijk programma.

Mezzosopraan Barbara Kozelj. (© Andreas Terlaak)
Mezzosopraan Barbara Kozelj. (© Andreas Terlaak)

Stilte is voor mij een goede graadmeter voor het succes van een liedrecital. Valt de zaal één of meerdere keren helemaal stil aan het einde van een lied, dan heeft het duo op het podium de afstand naar de oren en harten van ál zijn gasten weten te overbruggen en dus knap werk geleverd. Het zijn kostbare momenten.

De Sloveense zangeres Barbara Kozelj en de Britse pianist Drake beleefden bij ‘Le temps des lilas et le temps des roses’ van Ernest Chausson zo’n moment. “Le printemps est triste et ne peut fleurir”, zong de zangeres, en dat was op fijngevoelige wijze te horen. Kunstig bouwde ze het lied op en trok, fantastisch gesteund door Drake, de mooiste lijnen, om te eindigen met “notre amour est mort à jamais”. Ze kregen het toch wat kucherige publiek er helemaal stil mee.

De liederen van Chausson maakten deel uit van de derde etappe van de ‘straatmuziekreis’ van Kozelj en Drake, zoals Paul Janssen het concert in het programmaboek typeerde. Het duo begon in Midden-Europa met Moravische volksliederen van Janáček en zigeunerliederen van Dvořák. Van de liederen van Janáček ontbraken tekst en vertaling. Drake lichtte de groep van vijf weliswaar op eloquente wijze toe, maar dat was je toch alweer snel vergeten, zodat de inhoud enigszins langs je heen ging.

Bij Dvořák kwam het recital goed op gang. Kozelj zong overtuigend over liefde, verlangen, verdriet en de dood. Haar stem heeft een donker en dramatisch karakter en plooit zich goed om de meer melancholische poëzie. Zodra ze haar geluid laat resoneren, beginnen de sensitieve snaren in je eigen klankkast mee te trillen.

Johannes Brahms was gekozen als representant van het Duitse lied. Vooral het tragische ‘Treue Liebe’ kwam mooi uit de verf. Een meisje zit op het strand en mist haar liefste, die gestorven lijkt te zijn in de golven. Als ze beseft dat haar liefste nooit meer terugkomt, laat ze zich “mit stiller Gewalt” meeslepen door het water om met hem verenigd te worden in de dood. Kozelj en Drake bouwden het prachtig op, waarbij Drake het water van de zee met virtuoos en lyrisch spel steeds prangender naar de voorgrond bracht. Verrassenderwijs eindigde hij met drie staccato slottonen. Een kil signaal van de ingetreden dood?

Julius Drake. (© Sim Canetty-Clarke)
Julius Drake. (© Sim Canetty-Clarke)

De andere Brahms-liederen vond ik iets minder geslaagd. Kozelj was vrij grillig in haar dynamiek, met snelle en grote verschillen in volume. In Duitse liederen hoor ik liever een gelijkmatiger en ingetogener aanpak, maar dat zal smaak zijn.

Bij de liederen uit Frankrijk en Spanje was de mezzosopraan helemaal in haar element. Het was alsof haar stem met de trek naar het zuiden steeds verder openbloeide. ‘L’invitation au Voyage’ van Henri Duparc was een kunststuk. Heel expressionistisch, als een kleurrijk Frans schilderij. In Duparcs ‘Elégie’ spreidde Kozelj haar meesterlijke piani tentoon en ook ‘Sérénade, tes grands yeux’ van Chausson was bijzonder subtiel.

De afsluitende Spaanse liederen van Granados en Turina waren een schot in de roos. Met veel temperament maakte Kozelj er een smakelijke finale van, waarbij ze de schoonheid van haar lage register heerlijk uitmolk.

Drake speelde, net als tijdens de rest van het recital, begenadigd zijn deel mee. Met zijn vrije spel, zijn uitmuntende timing en zijn haarfijne gevoel voor de kracht van het lied demonstreerde hij dat liedrecitals het werk zijn van twee gelijkwaardige artiesten die hun krachten bundelen.

In dat kader: de redelijk nieuwe combi Kozelj-Drake heeft mijns inziens meer dan genoeg gebundelde kracht en zou ik graag vaker horen!

Vorig artikel

DiDonato's eerste Semiramide is een triomf

Volgend artikel

Deckers Traviata keert terug in bioscoop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. Lia van der Steen
    3 maart 2017 at 10:57

    Wat een heerlijke recensie! Komt zeer overeen met mijn eigen ervaring. Dank u wel!

  2. theo laceulle
    4 maart 2017 at 12:57

    Ik ben het met de recensie van Jordi hélemaal eens! Wat een prachtig recital; prachtig van opbouw, prachtig gezongen door de prachtige Barbara, prachtig begeleidend gespeeld door Julius Drake. Voor mij persoonlijk waren de Maya dolorosa liederen van Granados de grote verrassing. En dan die toegift van Obradors, El vito, ooit als toegift gezongen door Nan Merriman (https://www.youtube.com/watch?v=-zzcP3Da4Vg)! Een schot in de roos.