AchtergrondFeatured

Van Sandwijk: verslaafd aan het podium

Optreden vindt ze het einde, zingen maakt haar gelukkig. Rosanne van Sandwijk wil maar één ding en dat is haar brood verdienen met haar stem. Morgen geeft ze een recital in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Een gesprek met de jonge mezzosopraan.

Rosanne van Sandwijk behaalde cum laude haar diploma klassieke zang in Rotterdam, volgde masterclasses bij diverse bekende zangers en zat een seizoen in het ensemble van Opera Studio Nederland. Ongeveer een jaar geleden ging ze zelfstandig als zangeres aan de slag.

In december 2007 debuteerde Van Sandwijk in de Kleine Zaal van het Concertgebouw met de liedcyclus ‘Frauenliebe und Leben’ van Schumann. Dinsdag 13 april staat ze wederom in de beroemde concertzaal in Amsterdam. Ze geeft dan samen met bariton Martijn Cornet een recital in de serie ‘Jonge Nederlanders’. Ze zingt liederen van Brahms, Grieg en Britten.

Zijn jullie al lang bezig met de voorbereiding van het recital?
,,Behoorlijk lang ja. We zijn anderhalf jaar geleden benaderd en zijn toen aan het brainstormen gegaan over de repertoirekeuze. Die keuze was geheel aan ons. Erg leuk natuurlijk, want dan kun je laten horen waar je hart ligt. Tegelijk vind ik het heel belangrijk dat je rekening houdt met het publiek, en niet alleen met wat je zelf wil zingen.”

Jullie worden begeleid door een piano en vier strijkers. Vanwaar die bijzondere setting?
,,Martijn en ik zaten allebei al snel te denken aan liederen met strijkersbegeleiding. Ik wilde erg graag ‘Zwei Gesange’ van Brahms zingen; dat is met piano en altviool. Martijn wilde iets met strijkkwartet.”

Maakt zo’n bezetting veel verschil ten opzichte van een ‘standaardrecital’ met pianobegeleiding?
,,Het maakt het eerder makkelijker dan moeilijker. Je krijgt nog meer ideeën, want je bent met meer musici. Altviolist Judith Wijzenbeek kent de liederen van Brahms bijvoorbeeld heel goed, waardoor ze allemaal goede aanwijzingen kan geven. Daarnaast is de altviool een instrument dat ‘meezingt’. Daardoor krijg je het gevoel dat je een ‘meezingende’ partner hebt.”

Is het bijzonder om in het Concertgebouw te zingen?
,,Ja! Het is het walhalla. Zowel de Grote Zaal als de Kleine Zaal. De sfeer is magisch, de akoestiek fantastisch en de vleugel in de Kleine Zaal waanzinnig goed. Ik zie er enorm naar uit.”

Wat is er veranderd sinds je in 2007 voor het eerst in het Concertgebouw zong?
,,Toen was ik nog student, nu is het m’n beroep. Natuurlijk ben ik nog lang niet uitgeleerd, maar ik heb nu veel meer ervaring met recitals en repertoirekeuze. Ik ben ook helemaal niet nerveus.”

Zenuwen spelen jou geen parten?
,,Ik vind optreden het einde, dus ik ben nooit zo gespannen. Dat is bijzonder prettig ja, daar ben ik mee gezegend.”

Wat voor klussen ga je na dit recital doen?
,,Half mei vertrek ik naar Canada, Toronto, om Sesto te zingen in Giulio Cesare van Händel. Verder ga ik in Aix-en-Provence zingen en geef ik nog een recital in het Concertgebouw tijdens de Robeco Zomerconcerten.”

De zaken lopen dus wel goed nu je zelfstandig bezig bent?
,,Ja, ik ben natuurlijk nog maar een jaar bezig, maar het gaat inderdaad goed. En het bevalt ook goed.”

Heb je veel concurrentie van de vele andere zangers die in Nederland rondlopen?
,,Er zijn veel zangers, dat klopt. Maar ik geloof dat als je goed en gedegen je werk doet, dat het dan wel goedkomt. Ik zal er niet rijk van worden, maar wel heel gelukkig.”

Wat zijn je ambities voor de lange termijn?
,,Ik hoef niet per se in Milaan te staan, of per se in New York. Ik ben verslaafd aan het podium, ik word er zo gelukkig van. Ik wil hier simpelweg m’n brood mee verdienen en met muziek mensen ontroeren. Waar dan ook.”

Vorig artikel

Koor en orkest sieren DNO's Les Troyens

Volgend artikel

IOP op tournee met Verdi-klassieker Aida

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.