BinnenkortFeaturedOperarecensieRecensies

Oedipus Rex/Antigone spannende combinatie

Niet in oud-Griekse gewaden, noch in zwarte avondkleding waren de mannen van het Operakoor gehuld voor hun uitbeelding van het Thebaanse volk in Oedipus Rex’ van Igor Stravinsky. Neen, als een vervaarlijke troep hooligans in legerbroeken, zwarte laarsjes en bretels over de zwarte shirts, belaagden zij hun koning Oedipus met felle gebaren en op volle stemkracht: ‘Kaedit nos pestis. Theba peste moritur’/ ‘De pest moordt ons uit, Thebe sterft door de pest’.

De mannen van het Operakoor in Oedipus Rex. Foto:© De Nationale Opera, Bart Grietens

Het was zaterdagavond 9 maart een sterk begin van een nieuwe productie waarin De Nationale Opera en Het Nationale Ballet samenwerken op basis van Stravinsky’s opera-oratorium uit 1927 en een nieuw oratorium-achtig koorwerk. Dat handelt over de Griekse prinses Antigone. Zowel wat betreft tekst als de muziek werd het gemaakt door de Canadese componist Samy Moussa.  Beide verhalen – familiedrama’s met een politieke inslag – spelen zich af in de stad Thebe en sluiten bij elkaar aan. De ‘double bill’ markeerde de opening van het Opera Forward Festival, waarin allerlei nieuwe bijdragen aan de toekomst van de kunstvorm.

Het Oedipus-complex. Zo beroemd is het verhaal van de Griekse jongeman die zijn vader Laios doodde en trouwde met zijn moeder Jocaste. Sigmund Freud benutte het in 1897 voor zijn theorieën over de seksuele ontwikkeling bij jongens. Igor Stravinsky zag er dertig jaar later een opera in. Op basis van het oorspronkelijke toneelstuk van de oud-Griekse schrijver Sophocles stelde Franse schrijver Jean Cocteau voor de componist een libretto samen in het Frans. Dat werd op voorstel van Stravinsky vertaald in het Latijn.

Monumentaal Latijn

Hij voelde zich in de ritmiek en de klank van het versteende Latijn thuis als een vis in het water. ‘De figuren uit de grote tragedie en hun noodlot, werden door het Latijn wonderbaarlijk verlevendigd. Dankzij het Latijn kregen zij hun monumentale gestalte en de verheven houding die strookt met het majesteitelijke karakter van de antieke legende.’ Zo citeert het programmaboek de componist. Die mening zal de reden zijn dat ‘Oedipus Rex’ doorgaans statig wordt opgevoerd, de hoofdfiguren monumentaal acterend en opgetuigd als antieke Grieken, en het koor in een statische zetting van een oratorium.

Niets van dit alles in de regie van de Nederlandse theatermaker Mart van Berckel. Hij zet het drama neer als een hedendaags conflict tussen het volk en zijn heerser. Hij had in ieder geval de krachtige ritmiek en de cadans van de Latijnse teksten mee die Stravinsky omzette in een sterke muzikale klanken. Het is een rauw verhaal dat zich eigentijds laat interpreteren. In de eerste plaats voor het mannenkoor dat impulsen geeft aan de ontknoping van het raadsel waarom de pest heerst. Werkelijk overweldigend klonk het Operakoor, (ingestudeerd door Edward Ananian-Cooper) terwijl de zangers in strakke groepsbewegingen het vocale commentaar onderstreepten.

Scènefoto Oedipus rex met uiterst links Bastiaan Everink als Creon, rechts Linard Vrielink (Le berger)en Frederik Bergman (Le messager) en op de rug gezien Sean Panikkar als Oedipus. Foto: © De Nationale Opera, Bart Grietens

In het Nederlands Philharmonisch Orkest waren het vooral de koperblazers  en het slagwerk (geweldige partijen voor de pauken) die een stuwende werking uitoefenden in de voortgang van het drama. De Amerikaanse dirigent Erik Nielsen werkte met het koor en de instrumentalisten het even majesteitelijke als heftige karakter van de compositie krachtig uit.

Rampzalig

Zes solisten dragen de rollen van Oedipus, diens vrouw Jocaste, zijn zwager Creon, de ziener Tiresias, de herder en de bode. Oedipus wil autoriteit uitstralen in zijn verhouding naar het volk. Maak je niet druk, ‘Ik de roemrijke Oedipus zal jullie redden’, zingt hij. Tenor Sean Panikkar, gekleed in zwart, modern kostuum, onderstreepte met felle stem de schier onaantastbare plek die hij inneemt in Thebe, want hij redde eerder de stad van de terreur die de Sfinx uitoefende.  Hij heeft Creon uitgestuurd naar het orakel in Delphi om uitsluitsel te krijgen over de aard van de pest. De uitslag is rampzalig: de moordenaar van koning Laios woont in Thebe.

Bariton Bastiaan Everink (in een zwart-wit wijdvallend kostuum) liet zijn boodschap door de toneelruimte schallen, met gespannen uitroepen van de volksmassa als echo. Oedipus haalt Tiresias (de Poolse bas Rafal Siwek) erbij; die zal als ziener/waarzegger de uitspraak van het orakel nader moeten verklaren. Oedipus reageert ontzet. Op dat moment komt Jocaste tevoorschijn, door het volk begroet met een daverende lofzang: ‘Gloria’.

Scènefoto Oedipus rex mett links Rafal Siwek(Tiresias) rechts Dame Sarah Connoly (Jocaste) en leden van het Operakoor. Foto: De Nationale Opera, Bart Grietens

In zijn opzet voegde librettist Cocteau een presentator in. Op verschillende plekken laat hij deze figuur, ‘Le Speaker’ genoemd, het verhaal inleiden en uitleggen. Oorspronkelijk bedoeld door een acteur in rokkostuum, maar in deze productie een actrice (Nazmye Oral) in een felrood broekpak. Dat verblindende beeld hinderde bij de opkomst van Jocaste aan het begin van het tweede bedrijf. Want mezzo-sopraan Dame Sarah Connolly, weliswaar een statige verschijning, stak er in haar genuanceerd gekleurde blouse met zwarte broek een beetje flets tegen af . Maar met haar koninklijke zang op de in de muziek gemarkeerde tekst, ontkende zij de waarheid. ‘Orakels bewijzen niets. Orakels zijn leugenachtig’. Hoe vaak zij die mening ook uitte, voor Oedipus werkte het omgekeerd: het zweet brak hem uit. Ook in Jocastes zang begon onrust door te klinken; die werd staccato-achtig in een fel oplopend duet van Panikkar en Connolly, een hoogtepunt. Jocaste vlucht, en maakt een einde aan haar leven. Met een schetterende fanfare werd haar dood begeleid.

Dramatische scène van Oedipus (Sean Panikkar ) en Jocaste (Dame Sarah Connoly). Foto: © De Nationale Opera, Bart Grietens

Ego-gedrag

De finale klap geven de herder en de bode. Vocaal mooi ingevuld door Linard Vrielink en Frederik Bergman. Omdat een voorspelling luidde dat de pasgeboren Oedipus ooit zijn vader zou vermoorden, had moeder Jocaste hem in een bos achter gelaten. Hij werd gevonden door een herder die het boorlingske meegaf aan een bode van de kinderloze koning van Corinthe. Zij tweeën bevestigen dat Oedipus niet de zoon van de Corinthische koning is. Dan ziet Oedipus in dat hij met zijn ego-gedrag een oude man op een driesprong vermoordde: zijn vader Laios. Hij steekt zich de ogen uit in een hartverscheurende epiloog die door het koor aangrijpend wordt verteld en in het orkest aangevuurd. Onder het bloed, wankelde Oedipus naar voren, liefdevol opgevangen door ‘Le Speaker’. Haar rood mengde dit keer treffend.

Zwaar bebloede Oedipus (Sean Panikkar) met Verteller Nazmye Oral. foto: © De Nationale Opera, Bart Grietens

 Antigone

Het tweede segment van het tweeluik, het koorwerk ‘Antigone’ van Samy Moussa, had direct moeten aansluiten bij ‘Oedipus Rex’. Maar de zaalverlichting ging half aan, het doek bleef op zwart hangen, waardoor de spanning verliep (men kletste lustig met elkaar.) De gewelddadig klinkende opening waarmee het orkest de compositie van Moussa inzette, was een stevige actie na de krachtige orkestafronding van ‘Oedipus. In ‘Antigone’ lopen spanningen net zo hoog op.

Liet Stravinsky zijn tekst vertalen in het Latijn, Moussa koos er voor om het door hem samengestelde Engelse libretto te (laten) vertalen in het oud-Grieks. Dat vond hij toepasselijk bij de tekstfragmenten uit toneelstukken en gedichten van diverse oud-Griekse schrijvers die hij bij elkaar had gesprokkeld. Maar vanwege de moeilijkheidsgraad werd in deze productie de tekst in nieuw-Griekse uitspraak gezongen. Niemand die het deerde, want we verstonden er geen moer van. Gelukkig hield de boventiteling (in modern Nederlands!) de aandacht bij het gebeuren. Speelde in ‘Oedipus’ het mannenkoor een hoofdrol, in ‘Antigone’ draagt een vrouwenkoor het drama. Het tweeluik leverde daardoor een spannende combinatie op.

Scènefoto Antigone, met de vrouwen van het Operakoor, rechts de dansers Dingkai Bai als Polynices en Fabio Rinieri als Eteocles . Foto: © De Nationale Opera&ballet, Bart Grietens.

Vrouwenkoor

In lange grijze gewaden (als in een klassiek drama) zong het vrouwendeel van het Operakoor op prachtige melodische lijnen, met kruidige harmonieën verrijkt, het verhaal van de Thebaanse prinses Antigone (dochter van Oedipus en Iocaste). Zij verzet zich tegen een decreet van haar oom Creon (die nu heerser is over Thebe) dat haar broer Polynices niet begraven mag worden, maar moet wegrotten in de open lucht. Hij had zich tegen Creon gekeerd,. Hij wilde met een leger Thebe veroveren om zelf op de troon te komen als zoon van Oedipus. In die strijd komt het tot een tweegevecht met zijn broer Eteocles die de zijde van Creon heeft gekozen.

Ballerina Qian Liu in de rol van Antigone en Sean Panikkar als Oedipus met leden van het Operakoor. Foto: De Nationale Opera&Ballet, Bart Grietens

Voor dit drama ontwierp regisseuse Nanine Linning, tevens choreografe, scènes met dans uitgevoerd door solisten van Het Nationale Ballet. In het krijgslawaai van de orkestrale opening slingerden Dingkai Bai als Polynices en Fabio Rinieri als Eteocles met vervaarlijke sprongen om elkaar heen. Figuranten rolden vechtend in een kluwen door elkaar, terwijl het vrouwenkoor klagend zong hoeveel doden en ellende de broederstrijd opleverde.

Zusterlijke tranen

In de muzikale vertelling neemt het orkest een belangrijke plaats in tussen de tamelijk beknopte tekstfragmenten. Met ontroerende klanken vulde het strijkorkest de sfeer in rond het plengoffer dat Antigone bracht bij het lijk van haar broer. ‘Het zijn zusterlijke tranen . Wolken vergieten dauw van teder verdriet’, zong het vrouwenkoor terwijl Qian Liu met expressieve bewegingen de intense emoties van Antigone danste. Met toenemende spanning en stemverheffing werkte het koor naar de afsluiting toe. Het sprak Creon direct aan om terug te keren op zijn genadeloze decreet. Grootse muziek schreef Moussa in deze onderdelen. ‘Te laat’, zong het koor, verhalend dat Antigone zich had verhangen, evenals andere familieleden. Net als zijn zwager Oedipus had Creon geen zintuig voor de realiteit.

Qian Liu in de rol van Antigone met vrouwen van het Operakoor. Foto: de Nationale Opera&Ballet, Bart Grietens

Om de relatie te leggen met ‘Oedipus rex’ liet regisseuse Linning enkele hoofdrolspelers uit ‘Oedipus Rex’ als stille figuren opkomen in scènes waar in de zangteksten naar wordt verwezen. In feite overbodige toevoeging. Ook enkele decorstukken kregen een tweede kans. Het waren vooral kantelende en schuivende houten panelen die meer als optische vulling dienden dan een inhoudelijke werking beoogden. Ze waren net als de kostuums, al ontworpen door Vicky Mortimer voor de oorspronkelijke opzet van de ‘double bill’. Die werd geschrapt doordat de beoogde regisseur Wayne McGregor zich terugtrok uit het project. Mart van Berckel en Nanine Linning sprongen op korte termijn in om de productie te redden.

Er zijn nog vijf voorstellingen op13, 15, 17, 20 en 24 maart die allemaal uitverkocht zijn, maar dagkaarten komen mogelijk nog vrij.

Verder lezen, kijken en luisteren

Trailer van Oedipus Rex/Antigone

Aankondiging van de omzetting van Jocaste’s Line naar Oedipus rex/Antigone.

Bastiaan Everink neemt met de rol van Creon afscheid .

 

 

 

Vorig artikel

Afscheid Bastiaan Everink na 25 jaar

Volgend artikel

Donkere Messa da Requiem in Zürich

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman