Operarecensie

Anima Eterna cijfert zich weg voor Mozart

Het jarige Anima Eterna toert samen met Collegium Vocale en solisten rond met een avond vol Mozart, met werken uit diens jonge jaren en uit de weken net voor zijn dood in 1791. De ensembles en de solisten cijferden zichzelf zoveel mogelijk weg om de muziek alle ruimte te geven. Zo kwam er vitaal leven in het laatste werk van Mozart: zijn requiem.

Jos van Immerseel (foto: animaeterna.be).

Anima Eterna viert dit seizoen zijn 25e verjaardag en het koor Collegium Vocale is nog ouder, dat bestaat sinds 1970. Voor een tournee die Spanje, Frankrijk, Nederland en Duitsland aandoet, werden (in Anima-termen) enkele ‘fellows’ gevraagd mee te reizen met de Vlaamse ensembles. De bas Thomas Bauer, sopraan Andrea Lauren Brown en bas Harry van der Kamp zijn enkele van de solisten die meewerken aan de uitvoeringen van een Mozart-programma, met voor de pauze de Grabmusik KV42 en na de pauze het Requiem KV626.

Het optreden van Anima Eterna, Collegium Vocale en de solisten onder leiding van Jos van Immerseel had bijna iets van een cd-opname. De manier waarop de muziek van Mozart gisteravond in de Doelen in Rotterdam werd uitgevoerd, was geconcentreerd en zo ontdaan van alle theatrale vorm dat alleen nog de kern over bleef: de noten die Wolfgang Amadeus op papier zette.

Authentiek, zeker, maar wel een authenticiteit die uit de muziek spreekt en die nergens geforceerd werd. Eén van de laatste teksten die Mozart op zijn sterfbed in 1791 sprak –geciteerd in het boek Over Mozart gesproken van Wenneke Savenije – was dat hij zich had bevrijd van de ‘slavernij van de mode’. In die sfeer was ook het optreden van de ensembles. Oprecht zoekend naar de kern van Mozarts muziek, zonder academisch te worden en zeker zonder te zwelgen in het drama.

Bij het begin van het Requiem zag ik een dame een rij voor me opzij kijken naar haar gezelschap. Ze trok een zuinig mondje. De inzet van het koor viel kennelijk wat tegen. Die kan donderend en brullend zijn – en zo hoor je hem ook op veel opnamen – maar was in de uitvoering van Van Immerseel juist wat ingehouden. Het accent lag op de pauk en het koper. Pas in het Kyrie was er ruimte voor het koor om groter en ruimer te klinken.

De solostemmen hebben, hoewel er soms een lichte opera-touch hoorbaar was, niet veel ruimte om te excelleren. Toch stond er een kwartet vocalisten op het podium dat zich kon meten met de ervaring en kwaliteit van het koor, zo vaak bejubeld om zijn klank. Ik weet niet of ze ‘erop uitgezocht waren’, maar de sopraan, bassen, tenor en alt hadden in grote mate het vermogen muziek te maken in een organisch geheel, hun muzikale ego kleinmakend ten bate van het geheel.

De klank van de Grote Zaal van de Doelen werd in de stiltes vaardig benut door Van Immerseel. Hij gebruikte iedere milliseconde nagalm die de zaal bood om accenten te leggen. Zelden hoorde ik in de ‘bak’ van de parterre zulke heldere, transparante klanken.

Voor de pauze klonk de Grabmusik, een niet vaak gespeelde cantate die Mozart als elfjarige schreef voor Goede Vrijdag, uitgevoerd door twee solisten, bas Thomas Bauer en sopraan Andrea Lauren Brown. De stem van Bauer is donker en zeer wendbaar en uit zijn zang klonk een enorme beheersing van zijn instrument. Dat ging vrijwel gelijk op met de sopraan. De vorm van het werk, afwisselend recitatieven en aria’s door de solisten – alsof Bach meekeek – was niet heel spannend. Maar muzikaal was hoorbaar dat Mozart op elfjarige leeftijd zijn vorm al ruimschoots gevonden had.

Voor de operaliefhebber viel er weinig te halen. Wel Mozart, wel vocaal, maar geen overspelige graven, vreemdgaande keizers en wispelturige dienstmeisjes. Er was alleen de muziek. Toen dirigent Jos van Immerseel in het slotapplaus zijn partituur even in de lucht hield voor het publiek was dat misschien wel het enige theatrale element van de hele avond.

Natuurlijk, de heren orkestleden zagen er netjes uit, het koor stak in stemmig zwart en de dames-solisten hadden heur haar gedaan en droegen fraaie japonnen, maar die buitenkanten waren allemaal erg onbelangrijk. Het drama, de actie en de emotie kwamen uit de muziek en iedereen op het podium leek iets van zijn of haar ego in te leveren om die muziek te dienen.

Op zondagmiddag 10 juni is deze formatie met hetzelfde programma in het Amsterdamse Concertgebouw te horen. Als u denkt dat u dat Requiem nou wel gehoord heeft, zou de uitvoering door de Vlamingen en hun ‘fellows’ u nog wel eens kunnen verrassen.

Vorig artikel

Vlaamse Opera zet Le Duc d'Albe op de kaart

Volgend artikel

Hoofdredactioneel: Toegeeflijk

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.