Operarecensie

Een Haydn-eiland vol plezier

Vier leuke solisten, een zeer enthousiast orkest en een in het strand weggezakte kast als decor: dat is wat de productie van Haydn’s L’Isola disabitata van Opera Trionfo en het Grachtenfestival te bieden heeft. Ruim voldoende om een plezerige avond te beleven.

Scène uit de opera met rechts Rosanna van Sandwijk.
Scène uit de opera met rechts Rosanne van Sandwijk (foto: Ronald Knapp).

De opera’s van Joseph Haydn zijn niet zo bekend. L’Isola disabitata al helemaal niet. Maar het is een leuk, kleinschalig werk. Met vier solisten en een klein orkest ben je al klaar.

Costanza en haar zusje Silvia zijn na een schipbreuk op een onbewoond eiland gestrand. Costanza’s buidegom Gernando is verdwenen toen hij hulp probeerde te zoeken, en dus blijven de twee alleen achter. Nu al dertien jaar lang.

Bij de opening van de opera is Costanza de wanhoop nabij, te meer omdat ze in de veronderstelling leeft dat Gernando haar opzettelijk verlaten heeft. In werkelijkheid is hij echter ontvoerd door piraten. Nu, na die dertien jaar, komt hij met zijn makker Enrico – die hem heeft geholpen te ontsnappen – terug om haar te zoeken.

Na wat misvattingen vindt de hereniging plaats en met een leuk kwartet wordt het lange, gelukkige leven van de twee paren (Enrico en Silvia zijn natuurlijk verliefd op elkaar geworden) ingeluid.

Het is een simpel maar leuk verhaal. Precies zo heeft Sybrand van der Werf het geënsceneerd. Een in het zand weggezakte kast is het enige decorstuk, daaromheen maken de solisten het spel. Minimaal, maar sprekend genoeg.

Op de kast wordt zo nu en dan tekst en uitleg bij het verhaal gegeven, zodat de groffe lijn goed te volgen is. Wel jammer dat er verder geen boventiteling is. Leuke details in de tekst gaan daardoor verloren. Een sublieme vertaling zoals bij de vorige Trionfo-productie (Les aventures du Roi Pausole) had zeker niet misstaan.

Gelukkig weet het solistenkwartet de onderlinge verhoudingen prima uit te beelden. Woorden zijn niet nodig om hun emoties te kunnen lezen.

Bovendien beschikken de vier over prima stemmen voor in de kleine concertzaal van Felix Meritis. De één wel beter dan de ander. Rosanne van Sandwijk is een prachtige, overtuigende Costanza. Haar stem is diep, rijk, vol en wat je al niet meer aan omschrijvingen kunt verzinnen voor een stem die gewoonweg heel lekker klinkt.

Jean-Léon Klostermann onderscheidt zich met zijn fraaie tenor. Een tenor met een volle klank en flink wat gewicht (bijna op z’n baritons). Zijn dikke legato is beslist geen straf voor de oren.

Bariton Florian Just (Enrico) mist de stabiliteit die Klostermann wel heeft, maar ook hem kunnen de nodige mooie momenten niet ontzegd worden. Sopraan Nienke Otten (Silvia) blijft in haar middenregister vaak karig qua klank, maar weet zich in de hoogte wel vol te uiten.

Het orkest (het Matangi Quartet + uitbreiding) onder leiding van Peter Biloen is als een vijfde solist. Het straalt een enorm enthousiasme uit, wat alleen al het kijken naar de musici plezierig maakt. En belangrijker: het orkest klinkt net zo energiek als haar uitstraling.

Al met al heeft het kleine Haydn-eiland met zijn simpele geschiedenis heel wat plezier te bieden. En dat voor maar 15 euro.

L’Isola disabitata is onderdeel van het Amsterdamse Grachtenfestival dat deze week gaande is en is alleen nog op dinsdag 18 augustus te zien, wederom in Felix Meritis. Zie voor meer informatie www.grachtenfestival.nl of www.operatrionfo.eu.

Vorig artikel

Youtube-portret: Elīna Garanča

Volgend artikel

Metropolitan breekt record kaartverkoop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.