Operarecensie

Brueggergosman geeft stroef recital

Soms zit het mee, soms zit het tegen. Sopraan Measha Brueggergosman is een prachtige zangeres, maar gisteravond in het Concertgebouw kreeg ik het idee dat ze haar draai niet kon vinden. Het op zichzelf reuzeboeiende programma kwam daarom weinig bijzonder op mij over.

Measha Brueggergosman (foto: Richard Lehun).

Measha Brueggergosman is een zangeres van formaat. Van een uitputtend operarepertoire getuigt haar cv niet, maar ze is nog maar 33 jaar en bovendien heeft ze in het concertcircuit en ook buiten de klassieke muziekgrenzen al een grote naam opgebouwd. Ze werd niet voor niets gevraagd om begin dit jaar de Olympische Winterspelen vocaal te openen.

Die roem is allerminst gebakken lucht – wat je bij sommige jonge zangeressen wel eens vermoedt. Brueggergosman is een excentrieke dame met een energieke stem; moeiteloos en compact in de nok, dromerig en haast sensueel in de kern. Bij haar geen verstilde, egale liedmelodieën: er is voortdurend actie.

Het maakt haar zangtrant origineel en meeslepend. Mede geholpen door haar open, aansprekende uitstraling weet ze de aandacht helemaal op haar te richten en het publiek mee te nemen in het verhaal van het lied.

Althans, ik heb eerder al eens mogen ervaren dat ze dat zeker voor elkaar kán krijgen. Gisteravond in de Kleine Zaal van het Concertgebouw leek ze haar draai echter niet te kunnen vinden. Ze begon met ‘Cinq mélodies populaires grecques’ van Maurice Ravel, gevolgd door drie liederen van Franz Schubert, maar geen van allen overtuigde me.

Ze kwam op mij erg onrustig over. Haar klinkers vielen soms uit de toon, terwijl haar medeklinkers juist nogal dominant waren, de aanzet van haar noten klonk nu en dan onzeker en haar klank verschoot vaak op één en dezelfde noot van kleur. Het leek alsof het haar ontbrak aan controle, zodat haar muzikale ideeën ideeën bleven.

Daarbij moet ik zeggen dat haar geplande pianist Roger Vignoles vervangen was door Justus Zeyen. Ik weet niet hoe kort van tevoren, maar het zal zeker een rol hebben gespeeld. Zeyen kon niet op niveau begeleiden en de verdwaalde pianowerken van Schumann en Chopin die hij tussendoor speelde, had hij wat mij betreft beter in de kast kunnen laten liggen.

In drie liederen van Henri Duparc kwam Brueggergosman gelukkig wat meer op dreef. Haar uitbundigheid en spanningsopbouw in ‘La vie antérieure’ zorgden in elk geval voor wat leven in de brouwerij en in ‘Phidylé’ kreeg ze eindelijk die dromerige, meeslepende atmosfeer te pakken.

Na de pauze ging ze vlot van start met de ’tres sonetos’ van Joaquín Turina. Ze liet zich gaan in haar zang en spel en maakte daardoor meteen wat los bij het publiek. Helaas kon ze in de daaropvolgende liederen van Richard Strauss en Alban Berg die overtuigingskracht niet altijd handhaven – al zong ze een stuk solider dan aan het begin van de avond.

Typerend was de toegift. Na een spontaan praatje waarin ze Samuel Barber haar liefde verklaarde, gaf ze een schitterende vertolking van één van zijn liederen. Spannend, klankrijk en door niks uit balans gebracht. Weg was de onrust.

Heerlijk om te horen. Maar wel een beetje aan de late kant…

Zie voor meer informatie over de Vocale Serie en andere concerten de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

De wereld in 40 operahuizen: Cairo

Volgend artikel

Barokopera speelt alternatieve Figaro

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. 1 december 2010 at 12:10

    Jammer, Measha is een geweldige zangeres!

    Ze heeft het afgelopen jaar een gevaarlijke hart operatie gehad en is zo’n 40 kg afgevallen.
    Grote kans dat haar lichaam van deze opdonder nog niet helemaal terug in balans is.

  2. Basia Jaworski
    1 december 2010 at 12:15

    Kan, maar ik heb haar al _na_ haar operatie (en die 40 kilo!) al gehoord en was fantastisch.
    Het was precies, zoals Jordi schreef.Niet goed.
    Maar het kon ook aan de pianist (en de totale gebrek aan chemie tussen de twee) liggen.
    Echt jammer, maar die Barber was goddelijk.