AchtergrondBinnenkort

DNOA werkt aan Cendrillon van Massenet

Enkele malen per jaar maakt de Dutch National Opera Academy een complete operaproductie. Deze winter werken de operastudenten onder regie van Caitlin van der Maas aan Cendrillon van Massenet. François van den Anker ging kijken bij de voorbereidingen en sprak de regisseur, de directeur en één van de twee Cendrillons.

Promobeeld van Cendrillon bij de Dutch National Opera Academy. (© András Mezei Walke)
Promobeeld van Cendrillon bij de Dutch National Opera Academy. (© András Mezei Walke)

Het vak leer je in de praktijk. Dat geldt voor alle beroepen en dus ook voor dat van operazanger. Wie zijn bachelor zang heeft afgerond en door de toelating komt, krijgt bij de Dutch National Opera Academy (DNOA) twee jaar lang alle kans om praktijkervaring op te doen. De nadruk ligt daarbij op het combineren van zang en spel.

Namens de samenwerkende conservatoria van Amsterdam en Den Haag is artistiek directeur Maria Riccarda Wesseling verantwoordelijk voor de opleiding. Als ervaren operazangeres heeft ze kennis en ervaring in het vak en beschikt ze over een netwerk van interessante collega’s die praktijklessen kunnen geven. Dankzij haar contacten geven Jane Henschel, Willard White, Anna Bonitatibus, Boris Ignatov en Zack Winokur dit schooljaar masterclasses.

Repetities voor Cendrillon

December 2016. In de grote zaal van het Haagse conservatorium wordt intensief gerepeteerd voor Cendrillon van Jules Massenet. De repetitie verloopt strak en planmatig en tussen het werk op het podium door heeft iedereen van alles te regelen. De directeur kijkt af en toe vanuit de zaal toe, maar de e-mails op haar smartphone gaan ook dan door.

Regisseur Caitlin van der Maas overlegt voor aanvang van een doorloop even over het gewicht van de champagneglazen op het blad, Cendrillon voert op het podium een goed gesprek over een verkleding in de voorstelling en repetitor Mirsa Adami neemt plaats achter haar instrument in de orkestbak, maar niet voordat ze haar collega’s heeft verrast met oliebollen.

Maria Riccarda Wesseling: "Er zijn op dit moment heel veel regiestijlen. Dat vraagt grote flexibiliteit van de zangers."
Maria Riccarda Wesseling: “Er zijn op dit moment heel veel regiestijlen. Dat vraagt grote flexibiliteit van de zangers.”

Terwijl in de grote zaal de repetitie begint, vertelt Maria Riccarda Wesseling over de keuze van de opera Cendrillon voor de huidige lichting studenten. “Het vinden van geschikt repertoire is altijd een hele puzzel. Dit jaar hebben we geen tenor in de groep. Afhankelijk van de stemmen van onze studentengroep kiezen we producties die voor ieder mogelijkheden bieden. Veel rollen worden dubbel bezet, zodat veel studenten de kans krijgen podiumervaring op te doen. Deze opera heeft mooie rollen, die van de prins, van Cendrillon zelf natuurlijk en die van de vader en de moeder.”

Jules Massenets Cendrillon is in het Frans, daarom werkt de Française Nathalie Doucet achter de schermen mee als taalcoach. De vorige DNOA-productie was Engelstalig en komende zomer brengen de studenten tijdens de NJO Muziekzomer het Duitstalige Hänsel und Gretel van Humperdinck.

Diezelfde variatie zit ook in de stijl van de regisseurs. Voor elke productie wordt een andere regisseur gekozen, net als de dirigent – vaak in samenspraak met het orkest – en de andere leden van het artistieke team. Bekende Nederlandse talenten als Lotte de Beer en Sybrand van der Werf maakten eerder producties voor DNOA. Deze keer is de regisseur wederom Nederlands, maar Van der Maas deed haar ervaring grotendeels op in Duitsland, en dan vooral in het (muziek)theater.

“De tendens is dat voor operaregie veel mensen uit het theater worden betrokken”, stelt Wesseling vast. “Er zijn op dit moment heel veel regiestijlen. Dat vraagt grote flexibiliteit van de zangers en het vermogen verschillende ‘regietalen’ te begrijpen. Daarom kiezen we zeer verschillende regisseurs.”

Het contact met regisseur Caitlin van der Maas ontstond toen Maria vorig jaar Fricka zong in Das Rheingold tijdens de Ruhrtriennale, onder regie van Johan Simons. “Ik werd fan van Simons toen ik met hem aan Rheingold werkte en zo kwam ik in contact met zijn medewerker Caitlin van der Maas. Ze heeft al ervaring met muziektheater, maar dit is een groot romantisch werk, met een groot orkest, en dat stelt aan haar en eigenlijk aan iedereen hoge eisen. Haar benadering is pedagogisch heel waardevol. Ze liet de zangers bij de start echt in het diepe gaan, nadat er eerst veel is geïmproviseerd. Erg leerzaam voor ze.”

“Tsak, draai, klik, en muziek!”

Als de lunchpauze voorbij is, begint een complete doorloop van de eerste akte. Tijdens de ouverture staan de spelers al op het podium in een openingsscène zonder woorden, die de setting van het verhaal voor het publiek verduidelijkt. De regisseur ondersteunt haar cast vanuit de zaal met de tekst van de choreografie: “Tsak, tsak, draai, tsak, ‘oh my god wat een nieuws’, tsak, draai, klik en… muziek!” Cendrillon richt een afstandsbediening op de orkestbak en voilà, er is muziek. Nu nog door Mirsa Adami, maar bij de voorstellingen zit het Residentie Orkest in de bak, geleid door dirigent Walter Althammer.

De echte video voor de openingsscène is nog niet af, dus wordt er geïmproviseerd met een snel gemonteerd willekeurig filmpje. (“Wat moet die beer in de video? Die beer is tijdelijk!”) Assepoester, een rol die sopraan Nikki Treurniet deelt met Zofia Hanna, heeft een piepklein productiekantoortje dat alleen via onaangenaam pijnlijke traptreden bereikt kan worden.

Regisseur Caitlin van der Maas met haar team en cast. (© Dutch National Opera Academy)
Regisseur Caitlin van der Maas met haar team en cast. (© Dutch National Opera Academy)

Cendrillon is de eerste grote operaregie van Caitlin van der Maas. Ze studeerde in 2011 af van de regieopleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Tijdens stages ontdekte ze haar voorkeur voor het Duitse theater. Via een uitwisseling werkte ze eerst in Hamburg en kon daarna een stageplaats krijgen bij de Münchner Kammerspiele, waar Johan Simons sinds een jaar intendant was. Ze was er regieassistente bij de veelgeprezen voorstelling Winterreise, gebaseerd op het werk van Schubert met een tekst van Elfriede Jelinek.

“Mij viel op dat in het Duitse theater de dramaturgie altijd klopte, los van de vraag of de voorstelling goed was. Dan heb ik het wel nadrukkelijk over teksttheater”, zo verklaart Caitlin haar interesse in de Duitse theaterpraktijk. Ze volgde in 2015 Johan Simons naar de Ruhrtriënnale. “Ik heb daar meegewerkt aan Accatone, met Collegium Vocale Gent.”

Heel ver liggen teksttheater en muziektheater/opera niet uit elkaar, vind de regisseur. “De vermenging van theater met muziek is voor mij altijd heel belangrijk. Tekst is voor mij óók muziek, denk maar aan de teksten van Thomas Bernard of die van Elfriede Jelinek. Dat zijn eigenlijk partituren.”

“Ik ga het doen!” was haar reactie toen de uitnodiging van DNOA kwam. “Het past in een ontwikkeling die ik doormaak. In München, waar ik woon, creëren we nieuwe muziek. Ik maak het libretto, er is een compositie en dan regisseer ik de voorstelling. Deze Cendrillon, een repertoire-opera, is heel anders, maar ongelofelijk gaaf om te doen.”

“Toen de keuze voor Cendrillon gemaakt was, ben ik de partituur en het originele Franse verhaal van Perrault gaan lezen. Zijn benadering is vergeleken bij die van de broers Grimm veel meer psychologisch. Dat levert heel goede speelfiguren op voor de cast. Vanuit mijn theaterachtergrond denk ik: het is mooie commedia dell’arte. Je kunt heel realistisch werken, heel ingeleefd, of meer lichamelijk. Dat concrete is voor jonge spelers heel prettig.”

Muziek is iets wat ons vervoert

Van der Maas wil meer dan alleen een sprookje vertellen. “Ik heb veel nagedacht over de vraag wat dat sprookje met nu te maken heeft. Boze stiefmoeders – in mijn versie een pittige zakenvrouw – en bange vaders zijn van alle tijden. Ik wil Cendrillon niet neerzetten als passieve jonge vrouw; dat is in deze tijd niet meer geloofwaardig. Eigenlijk voelen Cendrillon, haar vader en de prins zich alle drie niet thuis in de setting van het stuk.”

Nikki Treurniet als Cendrillon. (© Dutch National Opera Academy)
Nikki Treurniet als Cendrillon. (© Dutch National Opera Academy)

In haar regie koos Caitlin voor de setting van een talentenshow en daarvan het backstagegedeelte. “Dat kennen veel mensen uit de jaren tachtig. Denk aan Fame. En nu weer, met The Voice en andere talentenshows. Het is het sprookje van: ik wil ontdekt worden en beroemd zijn.”

Het werk van de regisseur gaat verder dan alleen deze productie. Ze wil de studenten typisch theatrale dingen meegeven. “De eerste week hebben we alleen tekst gedaan, later zijn we in een workshop van drie dagen aan de slag gegaan met vragen als: hoe sta je in de ruimte, hoe verhoud je je tot de anderen en hou verhoud je je tot de muziek? Muziek is iets wat ons vervoert, terwijl taal in ons hoofd zit. Muziek kan je verleiden tot bepaalde bewegingen. En soms vraag ik een zanger juist iets heel anders te doen dan de muziek vraagt.”

Een vrolijk, zelfs brutaal pubermeisje

Eén van de studenten is sopraan Nikki Treurniet. Voor haar is deelname aan DNOA het slot van een lange opleiding, eerst als bachelor in Den Haag, gevolgd door een master. De operaopleiding is haar tweede master. “Wat ik hier leer, is het combineren van spel en zang. In het zingen heb ik inmiddels een zekere stabiliteit opgebouwd, waarop ik kan vertrouwen. Qua spel gebeurt er in deze productie heel veel, maar vooral om me heen. Cendrillon is een meisje van een jaar of 18, die haar moeder verloor en nu een stiefmoeder heeft met twee dochters. Ze moet hard werken en is ongelukkig, maar daaronder zit een vrolijk, zelfs brutaal pubermeisje.”

“Het keerpunt in het verhaal is als ze de prins ontmoet, in wie ze een gelijkgestemde ziel herkent. Ze zijn beiden buitenstaander, in een wereld waarin de stiefmoeder en haar dochters staan voor de glamour van Idols en The X Factor. Cendrillon past daar niet bij. Voor mij dus geen baljurk, ik krijg voor het bal een punkoutfit aan.”

Nikki Treurniet: "Voor mij dus geen baljurk, ik krijg voor het bal een punkoutfit aan." (© Romy Treebusch)
Nikki Treurniet: “Voor mij dus geen baljurk, ik krijg voor het bal een punkoutfit aan.” (© Romy Treebusch)

Hoor ik hierbij? De vraag die Cendrillon zich stelt, herkent Nikki enigszins van haar middelbareschooltijd. “Ik zat op een hele hippe middelbare school en hield van klassieke muziek. Daar was ik een uitzondering in. Ik werd niet gepest, maar mijn medeleerlingen konden niet echt begrijpen dat ik van die muziek hield.”

De jonge sopraan, die in het Coco Collectief zingt en onlangs meewerkte aan de Meezing Messiah van de Reisopera in Carré, heeft dromen genoeg. “Susanna in Le nozze di Figaro, dat is een rol die ik graag wil zingen. Komende zomer zing ik de vrouwelijke hoofdrol in Hänsel und Gretel, die we met het Nationaal Jeugd Orkest brengen. Deze periode bij DNOA heeft mijn opera-ambities zeker groter gemaakt. De komende tijd ga ik audities doen. Ik wil in elk geval mooie muziek maken op een zo hoog mogelijk niveau.”

Het volgende deel van de doorloop begint. Cendrillon is in de voorstelling de weinig gewaardeerde productie-assistente van stiefmoeder La Haltière. In een klein kantoortje typt Cendrillon de contracten voor de deelnemers aan de talentenjacht. “Attentie”, roept de voorstellingsleider. Uit het donker van de zaal klinkt een stem: “Ga maar weer naar je kamertje, Nikki.” Niet de stiefmoeder, het is de regie die door wil. Hard werken tot het op 12 januari allemaal klaar is.

Cendrillon gaat op 12 januari 2017 in première in de Kees van Baarenzaal van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Er zijn daarna voorstellingen op 13, 14 en 15 januari, met twee verschillende casts. Zie voor meer informatie de website van DNOA.

Vorig artikel

Gelukkig nieuwjaar, operaliefhebbers!

Volgend artikel

Met begint 2017 met Verdi's Nabucco

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.