AchtergrondBinnenkort

DNOA presenteert The rape of Lucretia

De studenten van de Dutch National Opera Academy spelen vanaf 17 januari Benjamin Brittens kameropera The rape of Lucretia in Den Haag. François van den Anker bezocht een repetitie en sprak met regisseur Maria Riccarda Wesseling en de beide Lucretia’s, Deborah Saffery en Nina van Essen.

Maria Riccarda Wesseling: “Het begon puur met het stuk, de muziek en de tekst, en bij het lezen daarvan heb ik alle associaties laten komen.”

Er wordt gerepeteerd in de Kees van Barenzaal van het Haagse conservatorium. Regisseur Maria Riccarda Wesseling kijkt geconcentreerd naar het podium, dat in de volle breedte is benut door de decorontwerper.

Sleutelscène in The rape of Lucretia is de verkrachting en daar gaat de aandacht van regie en spelers deze middag volledig naar uit. De lichte ongemakkelijkheid die de toeschouwer zou kunnen ervaren bij de expliciete scène tussen Lucretia en haar belager Tarquinius wordt niet weerspiegeld op het podium. “Jasper Leever, die Tarquinius zingt, kan het prima vinden met de twee tegenspeelsters die afwisselend Lucretia zijn in de voorstelling”, legt de regisseur uit. Ze kijkt recht naar voren, naar het spel van Tarquinius en Lucretia midden op de bühne, dat precies afgestemd is op dat van het Male en Female Chorus, rechts aan een tafeltje. De twee vertellers strelen voorzichtig, een beetje onhandig nog, elkaars gezicht, terwijl een paar meter verder met stoelen wordt gegooid.

De symmetrie in het stuk is heel interessant, ontdekte Maria Riccarda Wesseling. Er zijn drie vrouwen, Lucretia, Lucia en Bianca, en er zijn drie mannen, Collatinus, met wie Lucretia getrouwd is, Junius en Tarquinius, die haar in het verhaal verkracht. Daarnaast is er een tenor als Male Chorus en een sopraan als Female Chorus. “Ik wilde ook die nevenfiguren hun verhaal laten doen en koos daarom als decor voor een openbare ruimte waarin iedere speler altijd aanwezig kan zijn”, verklaart de regisseur.

Wesseling vertelt hoe ze aan het werk ging met deze opera. “Ik ben uiteraard niet begonnen met een idee. Het begon puur met het stuk, de muziek en de tekst, en bij het lezen daarvan heb ik alle associaties laten komen. Die hebben zich op een gegeven moment verdicht tot duidelijke keuzes hoe we het verhaal willen vertellen.”

Affiche van The Rape of Lucretia, van 17 tot en met 21 januari vier keer te zien in Den Haag.

Ze wil niet te veel prijsgeven over de vormgeving en de locatie. “Snel was duidelijk dat het verhaal van de verkrachting tijdloos is. Het aspect van de oude Romeinen vinden we in deze enscenering dan ook niet terug bij de hoofdfiguren, maar juist aan de kant van de vertellers, die het verhaal becommentariëren. Omdat je door kostuums en decor altijd een tijdsconnotatie meegeeft, heb ik gekozen voor 1946. In dat jaar is het stuk geschreven door Benjamin Britten.”

Er is nog een reden voor die keuze, een politiek aspect dat de regisseur niet wilde laten liggen. “In het oude Rome werd de verkrachting van Lucretia gebruikt om de Romeinen op te zetten tegen de Etruskiërs. Een revolutie leidde tot de overgang van een monarchie naar een republiek in Rome. Ook in 1946 veranderde Italië van monarchie naar republiek, dat was een mooie bijkomstigheid. Aan de ene kant van onze ruimte speelt zich de politieke samenzwering af, aan de andere kant de scènes van het Male en Female Chorus.”

“Het idee van theater in theater, waarbij – zoals in deze opera – twee mensen een brug vormen naar het publiek, is al heel oud. We kennen het van Shakespeare. Ook bij de oude Grieken waren er al koren die commentaar gaven. Het Male Chorus, de rol die Britten voor zijn partner Peter Pears schreef, is een sleutelrol in het stuk. Hij is professor Romeinse historie, het Female Chorus is een fanatieke christelijke theologe. Die twee keurige mensen ontmoeten elkaar in een soort blind datesituatie en spelen een spel over de Romeinse geschiedenis. Daarbij spelen ze met poppen het verhaal dat wij op het podium zien min of meer na. Ze kijken zodanig vanuit hun eigen ervaringskaders naar de realiteit dat ze er een volstrekt eigen waarheid van maken.”

“Ik heb opera altijd al benaderd met de ogen van een regisseur”

Met deze productie maakt mezzosopraan Maria Riccarda Wesseling, sinds enkele jaren directeur van DNOA, haar regiedebuut. Ze is blij met het resultaat van het werk aan de productie, waarvan in december al een veelbelovende preview werd gegeven tijdens een lunchconcert in Nationale Opera & Ballet. “Het voelt als een logische stap”, zegt ze als de overgang van zangeres naar regisseur ter sprake komt. “Eigenlijk mondt alles wat ik tot nu toe heb gedaan uit in het voeren van regie.”

Wesseling heeft in haar loopbaan op veel grote, internationale podia gezongen en met vooraanstaande regisseurs gewerkt. Ze was ook toen al gericht op het geheel en keek breder dan alleen het karakter dat ze zelf speelde. “Ik heb opera altijd al benaderd met de ogen van een regisseur.”

Haar inspiratiebronnen? “Het zijn er veel. Ik noem iemand als Pina Bausch, met wie ik samenwerkte in haar inmiddels klassieke enscenering van Glucks Orpheus bij de Parijse opera. De productie wordt in april hernomen, ik zing dan weer de titelrol. Van Bausch leerde ik hoe ongelofelijk belangrijk het ‘zero moment’ is: jezelf toestaan om even helemaal niets te doen tot een volgende impuls komt. Zangers denken vaak dat ze iets moeten máken in plaats van iets moeten zíjn.”

“Regisseurs als Krzysztof Warlikowski en Johan Simons verwelkomden mijn suggesties bij het creëren van een rol. Van Gerd Heinz, in Nederland niet zo bekend, leerde ik om zo met alle figuren op het podium te werken dat iedereen even belangrijk is, dat ieder weet welk verhaal hij of zij vertelt. Uit ervaring weet ik hoeveel spelplezier dat geeft en hoeveel angst dat wegneemt.”

“Toen ik de titel hoorde, was ik wel even geschokt”

Eén van de twee mezzosopranen die de rol van Lucretia zingen is Deborah Saffery. Over de aanpak van regisseur Maria Riccarda is ze zeer te spreken. “Ik heb het gevoel dat ze in haar kracht is. Wat ze verwacht, laat ze ons heel duidelijk zien. Je krijgt veel subtext, veel achtergrond mee. Maria is heel precies: er is voor elke beweging die je maakt een reden. Daarmee verbindt ze de tekst met de handeling op het podium. Voor iemand die zomaar wat staat te doen heeft ze geen begrip, there’s no tolerance for that! Je moet er echt staan.”

De in Chili geboren mezzosopraan maakt sinds september 2016 deel uit van de masteropleiding van DNOA. Ze zong er eerder de rol van de prins in Massenets Cendrillon en was Hänsel in de afgelopen zomerproductie van Hänsel und Gretel. Ook een rol als page in Rigoletto bij De Nationale Opera staat op haar cv. Ze is enthousiast over de productieve werksfeer bij DNOA. “We zijn een prima groep met heel verschillende individuen, die graag van elkaar leren.”

Deborah Saffery: “Ik denk zelf dat het leven rollen voor je uitzoekt, en dat alles een reden heeft.”

Als student aan de masteropleiding van DNOA wordt het repertoire voor je gekozen. Dat ging ook zo met deze Britten-productie. “Toen ik de titel hoorde, was ik wel even geschokt”, bekent Saffery. “Op de Ceremony of Carols na is het zingen van de muziek van Britten nieuw voor me.”

Ze heeft een filosofie over hoe de rol van Lucretia op haar pad kwam. “Ik denk zelf dat het leven rollen voor je uitzoekt, en dat alles een reden heeft. Of ik klaar ben voor deze rol? Je bent nooit echt klaar voor een rol, maar als die op je pad komt, kan dat ons iets leren.”

De rol van Lucretia is niet makkelijk. “Wat Lucretia doormaakt, hoort bij de heftigste emoties die een vrouw kan meemaken in haar leven. Ik probeer er iedere keer heel bewust te staan, ook bewust van wat ikzelf, als de echte Deborah, voel en denk. Ik moet een zekere afstand nemen om niet op het podium te huilen.”

Vocaal is het uitdagend om Lucretia te zingen. “De rol werd door Britten gecomponeerd voor Kathleen Ferrier. Het is precies geschreven met alle noten die ik lastig vind. Ik kan er niet te veel over nadenken. Ik moet het gewoon doen. Maar ik ben student, ik mag nog leren.”

“Na de verkrachting dooft het vuur uit”

De repetitie gaat verder. Aan een tafeltje zit Lucretia te schrijven. Ze kijkt met een bijna hemelse blik de zaal in. Als ze weer een paar zinnen genoteerd heeft, loopt ze naar de brandende open haard. “Dat vuur brandt in mijn visie onder meer door al haar onbeantwoorde verlangens”, verklaart de regisseur. “Na de verkrachting dooft het vuur uit. Daarna strooit Lucretia as over haar hoofd, voor mij een symbool van het schuldgevoel dat slachtoffers van misbruik vaak voelen. Ik heb er met mijn vader, die psycholoog is, uitgebreide gesprekken over gevoerd.”

Nina van Essen zingt afwisselend met Deborah Saffery de rol van Lucretia. De twee mezzo’s hebben veel met elkaar gediscussieerd over Lucretia en haar relatie tot Tarquinius. “In de regie van Maria voelt Lucretia zich ook wel aangetrokken tot Tarquinius als man. Die intensiteit mist ze in haar relatie met haar echtgenoot Collatinus. Ze voelt zich verraden aan zichzelf, maar geniet in zekere zin van de passie. Ze heeft een schuldgevoel over het feit dat ze wellicht aanleiding heeft gegeven. Tarquinius heeft een achtergrond, zo blijkt in het begin van de opera, die geen basis vormt om een liefdevolle man te worden.”

Nina van Essen: “Ik ben heel blij met de kans een diepe, dramatische rol te zingen over zo’n zwaar onderwerp.”

Nina omschrijft haar Lucretia als een charmante vrouw van stand, die gevangen zit tussen de passie van Tarquinius en haar huwelijk met Collatinus, dat ze als verstikkend ervaart. “Ik was heel blij met de kans een diepe, dramatische rol te zingen over zo’n zwaar onderwerp.”

Nina zong eerder Hänsel en was in de vorige theaterproductie van DNOA de voorname Madame de la Haltière in Cendrillon. Ze is aan haar tweede jaar bezig bij DNOA nadat ze in 2016 summa cum laude afstudeerde in Den Haag en was al eens te zien als madrigalist in Manon Lescaut bij De Nationale Opera.

Voor de rol keek en luisterde ze naar andere producties van The rape of Lucretia. “Het is interessant om Kathleen Ferrier te beluisteren en te horen wat zij wel en niet doet. Ferrier heeft weinig opera gedaan en werpt daardoor een ander licht op de rol. Ik dacht redelijk Engels te spreken, maar ben heel veel met de tekst bezig geweest. Het is op dat punt het allermoeilijkste wat ik tot nu toe heb gedaan. ‘Give him this orchid’, staat in mijn tekst. Dat zou in een spreektekst al snel een ‘t’ worden, maar je moet echt een ‘d’ zingen.”

Nina van Essen heeft hard gewerkt aan de rol van Lucretia. “De moeilijkste scène is die aan het einde, als Lucretia gif heeft ingenomen en zelfmoord pleegt. Daarna volgt nog een scène met Collatinus, maar dan is ze al ‘uit’, ze is er eigenlijk niet meer. Dat is lastig om te spelen.”

Maria Riccarda Wesseling wil nog graag een belangrijke invloed noemen: Peter Sellars. “Ik heb met hem L’amour de loin van Saariaho in Finland gedaan. We hebben elkaar daarna nog vaker getroffen en contact gehouden, en hij is vorig jaar bij DNOA geweest. Sellars is iemand die eerlijkheid zoekt op het toneel en een moment waarin je echt het publiek weet te raken. Als ik zie hoe onze studenten erin staan, denk ik dat onze voorstelling echt iets teweeg kan brengen in de mensen die komen kijken.”

The rape of Lucretia gaat in de regie van Maria Riccarda Wesseling en onder muzikale leiding van Karel Deseure op woensdag 17 januari in première. Er zijn daarna nog voorstellingen op 18, 20 en 21 januari. Zie voor meer informatie de website van de Dutch National Opera Academy.

Vorig artikel

orkest de ereprijs brengt nieuwe opera

Volgend artikel

Opera in de media: week 2 van 2018

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.