FeaturedOperarecensie

Deidamia door de Aldenizer

Regisseur David Alden is terug aan de Amstel. Hij en zijn team zetten bij De Nederlandse Opera een kleurrijke signatuur onder Deidamia, de Händel-opera die bijna niemand kent. Een werk dat het in deze versie verdient dat iedereen gaat kijken. Voor het geheel en voor de rijke details.

Deidamia en Achille (foto: Ruth Walz).

Het verhaal van Deidamia laat zich kort samenvatten. Zoals bij meer aan de Trojaanse oorlogen ontleende vertellingen gaat het om:‘A man’s gotta do what a man’s gotta do’. Die uitdrukking wordt tegenwoordig gebruikt om de onvermijdelijkheid van de dingen aan te geven. Waarom het moet, en van wie, wordt meestal niet vermeld.

Het stoere adagium vat het gegeven van Händels opera Deidamia (1741) aardig samen. In het libretto van Paolo Antonio Rolli moeten de mannen ten oorlog trekken tegen Troje. Ze moeten het van zichzelf, van het lot en omdat het door het orakel is voorspeld.

Achille heeft last van twee orakels. Het ene zegt dat hij onmisbaar is voor de Grieken om Troje te verslaan, het andere zegt dat die strijd zijn dood zal worden. Achille doet wat een man (soms) moet doen en tracht zijn lot te ontlopen. Hij verstopt zich, verkleed als vrouw, tussen de dochters van koning Licomede.

Zijn jurk vol ruches is een wanhopige poging ‘I am a lady, doing lady’s things’ uit te drukken, maar de baseballkleding eronder laten zijn ware aard zien. Een echte jongen die jongensdingen wil doen. Hij wordt door Ulisse sluw ontmaskerd als hij uit de cadeaus voor de dochters niet de fraaie stoffen, de linten of het brokaat kiest, maar de krijgsrusting die hem toeglimt.

Achille moet kiezen tussen zijn liefde voor Deidamia, één van de dochters van Licomede, en de noodzaak ten strijde te trekken tegen de Trojanen. Deidamia heeft geen andere keus dan van hem te houden, maar gaat het verliezen. Haar vriendin Nerea heeft het door als ze constateert dat helden zich in de liefde gedragen alsof het om oorlog gaat.

Regisseur Alden is geen zweverige Kunstartiest en geen artistieke ‘drama queen’, maar lijkt me een nogal nuchtere man, die duidelijk houdt van regie op elke vierkante centimeter van een productie. Met het team dat ook verantwoordelijk was voor Ercole Amante, enkele jaren geleden, haalde hij Deidamia door ‘de Aldenizer’. Sommige regievondsten, de kleding en het decor doen denken aan de Cavalli-opera.

Lichtontwerper Adam Silverman is ook weer van de partij. Zijn aanpak is interessant en smaakvol, maar ook nu weer blijkt zijn ongezonde belangstelling voor hard zijlicht.

Nerea en Deidamia (foto: Ruth Walz).

In de voorstelling zit een complex travestie-element. De rol van Achille, een man die een vrouw speelt, wordt gezongen door een vrouw. Olga Pasichnyk is verbluffend goed in het goochelen met die gestaltes. Ze is een man die onhandig een vrouw speelt en doet dat, ook vocaal, heel overtuigend. Mimiek, een warme sopraanstem en een ondeugend koppie zijn de elementen die haar rol glans geven.

Sally Matthews en Veronica Cangemi spelen als Deidamia en haar vriendin Nerea rollen van vrouwen die flink wat jonger zijn dan zijzelf. Dat heeft als voordeel dat ze nog iets overhouden in hun spel, een extra laagje dat ze goed gebruiken, en dat drama toevoegt aan hun interpretatie.

Met name Matthews heeft een rol die fysiek zeer uitdagend is. Ze blijft daarin, ook met haar stem die gerijpt klinkt sinds ze in 2006 in hetzelfde thater Fiordiligi zong, de hele lange avond overeind. Deidamia is blond, bevallig, onschuldig maar kan ook uitpakken als ze Ulisse, die Achille van haar wegneemt, ‘spietato!’ (meedogenloze) toebijt. Vocaal gaat haar Händel soms de Mozart-kant op en dat geeft stevigheid aan haar geluid.

Cangemi haalt de achterste rijen moeiteloos, met haar sopraan en haar doorleefde performance. Met minder choreografie dan Deidamia kan ze zich concentreren op spel en zang. Haar geliefde Fenice krijgt iets meer vocale dan theatrale kwaliteit in de vertolking door Andrew Foster-Williams.

Het hardste brava bij het eindapplaus is voor Silvia Tro Santafé. De Spaanse mezzo is op alle fronten ijzersterk. Haar Ulisse knalt werkelijk de zaal in. Ze zingt prachtig en staat met grote kracht in haar rol.

Umberto Chiummo speelt een prima koning, maar hij heeft niet zo’n groot geluid en de pech dat Händel bepaald niet zijn mooiste noten voor die partij op papier zette.

In de orkestbak trekt Concerto Köln ten strijde. Dat voert oorlog tegen het vooroordeel dat Deidamia saai zou zijn, één van Händels mindere werken. Onder aanvoering van Ivor Bolton vindt het orkest een ideale balans tussen tempo en klankkleur. Mooie accenten in effecten als de jachthoorns en een constante alertheid in de muziek worden beloond met gejuich van het publiek.

(Foto: Ruth Walz)

Regisseur Alden graait onbegrensd in alle perioden en stijlen die hem bevallen en die hij kan gebruiken in zijn vertelling. De vondsten, van de Mies van der Rohe-fauteuils tot de sigaretten (voor de soldaten) en sigaren (voor hun commandanten), gaan in hoog tempo over het toneel.

Dat geldt helemaal voor de hoogstoriginele choreografie van Jonathan Lunn. Hij laat de solisten wonderlijke dansjes doen en zet naast dansers ook acrobaten in. De manier waarop Sally Matthews met één beweging een enorm decorstuk aan het rijden brengt, is een prachtige vondst. Lunn brengt Achille tot een kleine moonwalk en doet het Jan-Willem Schaafsma – die zijn DNO-debuut maakt – aan om tijgerend het podium te verlaten.

Mijn advies: ga naar de inleiding, kijk naar het verhaal op de speciale website, vermijd de trailers op Youtube, die veel weggeven van de voorstelling, en laat u verrassen door de kwaliteit van deze onbekende Händel-opera. De serie aan de Trojaanse oorlog gewijde producties bij De Nederlandse Opera krijgt met deze Deidamia een verrukkelijke finale.

Deidamia is tot en met 1 april nog zeven keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Eerbetoon aan spektakeltenor Matteuzzi

Volgend artikel

Opera in de media: week 12

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

8Reacties

  1. Sybrand van Dijk
    16 maart 2012 at 15:26

    ooh, wat staat deze recensie ver af van onze indruk! De zangers waren fantastisch, buiten kijf. Krachtige, rijke en rijpe stemmen, beslist. Fantastisch orkest, absoluut. Maar zij leken allen verdwaald in een saai verhaal en een vervelende regie onder knetterhard licht. En de noten van Händel? Mwoh. Op de klaagzang van Deidamia en enkele stukken van Ullyssee na, vond ik het nerveus en eentonig gedoe. En het constante en zenuwachtige gehuppel en handengeflapper van zangers en figuranten (wat deed Mijnheer Wijdbeens daar?) maakte het er voor mij niet beter op.
    Gelukkig kon Francois van den Akker er wel van genieten. Misschien had ik mijn dag ook wel niet.

  2. Willem Bruls
    16 maart 2012 at 17:51

    Beste Sybrand, je had je dag wel hoor. Ben het helemaal met je eens.

  3. Basia Jaworski
    16 maart 2012 at 18:55

    En ik ook.
    Van dat spastische gedoe op de bühne kon ik niet eens fatsoenlijk slapen.

  4. kersten
    16 maart 2012 at 20:42

    De recensies en de reacties hierop maken dat ik de uren voor `mijn`voorstelling aftel en trekken wellicht ook evt. last-minute-
    kaartjeskopers over de streep. Zou het Jevgeni Onegineffect zich
    weer voordoen? Met dit verschil natuurlijk dat deze opera een
    algemeen erkend meesterwerk is en Deidamia dat nog moet zien te
    worden!

  5. Laura
    21 maart 2012 at 23:05

    Ik vond het zelf ook erg teleurstellend. Over de belichting was niet goed nagedacht (er was alleen maar fel licht van de zijkant…), het decor had niet echt een toegevoegde waarde, de muziek was op z’n zachtst gezegd slaapverwekkend en het sleepte maar voort. De enige echte ingreep van de regisseur om het geheel nog een beetje interessant te maken leek te bestaan uit het inbouwen van dansjes.
    De zangers vond ik echt goed, evenals orkest en dirigent. Ik had ze een interessanter werk van Handel gegund met een boeiender enscenering.

  6. Maria
    24 maart 2012 at 08:57

    Gisteravond naar Deidamia geweest. We hadden een heerlijke avond en hebben van de eerste tot de laatste minuut genoten. Sally Matthews was fantastisch en met Concerto Koln mag iedereen zich gelukkig prijzen. De drukte op het podium viel erg mee. Ik vond het wel geestig en we hebben veel zitten gniffelen. Of dat allemaal des Handels is, laat ik graag in het midden, maar het zorgt er wel voor dat de boel veel vaart krijgt. Alleen, dat geef ik toe, dat harde licht van opzij, dat was minder.

  7. Leendert
    30 maart 2012 at 11:14

    Gisteren eindelijk zelf geweest. Deidamia mag dan niet tot de beste Handel opera’s behoren (wisten we al), maar zelfs als Handel zijn dag niet had, blijft er nog genoeg te genieten over. Alleen al de prachtige aria van Ulisse vlak voor de eerste pauze! En wat het zich voortslepen betreft: in een algemeen erkend (?) meesterwerk dat in deze tijd van het jaar vaak wordt opgevoerd wordt de verveling bij mij ook maar zo nu en dan onderbroken door iets moois. ’t Zal wel heiligschennis wezen dat ik dat zeg, maar één Scherza infida (Ariodante) is mij meer waard dan tien Mattheus Passies. Maar goed, smaken verschillen.
    En wat de uitvoering betreft,(zonder de anderen te kort te doen): wow, Sally Matthews!! Woorden schieten tekort om te beschrijven wat zij deed in haar grote aria in de tweede akte. Wie dat gemist heeft, kan zondag nog gaan. En anders: pech!

  8. kersten
    1 april 2012 at 19:02

    Naar de dernière geweest: één feest voor oog en oor!