CD-recensiesFeatured

Eerbetoon aan spektakeltenor Matteuzzi

Of zijn stem nou ‘jouw smaak’ is of niet, zeldzaam en spectaculair was de strot van William Matteuzzi zonder twijfel. De tenor maakte er een imposante carrière mee en krijgt nu bij Bongiovanni een welverdiend eerbetoon in de vorm van een album met hoogtepunten.

Met hoge noten alleen maak je geen carrière, maar onderschatten moet je ze ook niet. Eén glanzende hoge c, d of zelfs f kan het publiek zó’n adrenalineshot geven dat er na afloop over niets anders gepraat wordt. Het is het spectaculairste wapen uit het arsenaal dat een zanger tot zijn beschikking heeft om de toeschouwers van hun sokken te blazen.

William Matteuzzi was een meester in de hoogte. Waar de lijnen van de notenbalk ophielden, daar voelde hij zich thuis. Het was zijn domein. Al op jonge leeftijd ontdekte hij het bijzondere, hoge karakter van zijn stem, wat hij vanaf zijn debuut eind jaren zeventig uitstekend ontplooide in een carrière waarin hij de grootste operatonelen aandeed en maar liefst 107 (!) rollen zong.

Matteuzzi werd een specialist in het Rossini-repertoire. Hij zong zo’n beetje alles wat de Italiaanse meester voor tenor schreef. En hoewel de zanger nooit de faam van een Juan Diego Flórez vergaarde, verblufte hij menig publiek met zijn moeilijk te evenaren vocale acrobatiek.

Het label Bongiovanni heeft een selectie van live-opnamen van Matteuzzi uit de periode 1980-1999 verzameld en enige tijd geleden in de serie Il Mito dell’Opera uitgebracht. De cd bevat negen Rossini-rollen en verder fragmenten van Mozart, Cimarosa, Lehar, Puccini en Bellini.

De geluidskwaliteit laat nogal te wensen over. Je hoort te duidelijk dat het om live-opnamen gaat en de ruis vertekent soms het timbre van Matteuzzi. Maar de liefhebber moet daar maar doorheen prikken: de solo’s van de tenor zijn het waard.

Matteuzzi was geen ‘natural beauty’. Dat geeft hij zelf ook ruiterlijk toe (lees een interview op deze website). Hij moest altijd hard werken en bezat geen timbre waar je even lekker bij wegdroomde. Zijn ’tenore di grazia’, zoals zijn stemtype heet, is simpelweg zeer smaakgevoelig. Scherp, ietwat nasaal, zeer doordringend, zelfs wat agressief. Maar ook vol bravoure en trots.

De hoge noten vallen als vanzelfsprekend het meeste op in de fragmenten. In het bekende ‘Sì, ritrovarla io giuro’ uit La Cenerentola maakt Matteuzzi een paar indrukwekkende stapjes ‘naar boven’ die veel tenoren achterwege laten, in een solo uit La Gazza Ladra produceert hij een paar onvoorstelbaar klankrijke toppers en in I Puritani spant hij de kroon met eerst een spetterende hoge d en vervolgens een bizarre, lang aangehouden (!) hoge f. Alle mensen….

Maar Matteuzzi heeft meer in zijn mars. Zijn coloraturen zijn rap en haarfijn, zoals in ‘Cessa di più resistere’, de duivelse solo uit Il barbiere di Siviglia die Matteuzzi als één van de eerste tenoren sinds lange tijd wél gewoon zong.

Daarnaast proef je door zijn gestunt heen een grootse muzikaliteit. Met dank aan zijn verfijnde belcanto-techniek weet hij lange legato-zinnen te spinnen en solo’s als ‘Languir per una bella’ uit L’Italiana in Algeri en ‘Ah come mai non senti’ uit Otello schitterend te fraseren.

Het is jammer dat Bongiovanni geen opnamen van betere kwaliteit heeft kunnen vinden voor dit eerbetoon. Niettemin: zelfs met dat manco is het een waardig huldeblijk aan een tenor met een uitzonderlijke stem. Geen balsem voor de oren, wél spectaculair.

Vorig artikel

Bellissimo Baroque: eenvoudigweg mooi

Volgend artikel

Deidamia door de Aldenizer

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.