CD-recensiesFeatured

Zeven Giovanni’s op een rijtje

De maand september lijkt de maand van Don Giovanni te zijn. Zowel Combattimento Consort als Internationale Opera Producties brengt het werk van Mozart in productie. Ter achtergrond een vergelijking tussen zeven Giovanni’s.

Giovanni Siepi Salzburg, 1954
In 1954 werd in Salzburg een jaar oude productie van Don Giovanni verfilmd (DG 0730199). Het was geen registratie met publiek, maar een heuse film, gedraaid tijdens vele, meestal nachtelijke, uren in een nagebouwde studio.

Historisch document of niet – het valt mij tegen. De tempi van dirigent Wilhelm Furtwängler zijn tergend langzaam, van een regie is amper sprake en het resultaat is statisch en hopeloos ouderwets.

Ook de zangers zijn – op Siepi, Della Casa en wellicht Dermota (zijn ‘Dalla sua pace’ is geschrapt!) na – weinig idiomatisch en niet echt overtuigend.

Giovanni MatteiAix-en-Provence, 2001
In de productie uit Aix-en-Provence (Bel Air BAC010) wordt veel aan de verbeelding overgelaten. De decors bestaan uit fel blauwe en rode houten bankjes, stoeltjes en tafeltjes, waaraan veel te sleutelen valt, en die zich voor van alles en nog wat lenen. Ook de rekwisieten zijn schaars; eigenlijk alleen maar stokjes, die naar gelang de situatie als dolken, zwaarden of pistolen dienen. Spannend om naar te kijken.

Peter Brook is een intelligente regisseur, hij ‘herïntepreteert’ niet, hij schept een eigen wereld, waarin Don Giovanni meer is dan alleen maar een gewetenloze verleider en Donna Anna niet zo onschuldig als ze beweert te zijn.

Peter Mattei is een volmaakte Giovanni: in zijn op maat gesneden pakken ziet hij er buitengewoon aantrekkelijk uit. Hij verleidt met zijn stem en zijn hele lichaam. Geen wonder dat niemand hem kan weerstaan.

Fantastisch is ook Masetto (Nathan Berg). Iedereen is eigenlijk goed, misschien op een iets te zwakke Elvira (Mireille Delunsch) en een mij maar matig overtuigende Ottavio (Mark Padmore) na.

Zürich, 2001
Ondanks de een beetje klungelig aandoende enscenering van Erich Wonder, is de Züricher productie uit 2001 (Arthaus Musik 100328) één van de spannendste die ik ooit heb gezien. Jürgen Flimm beschikte over de beste zangeracteurs van dit moment, en met een zeer adequate personenregie is het hem gelukt een spektakel van formaat neer te zetten.

Giovanni GilfreyRodney Gilfry is de personificatie van Don Giovanni. Zijn aangenaam warme bariton is licht van timbre, zeer wendbaar en willig. Daar doet hij werkelijk wonderen mee. Zo kan hij naar gelang de situatie verleidelijk of beangstigend klinken. Zijn knappe verschijning is mooi meegenomen.

Cecilia Bartoli is zeer charismatisch als Donna Elvira. Lekker hysterisch, maar ook breekbaar en ontroerend.

Op papier had ik zo mijn twijfels over de bezetting van Donna Anna door Isabel Rey, maar in dit ensemble van kleine stemmen past zij wonderwel, al komt ze in ‘Non mi dir’ duidelijk aan haar grenzen.

Barcelona, 2002
De Catalaanse regisseur Calixto Bieito zorgde voor menig schandaal in de operawereld. Zijn producties – veelal geïnspireerd door de films van Almódovar, Bunuel en Kubrick – zijn alles behalve conventioneel.

Giovanni Bieito Zo ook de in december 2002 in het Liceu in Barcelona verfilmde Don Giovanni (Opus Arte OA 0921). De voorstelling baarde veel opzien met de vele seks-, drugs- en geweldsscènes, wat in de Britse pers zorgde voor koppen als ‘coke-fuelled fellatio feas’.

Toch klopt het allemaal wel en het geheel laat zich als een bijzonder spannende film volgen. Des te meer daar alle zangers ook voortreffelijke acteurs zijn.

Voor de productie werd de oerversie van de partituur gebruikt. Verder is het zeer verheugend om in de rol van Don Ottavio de Nederlandse tenor Marcel Reijans te horen.

Madrid, 2005
Ook de productie die Lluis Pasqual in 2005 voor Madrid vervaardigde (Opus Arte OA 0958), is bijzonder spannend om te zien. Hij verhuisde het verhaal naar het Spanje van de veertiger jaren, wat hem de kans gaf om nieuwe tegenstellingen te creëren.

Giovanni AlvarezOok de zangers (op de absoluut ondermaatse Alfred Reiter als de Commendatore na) zijn van een hoog niveau, al is de stem van Maria Bayo een beetje te licht voor Donna Anna. José Brons behoort ongetwijfeld tot de beste Mozart-tenoren van onze tijd en zijn beide grote aria’s zingt hij met een onaardse schoonheid en stijlbegrip, waarvoor hij dan ook terecht met een groot applaus wordt beloond.

Carlos Álvarez is een prima Giovanni en Lorenzo Ragazzo is een prettig ogende, af en toe een beetje chargerende, maar verder goed zingende Leporello.

Deze voorstelling had één van de allerbeste Don Giovanni’s op dvd kunnen worden, ware het niet dat de het orkest nergens sprankelt, wat in grote mate de schuld is van de dirigent, Victor Pablo Perez.

Milaan, 1987 / Koln, 1991
Thomas Allen was beslist één van de beste Don’s van de laatste 25 jaar van de vorige eeuw. Zijn interpretatie is twee maal op dvd vastgelegd: in de Scala-productie uit 1987 (regie: Giorgio Strehler; Opus Arte OA LS3001) en in 1991 in Köln (Arthaus Musik 100020).

Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de Keulse versie, niet in de laatste plaats vanwege de intelligente regie van Hampe, de magistrale Elvira van Carol Vaness en de werkelijk onweerstaanbare Leporello van Feruccio Furlanetto.

Londen, 2008
Een uitmuntende Don Giovanni werd in 2008 gemaakt door regisseur Francesca Zambello en dirigent Sir Charles Mackerras voor het Royal Opera House in Londen (Opus Arte OA 1009).

Giovanni Keenlyside Dat kwam niet alleen door de prachtige Simon Keenlyside in de titelrol, maar ook door de sterke bezetting van de andere rollen. Iedere rol was bezet alsof het een titelrol was en heel karakteristiek uitgedacht door Zambello.

Naast Keenlyside schitterden bijvoorbeeld Kyle Ketelsen als Leporello (erg grappig) en Joyce DiDonato als Donna Elvira (prachtige techniek). En dan zijn Ramon Vargas, Marina Poplavskaya, Miah Persson, Robert Gleadow en Eric Halfvarson nog niet eens genoemd.

Een Don Giovanni dus om volop van te genieten. Geen vocale onvolkomendheden, wel fantastische aria’s en ensemblestukken, een indringende regie en fantastisch acteerwerk.

Vorig artikel

Virtuoze Thaïs met sterke beelden

Volgend artikel

Bezorgen sopranen je gehoorschade?

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Kevin
    16 september 2009 at 11:21

    Since reactions to voices are very personal, preference to this or that Giovanno being ’the best’ are going to be highly individual, of course. Still, I find it somewhat problematic to call Cesare Siepi – whom I (personally) consider the vocally best and sexiest Don I have ever heard – “weinig idiomatisch”, let alone “niet echt overtuigend”. How can an Italian bass singing Italian Opera, where every word can be understood, not be at least idiomatic? Okay, you might prefer a different voice type, a different singer with a different physique… but ‘idiomatic’? And to call Bartoli a good Elvira, but chuck out Lisa della Casa… it is just beyond me.
    Obviously, there was a different style of singing and acting especially in the 1950s. But after the many many many modern re-interpretations I am now quite thankful for the straighforward approach to be seen in the old Furtwängler film. Incidentally, when I first heard the Furtwängler version I too found it too slow and on the dull side. But Furtwängler grows on you… and in the end you understand that he is truly celebrating every detail of the score, and you feel the immense love for this music. Since Grümmer, della Casa, Siepi etc. also have voices to fill the slow tempi with passion and meaning (especially Grümmer in “Non mi dir”) it remains not only a historic momument, but an important film on DVD. Compared to which many of the latter films seem to me little more than ‘Modeerscheinungen’ and certainly not made (vocally or visually) ‘für die Ewigkeit.’ (Sorry, I had to get this opff my chest.)
    .

  2. Basia Jaworski
    16 september 2009 at 12:11

    Kevin,
    you didn’t understand quite well what I wrote!
    I wrote:

    Ook de zangers zijn – op Siepi, Della Casa en wellicht Dermota (zijn ‘Dalla sua pace’ is geschrapt!) na – weinig idiomatisch en niet echt overtuigend.

    What means that Siepi, della Casa and (perhaps) Dermota _ARE_ idiomatic
    and convincing!!
    I completely agree with you that Siepi could be seen as one of the best (and sexiests) Don’s ever, but I didn’t like _this particular_ production. _For me_ it was terribly dull.
    And yes – I did enjoy Bartoli, who is _not_ among my favourite singers :-)and Della Casa _is_