AchtergrondCD-recensiesFeatured

Discografie: Händels Jephtha

“Händels meest intense en dramatische koorstuk.” Zo omschrijft De Nationale Opera het oratorium Jephtha, dat binnenkort bij het Amsterdamse operahuis op het toneel gebracht wordt. Basia Jaworski licht drie opnames van het werk uit.

Noodlot… Daar is geen ontkomen aan. Denk je de goden gunstig te kunnen stemmen door ze voor hun hulp en bewezen diensten een offer te beloven (een menselijk offer, met minder nemen ze geen genoegen), blijken ze er een verborgen agenda op na te houden. Tot je grote schrik kom je erachter dat je plechtige belofte inhoudt dat je je eigen zoon (Idomeneo) of dochter (Jephtha) hoort op te offeren. Kom daar maar onderuit!

Jephtha onder Harnoncourt.
Jephtha onder Harnoncourt.

Gelukkig bestaat er nog zoiets als deus ex machina. Zonder goede afloop was er vroeger geen publiek. En dus komt alles op zijn pootjes terecht. Min of meer.

Händel was 65 en vrijwel helemaal blind toen hij in 1751 aan Jephtha, zijn laatste oratorium, begon. Ondanks de goede (nu ja, enigszins goede) afloop voelt het werk pessimistisch en zwaarmoedig aan. Het ligt ook een beetje aan de instrumentatie. Die is donker, dwingend bijna. Het laat je in ieder geval niet koud.

Thuis heb ik maar twee uitvoeringen van het werk, van Nikolaus Harnoncourt en Marcus Creed, maar dankzij Spotify heb ik ook Gardiner leren kennen.

Harnoncourt

Jephtha onder Creed.
Jephtha onder Creed.

Over Nikolaus Harnoncourt en zijn Concentus Musicus Wien (Warner Classics 2564692587) kan ik kort zijn: ouderwets lelijk. Het is duwen en trekken en zuchten dat het een lieve lust is. Het klinkt alsof iemand met behulp van een liniaal één lange, strakke lijn door de partituur heeft getrokken, geen plaats voor menselijke emoties achterlatend.

De zangers zijn niet slecht, maar het vibratoloze zingen doet pijn aan mijn oren. Hoe lang kan een mens naar een fluitketel luisteren?

Creed en Gardiner

De opname van de Akademie für Alte Musik Berlin onder Marcus Creed uit 1992 (Brilliant Classics 94668) vind ik gewoon prachtig. Creed maakt korte metten met de strikte regels en laat zijn zangers vrij om hun emoties te tonen. Iets wat ze ruimschoots doen.

Jephtha onder Gardiner.
Jephtha onder Gardiner.

John Eliot Gardiner (Philips 4223512) klinkt wellicht fraaier dan Creed, maar dat kan ook aan de betere geluidskwaliteit liggen.

Stephen Varcoe (Zebul bij Gardiner) heeft een aangenamer timbre dan Michael George bij Creed, maar hij kan zijn coloraturen amper aan. Nigel Robson (Jephtha bij Gardiner) is geen match voor John Mark Ainsley bij Creed, maar met hem kan niemand zich meten. Niemand.

Christiane Oelze (Iphis bij Creed) prefereer ik sterk boven de ietwat iele Lynn Dawson bij Gardiner. Mijn keuze staat vast.

De opname onder Gardiner is op Spotify te vinden. De opname onder Creed is op YouTube te vinden:

De opname onder Harnoncourt is noch op YouTube noch op Spotify te vinden.

Vorig artikel

Nuove Musiche met Monteverdi en Purcell

Volgend artikel

Iain Paterson: The flying Scotsman

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

1 Reactie

  1. Jan de Jong
    2 november 2016 at 23:57

    Dank!

    Graag vul ik nog aan met een wat brave opname van Neville Marriner met een geweldige Anthony Rolfe-Johnson.