CD-recensies

Turco beleeft bedeesd avontuurtje in Italia

Arthaus Musik heeft een nieuwe Il Turco in Italia op dvd uitgebracht. De productie uit Genua kent zeker fijne ingrediënten – waaronder de leuke sopraan Myrtò Papatanasiu – maar over het geheel genomen ontbreekt de aanstekelijke energie die Rossini-opera’s zo eigen zijn. En zo leuk maken.

De nieuwe Turco in Italia werd in 2009 opgenomen in het Teatro Carlo Felice in Genua. De regie is een ‘remake’ van een oude productie van Egisto Marcucci en Emanuele Luzzati, die in 1983 in première ging tijdens het Rossini Opera Festival.

Ik denk dat de enscenering mede debet is aan het gebrek aan pit en energie in de voorstelling. De stripverhaalachtige decors zijn zeker leuk gevonden, maar ze laten zoveel ruimte op het toneel, dat de interactie tussen de solisten eronder lijdt. De kust, het huis van Geronio, de herberg: alles heeft het formaat en de wijdte van de balzaal waarin de opera afsluit.

Daarbij komt dat de voorstelling muzikaal eveneens aan de matte kant is. Het orkest onder leiding van Jonathan Webb vind ik ronduit bedeesd. Er wordt spaarzam uitgepakt, orkest en zang staan niet altijd op één lijn en de tempi zijn voor mijn gevoel vrij laag. Dat begint al bij de ouverture, die veel vuriger had gekund, en het gaat door tot de finale, die bijna niet als finale te herkennen is.

De solisten worden hierin meegesleept – al betekent dat niet dat ze enkel lijdend voorwerp van de dirigent zijn. Antonino Siragusa (Don Narciso) heeft een bijzondere, in mijn oren fraaie stem, met blinkende hoogte en onberispelijke coloraturen. Maar hij is als jaloerse minnaar aan de slappe kant. Veel momenten waarop hij had kunnen uitbarsten, laat hij liggen.

Simon Alaimo (Selim) vind ik geen exotisch, markant figuur – wat een Turk in Italië in die tijd toch zeker moet zijn geweest – en Antonella Nappa (Zaida) komt op mij weinig overtuigend over als zigeunerin. Beide hadden hun rol veel meer kunnen overdrijven.

Mooie optredens zijn er gelukkig ook. Zo acteert Bruno de Simone grappig zijn rol van Don Geronio. Hij weet ook beter dan de anderen dat leuke spel te onderstrepen met zijn zang.

Myrtò Papatanasiu is een innemende, lichte Fiorilla. Prachtig vind ik de subtiele manier waarop ze haar hoge noten neerzet. Aanstekelijk is de vrolijke wijze waarop ze uit de hoek kan komen. Zelfs haar dramatische momenten zijn met een knipoog neergezet, wat haar een opbeurend, zonnig type maakt.

Vincenzo Taormina is als de dichter Prosdocimo, die het hele verhaal ‘regisseert’, een stabiele factor in de productie. Hij zingt en acteert prima zijn rol.

Verder kun je je hart ophalen aan het creatieve spel van Sirio Restani op de fortepiano. Soms is het wat aan de grootse kant voor de recitatieven van Rossini, maar vaker voegt het echt iets toe aan het spel op het toneel.

Al met al kan ik echter niet zeggen dat ik erg genoten heb van deze Rossini. Die wervelende Rossiniaanse energie is toch echt onmisbaar.

Vorig artikel

‘We moeten het lied niet laten uitsterven’

Volgend artikel

Heggie schrijft opera Moby Dick

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.