AchtergrondOperarecensie

Intense Italiaanse zegeviert in Szeged

De Italiaanse sopraan Cristina Baggio en de Hongaarse zangers Zsolt Haja en Péter Balczó hebben de Armel Opera Competition 2010 gewonnen. Tot beste productie verkoos de jury De Vuurengel van Prokofjev, waar Baggio op imponerende wijze de hoofdrol in zong.

Cristina Baggio als Renata in De Vuurengel (foto: József Kelemen).

Aan de Armel Opera Competition 2010 namen vijf operahuizen deel, die ieder een opera naar keuze produceerden. Enkele rollen uit die opera’s werden tot competitierol uitverkoren, waar in twee voorrondes geschikte zangers voor gezocht werden. Uiteindelijk werden er dertien deelnemers geselecteerd, afkomstig uit zes verschillende landen.

De afgelopen twee weken vond de competitiefinale plaats, in de vorm van een festival in Szeged. Alle vijf producties werden tweemaal opgevoerd in het bedompte, maar blinkend gedecoreerde Nationale Theater van de Zuid-Hongaarse stad. Twee avonden achter elkaar, wat in veel gevallen niet echt zangersvriendelijk was. Twee avonden achter elkaar Violetta in La Traviata of Renata in De Vuurengel zingen: dat is niet mis.

Woensdagavond bereikte de finale zijn climax: de zangers verzorgden gezamenlijk een galaconcert, waar aan het einde de winnaars bekend werden gemaakt. Op creatieve, speelse manier knoopten de jonge zangers de vijf zeer uiteenlopende opera’s aan elkaar, als was het één werk. Een bekend duet als ‘Parigi o cara’ uit La Traviata werd bijvoorbeeld met een dikke knipoog gebracht, doordat Violetta en Alfredo de andere zangers er volop bij betrokken.

Alle zangers kwamen maar even ‘aan het woord’, maar genoeg om te bewijzen dat ze over veel uitstraling en acteervermogen beschikken en vocaal zeker hun mannetje staan. Het komische talent van Alexander Polkovnikov sprong er voor mij uit, terwijl Molly Mustonen een stralende, erg grote stem liet horen, Maria Pakhar zeker geen slechte Violetta verbeeldde en Zsolt Haja een volle, levendige bariton demonstreerde.

Haja maakte sowieso veel indruk op me. Hij zong niet alleen Constantine in The Seagull (zijn competitierol), maar viel ook in voor een collega in De Vuurengel, in de zware rol van Ruprecht. Zo kon het dat hij vrijdag en zaterdag The Seagull uitvoerde, maandag en dinsdag De Vuurengel zong, woensdagochtend vijf uur repeteerde voor het galaconcert en ’s avonds in dat concert meedraaide. Veel te zwaar voor zo’n jonge zanger – of eigenlijk voor iedere zanger – maar des te knapper het niveau dat hij wist vast te houden.

De zeven juryleden onder voorzitterschap van Raymond Duffaut, directeur van het Chorégies d’Orange Festival, verkozen uiteindelijk de Italiaanse sopraan Cristina Baggio tot vrouwelijke winnares. Omdat de mannelijke zangers qua niveau dicht bij elkaar zaten, vergaf de jury geen eerste prijs, maar splitste de 10.000 euro prijzengeld in drieën op. Zsolt Haja en Péter Balczó deelden een tweede plaats, de Rus Alexey Bogdanchikov werd derde. Verder bekroonde de jury de productie van De Vuurengel van Prokofjev tot beste productie.

Het publiek kon via de tv-zenders Arte en Duna haar eigen geluid laten horen. Via Arte werd de nieuwe opera Veslefrikk van de Noorse componist Knut Vaage tot beste productie uitgeroepen, op Duna stemden de meeste kijkers voor La Traviata.

Twee van de winnaars: Zsolt Haja en Cristina Baggio (foto: József Kelemen).

Frappant was dat het gros van de jury enkel de laatste twee à drie dagen van het festival meemaakte en de meeste producties dus via internet of op dvd bekeek. Een wereld van verschil met een live-voorstelling. Niet verrassend dat De Vuurengel, de enige productie die de meeste juryleden live zagen, tot beste productie werd bekroond en dat Cristina Baggio, hoofdrolspeelster in die productie, er met de hoofdprijs vandoor ging.

Overigens niets ten nadele van Baggio. De jonge Italiaanse zong met verve de loodzware rol van Renata. Ze zong met grote intensiteit, terwijl ze op een zeer fysieke manier acteerde. Je zag als het ware hoe haar lichaam gekweld werd door demonen. En dan die angstige blik die ze nu en dan de zaal in wierp: aangrijpend.

In het galaconcert kwam ze minder voor de dag. Zelfs erg geforceerd en krampachtig. Maar naar ik later begreep was ze aan het eind van haar latijn, na twee Vuurengels en vijf uur repetitie op de ochtend voor het concert…

Mooie winnaars dus. En meer nog: mooie finalisten. Zoveel jong talent bij elkaar moet een operaliefhebber wel goed doen.

Lees meer over het festival in Regisseur als redder van de opera?

Alle vijf de producties van de Armel Opera Competition zijn nog te zien via Arte. Zie voor meer informatie de website van de Armel Opera Competition and Festival.

Vorig artikel

Conlon verlengt contract bij LA Opera

Volgend artikel

De regisseur als redder van de opera?

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.