AchtergrondCD-recensies

Discografie: Fidelio

Ludwig van Beethoven schreef slechts één opera en was daar ook nog eens jaren mee bezig. Maar het resultaat mocht er zijn: zijn Fidelio wordt nog altijd regelmatig opgevoerd en heeft door de jaren heen een forse discografie opgebouwd. Basia Jaworski licht enkele opnamen uit.

Ik heb een haat-liefdeverhouding met Fidelio. Enerzijds vind ik het een opera van niets, anderzijds kan ik immens genieten van de ouverture. Of van het kwartet in de eerste akte: mits goed uitgevoerd een hemels stukje muziek.

Harnoncourt (Teldec 4509-94560-2)
Bijzonder fraai vind ik de opname die Nikolaus Harnoncourt zestien jaar geleden heeft gemaakt met het Chamber Orchestra of Europe. Charlotte Margione is een fantastische Leonore, maar dat weten we in Nederland natuurlijk wel.

In de opname van 1994 klinkt Peter Seiffert (Florestan) nog als een jonge god en de jonge (ja, vergist u niet! Don Ferrando is jong!) Bo Skovhus (binnenkort in Amsterdam als Onegin!) zingt op een zeer natuurlijke manier de edelmoedige minister. Ook Sergei Leiferkus (Don Pizarro) is hier veel beter op zijn plaats dan in de opera’s van Verdi.

Een beetje triest word ik als ik de namen van László Polgár (Rocco) en Deon van der Walt (Jaquino) terug zie: Polgár, een niet alleen in Amsterdam zeer beminde zanger, is in september plotseling overleden. En Deon van der Walt werd een paar jaar geleden door zijn eigen vader doodgeschoten (wie zegt dat het leven geen opera is?).

Het orkest is zeer transparant en heerlijk luchtig, iets dat ik als zeer prettig ervaar.

Barenboim (Teldec 3984-25249-2)
Nou kunt u zeggen: Fidelio luchtig? Ik wil juist donder en hemelslag! Dat kan. In dat geval kunt u het beste naar Daniel Barenboim grijpen. Bij hem is niet alleen het orkest (Staatskapelle Berlin) van bijna Wagneriaanse afmetingen, de zangers zijn het ook: Waltraud Meier (Leonore), Plácido Domingo (Florestan), Falk Struckman (Don Pizarrro), René Pape (Rocco) en Kwangchul Youn (Don Fernando).

Heerlijk lyrisch (maar toch zwaarder bezet dan gebruikelijk) zijn de rollen van Jaquino (Werner Güra) en Marzelline (Soile Isokoski).

De tempo’s zijn gedegen maar nergens slopend en Barenboim dirigeert met verve.

Elder (GFOCD 004-06)
Er is ook helemaal niets mis met de uitvoering uit 2006, live opgenomen in Glyndebourne voor het eigen label van het festival. Anja Kampe maakte er haar enthousiast ontvangen debuut als Leonore. Terecht. Zelden of nooit hoor je die rol zo mooi lyrisch, zo breekbaar gezongen, waardoor Leonore nog meer ons respect voor haar heldhaftige handelingen verdient. In de gesproken dialogen toont Kampe zich bovendien een actrice van formaat. Chapeau!

Ik ben geen fan van Torsten Kerl (Florestan), maar hij zingt zijn grote aria meer dan naar behoren. Lisa Milne (Marzelline) heeft mijn hart gestolen met haar heerlijke sopraan en ook de rest van de bezetting is fantastisch.

Mark Elder dirigeert het prachtig spelende London Philharmonic Orchestra met een grote intensiteit.

Het is bijzonder jammer dat de productie niet op dvd is verschenen, want in alle recensies werd de regie van Deborah Warner lovend besproken. Maar ook zonder beeld valt er waanzinnig veel te genieten.

Ook de verpakking oogt zeer fraai: de twee cd’s zitten ingeklemd in een soort boekwerk met een harde kaft, met daarin behalve het libretto veel repetitie- en voorstellingfoto’s.

Harnoncourt (Arthaus 107111)
Ook op dvd is de keuze best groot. Onmogelijk om ze allemaal te bespreken, dus ik beperk me tot mijn bekende twee (op het moment dat ik het schrijf is de nieuwe Kaufmann, waar iedereen zo naar uitziet, nog niet uit).

Om met Kaufmann te beginnen: in 2004 zong hij Florestan in Zürich onder leiding van Nicolaus Harnoncourt. De dirigent heeft zijn visie hoorbaar veranderd en het orkest klinkt zwaarder dan op Teldec. Hij geeft ferm aan en begint heel erg snel, om daarna toch tot bedaren te komen. Ik vind het allemaal te afgemeten, te strak… Maar misschien ligt dat aan mij.

De regie is in handen van Jürgen Flimm en voor zijn doen laat hij tamelijk realistische beelden zien, soms misschien zelfs ’te’. Een leuk weetje: Flimm heeft ook de regie en supervisie van de dialogen voor de Teldec-opname uit 1994 gevoerd.

Lászlo Pólgár is een prachtige Rocco. Ik betwijfel of hij in de rol (fysiek dan) helemaal idiomatisch is, zeker met een (zeer zwakke) Elisabeth Magnus als zijn dochter, maar ach, die man terug te kunnen zien!

Camilla Nylund is een beetje een onderkoelde Leonore. Ze zingt perfect, maar toch mis ik iets. Jonas Kaufmann is (maar dat wisten we al) weergaloos en onweerstaanbaar. Alleen voor hem…

Haitink (Opus Arte BD OA7040)
Alweer in Zürich, maar dan vier jaar later werd er alweer een nieuwe productie van Fidelio (ze zijn er blijkbaar gek op) gepresenteerd. Het Zürcher orkest wordt zeer liefdevol gedirigeerd door Bernard Haitink, maar ja – hij is ook met zijn Beethovens zowat vergroeid.

Hij heeft er ook over nagedacht: hij vindt de ideeën achter de muziek veel sterker dan welke politieke labels dan ook. Actualisering zou hem een worst wezen, want de muziek zelf is doorschijnend, transparant en warm.

Teruggrijpend naar de Mahleriaanse traditie zet hij ‘Leonore III’ in de tweede akte. Wel is hij een beetje aan de trage kant.

De regie van Katharina Thalbach en de aankleding van Ezzio Tofolutti zijn zeer realistisch, wat naadloos aansluit bij de ideeën van Haitink. De kostuums zijn echter van alles wat. De dialogen zijn ietwat ingekort, wat ik niet echt als een gemis beschouw.

Lucio Gallo is voor mij een misbezetting. Hij zet Don Pizzaro neer als een Italiaanse maffiabaas, maar dan één zoals je ze alleen maar in bioscoopfilms tegenkomt. Hij chargeert dat het een lieve lust is en zijn al behoorlijk versleten stem heeft niet het juiste timbre voor die rol.

Alfred Muff is als Rocco beter op zijn plaats dan als Pizzaro vier jaar eerder, maar ook hij heeft zijn beste tijd gehad. Melanie Diener (Leonore) zingt zeer adequaat en op haar acteren kan ik ook weinig aanmerken, maar zij kan mij geen seconde als man overtuigen.

Robberto Saccà vind ik een geweldige Florestan. Lyrischer dan we doorgaans gewend zijn, maar dat vind ik geen probleem. En al ziet hij er niet uitgemergeld uit, met zijn fantastische acteervermogen kan hij veel suggereren. Ik ben de zanger ook steeds meer gaan waarderen.

Al met al vond ik het misschien niet helemaal ideaal, maar zeker spannend en zeer de moeite waard.

Vorig artikel

Westbroek wint theaterprijs DER FAUST

Volgend artikel

Glamourloze Im Weißen Rößl in Berlijn

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Victor Baarn
    5 januari 2011 at 13:56

    Het is natuurlijk zeuren, maar deze opnamen mogen zeker niet onvermeld blijvenL

    Otto Klemperer met Christa Ludwig, Jon Vickers, Gottlob Frick, Walter Berry en Franz Crass (EMI)

    Karl Bohm met Gwyneth Jones, James King, Theo Adam, Franz Crass en Martti Talvela (DGG)

    Op dvd is zeer aan te bevelen de opname op DGG o.l.v. Kart Bohm met Gwyneth Jones, James King, Josef Greindl, Gustav Neidlinger en Martti Talvela.

  2. Louise van Hoven
    8 september 2011 at 03:00

    Iemand die een haat/liefde verhouding heeft met Fidelio, het eigenlijk een opera van niets vindt en alleen van de ouverture (welke van de vier)kan genieten en dan ook nog ” geen fan van Torsten Ker” is. Zo iemand zou eigenlijk niet verschillende uitvoeringen van Fidelio moeten recenseren.
    Liever een wat positiever en minder vooringenomen persoon; dat lijkt mij meer recht doen aan Beethoven enige opera.
    Ooit wel een over nagedacht trouwens of er een andere componist te vinden is wiens eerste opera ook zo’n bestseller werd als Beethovens eersteling? Fidelio weet al 2 eeuwen lang publiek te boeien. .
    Dat publiek dan door de eeuwen heen en smaak van niets.