AchtergrondBinnenkortFeatured

Kirchschlager: “Het lied masseert de ziel”

Het recitalpodium is voor mezzosopraan Angelika Kirchschlager een bijzondere plek. Ze voelt zich er – nog meer dan op de grote operatonelen waar ze met regelmaat te gast is – helemaal in haar element. “Ik voel me er dicht bij mezelf”, vertelt ze in aanloop naar haar recital in de Nieuwe Kerk in Den Haag, aanstaande zaterdag.

Angelika Kirchschlager (© Nikolaus Karlinsky).
Angelika Kirchschlager (© Nikolaus Karlinsky).

Vrijdag vliegt Angelika Kirchschlager naar Nederland voor haar liedrecital in de Nieuwe Kerk. Nu is ze nog in haar thuisland Oostenrijk, waar ze druk aan het repeteren is. Voor wat? “Van alles”, antwoordt ze lachend. Er zijn altijd vele partituren die om haar aandacht vragen.

Momenteel richt de mezzosopraan zich onder meer op een concertenreeks in het Wiener Konzerthaus (eind november), waar ze de wereldpremière van een liedcompositie van Johanna Doderer zal zingen, en op een productie van Die Dreigroschenoper bij het Theater an der Wien (januari 2016), waarin ze de partij van Frau Peachum voor haar rekening neemt.

Maar eerst bezoekt Kirchschlager dus weer eens Nederland. Ze was hier voor het laatst in juni dit jaar, toen ze in het Concertgebouw in Amsterdam een Schumann-recital gaf met pianist Julius Drake. Dit keer treedt ze aan met de Nederlandse liedbegeleider Maurice Lammerts van Bueren. Op haar programma staan liederen van Schumann, Korngold, Weill en de populaire Amerikaanse componist Jake Heggie.

Hoe programmeert u uw recitals? Moet er altijd een rode lijn in uw selectie zitten?
“Voor mij is vooral belangrijk dat het programma het publiek vermaakt. Maar in dit geval is er ook een duidelijke link tussen Schumann en Heggie. Schumann is altijd een groot voorbeeld voor Heggie geweest en heeft een grote invloed op hem gehad. Je ziet dat in hoe ze hun liederen componeren. Ze vertellen echt een verhaal, kleurrijk en levendig. Ze zijn beiden fantastische verhalenvertellers, dat is denk ik de rode lijn in dit concert.”

Van Schumann zingt u Liederkreis, één van de bekendste liederencycli uit de negentiende eeuw. Wat maakt Liederkreis voor u zo sterk?
“In Liederkreis zie je goed dat Schumann een verhalenverteller was. Meer dan bijvoorbeeld Schubert. Schubert is heel complex en graaft erg diep in zijn liederen – dat kun je niet in één mensenleven doorgronden. Schumann is beter te begrijpen. Dat zit hem ook in de pianopartij.

“Voor mij is het instuderen van liederen een heel emotioneel proces”

Liederkreis bestaat uit allemaal unieke, kleine juwelen, waarbij ieder lied zijn eigen verhaal vertelt. Elk lied laat als het ware een glimp zien van één atmosfeer, één verhaal. Eigenlijk zou je na ieder lied een halfuur pauze moeten nemen om die sfeer goed tot je te laten doordringen…

Ik houd er ook van dat de liederen kort zijn en dat ieder lied weer heel anders is. Je moet snel schakelen. Dat is een mooie uitdaging. En volgens mij bevalt dat het publiek ook goed. Liederkreis is zeker één van mijn favoriete liederencycli. Ik voel me er helemaal in thuis.”

Angelika Kirchschlager (© Nikolaus Karlinksy).
Angelika Kirchschlager (© Nikolaus Karlinksy).

U hebt de cyclus dus ook al vaak uitgevoerd?
“Nee! Ik heb vaak liederen uit de cyclus gezongen – één van de eerste liederen die ik ooit zong, kwam uit Liederkreis – maar ik heb het werk nog maar één keer in zijn geheel uitgevoerd. Dat was tijdens de Schubertiade in Schwarzenberg.”

Doet u veel research voor u zich aan zo’n cyclus waagt?
“Ik ben geen groot researcher, zoals sommige andere zangers. Ik weet genoeg, dat wel. Maar ik houd er vooral van om de tekst te lezen en vervolgens te kijken wat Schumann daarmee gedaan heeft. Hij heeft zo’n sterke kijk op de tekst. Als je op zo’n manier door een lied gaat, is het haast alsof hij naast je zit.

Voor mij is het instuderen van liederen een heel emotioneel proces. Je probeert een connectie met de componist te krijgen. Je probeert in die wereld van Schumann of Schubert te komen en hun harmonieën bij de poëzie te begrijpen.”

Naast Schumann staat dus Jake Heggie op het programma. Wanneer maakte u voor het eerst kennis met zijn muziek?
“Twee of drie jaar geleden. Maar ik had hem al in 1997 een keer ontmoet, toen ik bij de San Francisco Opera in Le nozze di Figaro zong. Hij was daar toen pianist. We hadden goed contact en ik wist dat hij ook componeerde. Maar pas later werd hij beroemd.

Ik ben heel blij met zijn liederen. Ik voel me echt als een vis in het water. Dat zit ‘m denk ik in de manier waarop hij de woorden op muziek zet. En de teksten zijn zó grappig. Heel intelligent en leuk om te horen. Dus niemand hoeft bang te zijn voor Jake Heggie… Heggie heeft een eigen muzikale taal, maar is niettemin heel toegankelijk.”

Eerder dit jaar bracht u met Maurice Lammerts van Bueren een cd uit met liederen van Heggie. Het lijken geen makkelijke stukken om te zingen…
“Het is inderdaad moeilijk om te zingen, maar makkelijk om naar te luisteren. De moeilijkheid zit hem in de lange frases en het feit dat je lange tijd de spanning in je hoofd en in je lichaam moet vasthouden.”

Op haar nieuwste cd zingt Angelika Kirchschlager liederen van Jake Heggie.
Op haar nieuwste cd zingt Angelika Kirchschlager liederen van Jake Heggie.

Zijn Kurt Weill en Erich Wolfgang Korngold – de andere componisten op uw programma – net zulke verhalenvertellers als Schumann en Heggie?
“Ja, ik denk het wel. De liederen van Weill draaien ook telkens om één verhaal. Je vertelt het en dan is het uit. En Korngold werkte natuurlijk veel in Hollywood tijdens zijn leven. Dat hoor je terug.

Ik denk dat je kunt zeggen dat ieder lied in dit recital een geweldig verhaal vertelt. Het is een compilatie van fraaie verhalen.”

Zangers omschrijven het geven van een recital weleens als ‘naakt op het podium staan’. Je kunt je achter niets verbergen. Beleeft u het ook zo?
“Ik houd er juist van om op mezelf aangewezen te zijn en alleen op dat recitalpodium te staan. Ik voel me dan dicht bij mezelf. Niemand kan tegen je praten, iedereen luistert naar je. Niet dat ik nu zo’n prater ben, maar in het echte leven word je vaak door mensen onderbroken en is het lastig om jezelf echt uit te drukken. In een recital heb ik de mogelijkheid om een emotie helemaal tot het einde toe uit te drukken. Dat ervaar ik als iets heel bijzonders.”

Maar is dat niet ook eng, om u zo voor een groep onbekenden te openen en uw emoties over te brengen?
“Ik denk dat ik een goede manier heb gevonden om dat te doen. Bovendien wil ik me ook niet verbergen. Ik wíl persoonlijk zijn. Je moet jezelf openstellen op het podium, want alleen dan stelt het publiek zich ook open. Ik wil dat mensen niet op dezelfde manier weggaan als dat ze gekomen zijn. Misschien zijn ze verdrietiger, misschien vrolijker, maar er moet iets gebeurd zijn.

Het lied is als een massage voor de ziel. Daarom wil ik het ook niet te wetenschappelijk aanpakken. Ik wil mensen raken, bewegen. Onze ziel moet in beweging blijven. We moeten levend, open en wakker blijven, en daar hebben we liedrecitals voor nodig.”

“Dat zou ik graag willen: terug naar de woonkamer”

Zo bezien zou je denken dat er veel animo is voor liedrecitals. Maar meestal is het toch dezelfde kleine groep mensen die komt opdagen…
“Ja, recitals zijn langzaam en stil. Het is een soort muzikaal slow food. Veel mensen in onze tijd lijken daar geen tijd en interesse voor te hebben. Dat vind ik jammer, want we hebben het nodig.

Het zal voor een deel ook komen doordat de liedbusiness vaak erg academisch en serieus benaderd wordt. Terwijl het lied eigenlijk in de woonkamer begon. Dat zou ik graag willen: terug naar de woonkamer.”

Zet u zich ervoor in om het lied toegankelijker te maken?
“Ja. Dat begon vijf jaar geleden, toen ik een benefietconcert gaf op de kankerafdeling van een ziekenhuis in Oostenrijk. De mensen daar waren voornamelijk boeren die nog nooit bij een recital waren geweest. Ze reageerden heel enthousiast. Eén boer zei: ‘Ik had nooit gedacht dat ik Mahler mooi zou vinden.’

Ik heb twee jaar daarna een tour georganiseerd langs verschillende dorpen in Oostenrijk. Op allerlei locaties – van kerken tot schuren – heb ik gratis recitals gegeven met muziek van onder anderen Schubert en Mahler. Het was de beste tournee van mijn leven. En het mooie was: veel mensen zeiden na afloop dat ze de recitals beleefden alsof ze in mijn huiskamer zaten…”

Kirchschlager en Van Bueren treden op zaterdag 31 oktober om 20.15 uur op in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Zie voor meer informatie de website van het Zuiderstrandtheater.

Vorig artikel

Foyeravond warmt op voor Carmélites

Volgend artikel

Ekaterina Levental speelt De Weg

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.