AchtergrondBinnenkortFeatured

Degout zingt Almaviva met plezier

Voor het eerst sinds 2010 is bariton Stéphane Degout weer in Amsterdam voor een rol bij De Nationale Opera. Hij zong er voor het laatst in Don Chisciotte in Sierra Morena. Deze keer is hij Il Conte d’Almaviva in Le nozze di Figaro. François van den Anker sprak met de bariton.

Stéphane Degout - foto Julien Benhamou 3
Stéphane Degout. (© Julien Benhamou)

“Op de dag van een voorstelling kijk ik ’s ochtend de hele partituur nog eens door, maar veel meer vaste rituelen heb ik eigenlijk niet”, vertelt Degout bij een jus d’orange op een Amsterdams terras. Hij zit sinds een maand in Amsterdam. De zanger, die in een agrarische omgeving bij Lyon opgroeide, heeft het goed in de hoofdstad. Na een paar weken in een appartement aan het Westerdok is hij net verhuisd naar de Jordaan. “Ik ervaar hier in de stad een aangenaam klimaat, met veel openheid en vrijheid. Ik heb een fiets en kan overal gemakkelijk heen.”

Hij heeft niets te klagen over het werken bij De Nationale Opera. “De sfeer is prima en het team werkt goed samen. Alex Esposito, die Figaro zingt, ken ik al lang. We stonden samen in Le nozze in Wenen en daarvoor al eens in Brussel. We hebben een soort broederband op het podium.”

Bestaat er zoiets als een typisch Franse inbreng in een productie?
“Er is zeker een wat ik zou noemen Franse school in de operawereld, een herkenbaar geluid, zoals ook Russische en Italiaanse zangers te herkennen zijn. Franse zangers zijn in een cast verder niet heel veel anders dan anderen.” Lachend: “Je herkent ze vermoedelijk aan het feit dat ze veel over eten praten.”

Degout heeft, naast zijn werk als zanger, een grote belangstelling voor eten en de natuur. Alle foto’s op zijn Instagram-account gaan over eten en wijn. Hij komt uit Lyon, zijn ouders hebben een boerderij en zijn voorouders waren slager. In een recent interview voor een Franse operasite verklaarde hij: “Je suis lyonnais, la bonne bouffe c’est dans nos gènes.”

Hij deelt dat ook met anderen. Op een recente maandagrepetitie werden de castleden in Amsterdam verrast met vers aangevoerde taart uit Lyon van de beroemde patissier François Pralus (zie een foto op Twitter).

Adieu Pelléas

In Aix-en-Provence zong je deze zomer je laatste Pelléas. Waarom nam je afscheid?
“Ik had, voor ik naar Aix-en-Provence ging, besloten dat ik Pelléas voor het laatst zou zingen. Het beloofde een bijzondere productie te worden, met regisseur Katie Mitchell en dirigent Esa-Pekka Salonen. Al vanaf de allereerste keer dat ik Pelléas zong, ben ik gaan denken over het moment om te stoppen met die rol. Ik wilde niet wachten tot het voor mijn stem te zwaar zou worden. Indertijd heb ik hard gewerkt om die hoge noten te halen en toen ik ze eenmaal had, was het niet zo moeilijk meer.”

Degout zong de mannelijke hoofdrol in de enige complete opera van Debussy voor het eerst in Brussel, in 2008. Die voorstelling werd geregisseerd door Pierre Audi. Inmiddels staat de teller op ruim vijftig uitvoeringen in verschillende ensceneringen. “Pelléas is een prachtige, maar heel specifieke rol. Je kunt er geen repertoire omheen bouwen. Het karakter heeft een bepaalde leeftijd en ik vond het belangrijk dat gegeven te erkennen. De laatste twee jaar had ik het gevoel dat Pelléas me in de weg zat bij het denken over andere rollen die ik graag wil zingen, zoals Rodrigo in Don Carlo van Verdi of de titelrol in Jevgeni Onjegin. Mijn stem wordt de laatste jaren steeds baritonaler.”

Stéphane Degout. (© Julien Benhamou)
Stéphane Degout. (© Julien Benhamou)

Geen spijt van die keuze?
“Ik kan al die mooie lijnen nog altijd gewoon zingen. Thuis, in de keuken of zo.”

Aix-en-Provence is bekend terrein voor Dégout. Hij was er deze zomer voor Pelléas et Mélisande, samen met Barbara Hannigan, en zong er in 2005 in Così fan tutte van Mozart, in een regie van Patrice Chéreau. Zijn debuut in Aix was als lid van de Académie, het programma voor jonge zangers, musici en makers.

Hoe was die tijd?
“Ik was in de jaren vanaf 1998 eerst lid van de operastudio in Lyon en maakte later deel uit van het ensemble. Gedurende de zomers was ik in Aix. We deden met de Académie producties als Die Zauberflöte en La Cenerentola. Dat eerste jaar was ook de entree van de nieuwe festivaldirecteur, Stéphane Lissner. Iedereen keek met interesse naar wat er in Aix zou gaan gebeuren. Het was geweldig om daarbij te zijn. Die jaren legden een solide basis onder mijn zangcarrière.”

“Operastudio’s en zoiets als de Académie – die ze in Glyndebourne ook hebben – zijn heel belangrijk. Ze vormen een wezenlijke schakel tussen het conservatorium en de wereld van de operahuizen. Vanuit een conservatorium start je als jonge zanger geen loopbaan.”

Graaf Almaviva

De rol waarvoor je nu in Amsterdam bent, graaf Almaviva in Le nozze di Figaro, zing je al veel langer. Hoe begon dat?
“Ik zong die rol voor het eerst in 2003. Dat was, terugkijkend, wat vroeg voor mijn stem. Niet eens qua leeftijd, vooral vocaal was ik er mogelijk nog niet helemaal aan toe.”

Heeft Almaviva een leeftijd?
“Hij kan elke leeftijd hebben. Hij was halverwege de twintig toen ik hem voor het eerst zong. Mijn eerste Conte was jong, egoïstisch, zelfverzekerd. Ik denk dat ik toen ook zo’n soort man was. Ik ben nu 41 en heb meer twijfels in het leven. Dat kleurt de manier waarop ik hem zing. En over tien of vijftien jaar zal ik hem ongetwijfeld weer andere accenten geven.”

Je lijkt nogal uitgebalanceerd. Wanneer had je voor het laatst zo’n uitbarsting als de graaf heeft in zijn aria ‘Hai già vinta la causa’?
“Het is een slechte dag voor de graaf als hij alle bedrog ontdekt. Zulke dagen heb ik ook weleens. Iedereen toch? Al ben ik doorgaans redelijk opgewekt, een enkele keer kan ik ook heel boos zijn en dan explodeer ik echt. Hoe en waarom dat gebeurt, kan ik niet zeggen.”

Promotiebeeld van Le nozze di Figaro bij De Nationale Opera. (© De Nationale Opera)
Promotiebeeld van Le nozze di Figaro bij De Nationale Opera. (© De Nationale Opera)

Wat voor graaf speel je hier in Amsterdam?
“Regisseur David Bösch wilde een wat gewelddadige, nerveuze man. Daar komt ook drank bij kijken. De vormgeving is vrij modern; een mix van verschillende stijlen en tijden. Almaviva is erg klassiek. Hij draagt een jachtkostuum als hij gaat jagen en een smoking bij het huwelijksfeest. Tijdens de eerste repetities was me niet meteen duidelijk wat regisseur Bösch wilde. Het werkproces was wat ongebruikelijk. Hij streefde naar een heldere, duidelijke lijn en toen alles bij elkaar kwam op het podium, bleek dat het werkte.”

Is het een favoriete rol?
“Zeker, ik zing de Conte altijd met heel veel plezier, ook vanwege het acteren. De situatie is grappig en de uitdaging is om een serieus karakter te zijn in een komische situatie.”

Het is een klein jaar geleden dat je Almaviva voor het laatst zong, in Londen. Moet je nu weer hard studeren op de tekst?
“Nee, dit is een rol waar ik zo in kan stappen. Toch lees ik voor iedere voorstelling de partituur weer door. Dat is een gewoonte die ik ontwikkeld heb na een ervaring in een masterclass met Gundula Janowitz. Eén van de andere zangers kwam later binnen, nog helemaal in vakantiesfeer. Gundula vroeg waar hij zijn partituur had. De tenor verzekerde haar dat hij die rol al heel vaak gezongen had, maar zij maakte het hem flink lastig en hield ons voor: ‘De partituur is de bijbel. Ook al ken je de rol nog zo goed, die heb je altijd nodig.’”

Toekomst

Pierre Audi gaat, zo weten we sinds kort, van Amsterdam naar Aix-en-Provence in 2018. Wat is jouw band met hem?
“Pierre is belangrijk voor me. Ik heb bij hem in Medée en Iphigénie en Tauride gezongen, en dus ook mijn eerste Pelléas gedaan. Hij nodigde me tweemaal uit in Amsterdam en we hebben het ook al even gehad over de toekomst in Aix-en-Provence. Ik had net zo’n band met Gérard Mortier. Zanger José van Dam geeft me ook vaak raad, hij is heel benaderbaar. Zulke mensen zijn belangrijk om mee te laten denken over je toekomst en het beeld dat je daarover vormt.”

Hoe zien je volgende twintig jaar eruit?
“Los van de vraag of ik dat vocaal aankan, is een rol als Amfortas in Parsifal van Wagner een wens. Die muziek is zo edel. Misschien ga ik ooit Golaud, de andere baritonrol in Pelléas et Mélisande, zingen. Sommigen dachten dat ik met Pelléas stopte om Golaud te zingen. Dat is niet zo; er moet ruimte zijn tussen die twee rollen. Verder heb ik het laatst met José van Dam gehad over Saint François d’Assise van Olivier Messiaen. Dat is vocaal zwaar en ook door de lengte nogal een opgave.”

Le nozze di Figaro gaat op 6 september in première bij De Nationale Opera. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

De Munt opent seizoen met nieuwe Macbeth

Volgend artikel

Opera Vlaanderen brengt Zaak Makropoulos

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.