AchtergrondBinnenkort

Van Geel schrijft nieuwe opera Meermeisje

Na Feeks, Taming of the Shrew (2011) en 4 Musketiers (2013) brengt Holland Opera op 23 december voor de derde keer een nieuwe opera van Oene van Geel in première: Meermeisje, gebaseerd op het sprookje van de kleine zeemeermin. Place de l’Opera zocht de componist op in de Veerensmederij in Amersfoort.

Oene van Geel: “Componeren is een grote bron van vreugde.” (© Gemma van der Heyden)

Een paar dagen nog, dan gaat Meermeisje in première. In de Veerensmederij in Amersfoort, het theater van Holland Opera, druppelen de castleden binnen voor één van de laatste repetities. Regisseur Joke Hoolboom bevindt zich al in de theaterzaal, druk bezig met het licht.

Componist Oene van Geel is actief bij het repetitieproces betrokken. “Het is voor mij een eer dat mensen met mijn muziek in de weer gaan. Niet alle componisten hebben dat geluk. Ik doe mijn best om betrokken te zijn. Daarbij pas ik bij het repeteren rustig dingen aan in de partituur. Ik zou nooit zeggen: dit is het, zoek het er verder maar mee uit. Ik vind dat het stuk ook iets van de uitvoerders moet zijn.”

Oene van Geel maakt sinds begin jaren negentig carrière als violist en componist. Hij maakte als violist deel uit van tal van ensembles, voornamelijk binnen de jazzwereld. Met het strijkkwartet Zapp 4, waar hij al jaren deel van uitmaakt, won hij verschillende prestigieuze prijzen.

Van Geel waakt er niettemin voor om zich in het jazzgenre op te sluiten. “Mijn muzikale achtergrond is heel breed. Mijn vader speelde veel balkanmuziek en zong in renaissancekoren. Zelf had ik klassiek vioolles. Zowel tijdens mijn jeugd als op het conservatorium kreeg ik de klassieke traditie mee. Door mijn wens om te improviseren kwam ik bij de jazz terecht, maar ik houd er niet van om de verschillende genres te scheiden.”

Wanneer kwam opera in jouw leven in beeld?
“Ik ben er niet mee opgegroeid. Mijn opa en oma draaiden wel altijd muziek van de beroemde tenor Mario Lanza, maar opera kwam pas veel later echt op mijn pad, rond de tijd dat ik met De Feeks bezig was voor Holland Opera. Dat was voor mij de aanleiding om me in opera te verdiepen en van alles te luisteren.”

Wat was destijds voor jou de reden om je als componist aan een opera te wagen?
“Ik zag het als een mooie uitdaging. Bovendien had ik altijd al interesse in het werken met andere disciplines. En dat is toch wat opera bij uitstek is: alles komt er samen. Je bent als componist onderdeel van een groter geheel.”

Meermeisje is een vrije bewerking van het sprookje van Hans Christian Andersen. Hoe ga jij te werk als je het libretto – een tekst van Herman van Wijdeven, omgewerkt tot libretto door regisseur Joke Hoolboom – voor het eerst onder ogen krijgt?
“Ik lees het eerst een paar keer als geheel door. Dan stippel ik een routekaart uit voor het componeren; van macro naar micro. Als de grote boog helder is, begin ik meestal redelijk van voren naar achteren de muziek te schrijven.”

Hoor je meteen al muziek als je de woorden leest?
“Soms wel. Ik hoor vaak een soort blauwdruk. Vergelijk het met een beeldhouwer die een steen ziet en denkt: dit zou ik ervan kunnen maken. Gaandeweg het proces wordt de vorm duidelijker.

Ik probeer eerst veel in mijn hoofd uit te denken, zonder direct naar de computer te lopen en dingen te noteren. Ik heb vaak allerlei ideeën, maar die wil ik eerst een dag of twee laten rijpen.”

Meermeisje is geschreven voor het Ragazze Quartet. Jouw keuze?
“We zijn in overleg op hen gekomen. Ik ken Ragazze goed en vind het een fijne keuze. De klassieke strijkkwartettraditie is zo rijk! Een strijkkwartet kan heel klein klinken, maar ook orkestraal groot. Ik heb nog overwogen om er een cajón aan toe te voegen, maar daar heb ik van afgezien, omdat het eigenlijk allemaal al in de strijkers zit, ook de ritmes.”

Je bent thuis in veel stijlen. Hoe kies je bij elke scène je toon?
“Ik kies niet bewust een genre of denk: nu wil ik die stijl quoten. Voor mij is de belangrijkste vraag: wat roept het libretto op? Soms hoorde ik Purcellachtige klanken bij de tekst, soms ging het duidelijk een andere kant op, zoals in de scène op het strand, waarbij ik surfmuziek heb geschreven. Voor de zeeheks heb ik heel onvoorspelbare muziek gecomponeerd. Het gaat alle kanten op, zwiept heen en weer tussen van alles.”

Meermeisje is van 23 december tot en met 7 januari in de Veerensmederij te zien en gaat in 2019 op tournee door het land. (© Holland Opera)

Hoe is het om voor klassieke zangers te componeren?
“Iedereen heeft hier weliswaar een klassieke training, maar alle zangers staan heel open voor andere stijlrichtingen. Hun bereik is wat dat betreft enorm. In de surfscène moet de zang botter, meer recht voor z’n raap klinken. Dat is geen probleem bij deze cast. Ik houd van die contrasten: op het ene moment klinkt het hoekig, op het andere moment wordt teruggegrepen naar de traditie van romantische opera’s.

Ik heb zelf sinds deze zomer zangles, wat het nog leuker maakt om voor stemmen te componeren. Ik voel beter aan hoe iets ligt en wat het doet met het stemgebruik. Veel partijen zing ik nu eerst zelf door.”

Het sprookje van de kleine zeemeermin wordt in jullie versie naar onze tijd gehaald. Hoe doen jullie dat?
“We plaatsen het niet super duidelijk in een bepaalde tijd, ik zou het eerder tijdloos noemen. We brengen een verhaal over mensen die in een lastige situatie zitten en daar alleen uit kunnen komen door veel op te geven. De vader van de zeemeermin moet bijvoorbeeld veel opofferen om zijn dochter weer te kunnen laten spreken. Dat grootse aspect is typisch opera, vind ik. Daarnaast is er ruimte voor het oppervlakkige strandleven, voor lol hebben en kolderieke situaties. Die afwisseling is belangrijk voor kinderen, anders wordt het te zwaar.

Als ik de blauwdruk voor mijn muziek maak, probeer ik me de zaal voor te stellen, met al die kinderen en hun ouders en opa’s en oma’s. Mijn doel is niet om iedereen te pleasen, maar ik denk wel na over de vraag hoe ik hen zo goed mogelijk kan meenemen in de voorstelling.”

Is het een worsteling, een opera componeren?
“Nee, eigenlijk niet. Ik doe het heel graag. Het is een grote bron van vreugde. Ik moet mezelf meer motiveren om altviool te oefenen dan om muziek te componeren. Ik vind het dermate leuk en heb een dermate associatief hoofd dat ik ook altijd wel ideeën heb. Sommige mensen moeten wachten tot de inspiratie komt. Dat heb ik niet zo. Maar wie weet krijg ik ooit een enorm writers’s block…”

Meermeisje, een samenwerking van Holland Opera, Ragazze Quartet, Opera Zuid en Scholen in de Kunst, gaat op 23 december in première en is de hele kerstvakantie in de Veerensmederij in Amersfoort te zien, vaak twee keer op een dag. Jade Stenhuijs danst de hoofdrol, in de cast zingen Kelly Poukens, Florien Hilgenkamp, Veerle Sanders, Jorne van Bergeijk en Niek Idelenburg. Zie voor meer informatie de website van Holland Opera.

Hieronder de trailer van Meermeisje:

Vorig artikel

Stem nu: Schaunard Award 2017

Volgend artikel

Studio Nibelheim: kerst met Frommermann

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.